Zegenen

Psalmen 129:5-8. Wie zegen jij wel/niet?

5 ‭‭Beschaamd deinzen terug 

‭allen die Sion haten,

‭‭ 6 ‭‭ze zijn als gras op de daken 

‭dat verdort nog voor het bloeit:

‭‭ 7 ‭‭de maaier vult er zijn hand niet mee 

‭noch de schovenbinder zijn armen, 

‭‭ 8 ‭‭en geen voorbijganger zegt: 

‭‘Moge de ‭HEER‭ u zegenen.’ 

‭Wij zegenen u in de naam van de ‭HEER‭.

‭‭ 

Heer, U doorgrondt en kent mij.

Ik heb even een dag langer de tijd nodig gehad om na te denken over deze Psalm. Meestal probeer ik in mijn overdenking een positief punt te pakken, maar dat kostte me bij dit gedeelte moeite, omdat het zo nadrukkelijk gaat over diegenen die Zion, en dus God, haten. Zij verdienen onze aandacht, groet en zegen niet, zoals in 2 Johannes gezegd wordt:

2Johannes 1:10-11  / NBV

10 ‭‭Als er iemand bij u komt die deze leer niet uitdraagt, ontvang hem dan niet in uw huis en groet hem niet,‭ 11 ‭‭want wie zo iemand groet, is medeplichtig aan zijn kwalijke praktijken.‭ 

Het gaat hier om de dwaalleraren uit vers 7, de antichrist. Steek daar geen energie in en zegen ze zeker niet. Kijk naar Jezus. Hij besteedde ook geen aandacht aan zijn tegenstanders, de Farizeeërs en Schriftgeleerden, maar zegende degenen wiens hart openstond voor het Evangelie. Andersom besteedden de Farizeeërs en Schriftgeleerden wel veel tijd aan Jezus. Zo ook de dwaalleraren en antichristen van deze tijd. Zij doen er alles aan om de kinderen van de Heer dwars te zitten.

Reden waarom ik Psalm 139 als lied gekozen heb - Opwekking 518 - is omdat in Psalm 139 een gedeelte staat wat je niet snel ziet terugkomen in liederen, omdat het net als de Psalm van vandaag gaat over hen die God haten, en zo in contrast staat met de rest van Psalm 139:

Psalmen 139:19-22  / NBV

19 ‭‭God, breng de zondaars om, –

‭ weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten–

‭‭ 20 ‭‭ze spreken kwaadaardig over u, 

‭uw vijanden misbruiken uw naam.

‭‭ 21 ‭‭Zou ik niet haten wie u haten, ‭HEER‭, 

‭niet verachten wie tegen u opstaan?

‭‭ 22 ‭‭Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, 

‭ze zijn mijn vijand geworden.

‭‭ 

Kortom, zegen degenen die Jezus ook zou zegenen en mijd hen die Jezus ook zou mijden.