Posts

Posts uit augustus, 2016 tonen

Voortbestaan

Afbeelding
Rechters 21:1-14. Hoe is ons voortbestaan als kinderen van God verzekerd? 1 De IsraĆ«lieten hadden in Mispa gezworen dat niemand van hen zijn dochter aan een Benjaminiet tot vrouw zou geven. 2 Nadat ze met Benjamin hadden afgerekend, kwamen de IsraĆ«lieten opnieuw in Betel bij elkaar. Tot de avond viel zaten ze daar op de grond en klaagden ten overstaan van God met groot misbaar hun leed. 3 ‘HEER, God van IsraĆ«l,' vroegen ze, ‘hoe heeft het zover met ons kunnen komen dat er nu een van de stammen van IsraĆ«l ontbreekt?' 4 De volgende morgen bouwden ze een altaar waarop ze brandoffers en vredeoffers brachten. 5 Daarna vroegen ze: ‘Wie van ons heeft er niet deelgenomen aan de volksvergadering in Mispa?' De IsraĆ«lieten hadden namelijk plechtig gezworen dat ieder die niet naar het heiligdom van de HEER in Mispa was gekomen, ter dood zou worden gebracht. 6 Nu voelden ze zich bezwaard vanwege hun broeders, de Benjaminieten: ‘Een van de stammen van IsraĆ«l is vandaag verloren gegaan,&#

Voortbestaan

Afbeelding
Rechters 21:1-14. Hoe is ons voortbestaan als kinderen van God verzekerd? 1 De IsraĆ«lieten hadden in Mispa gezworen dat niemand van hen zijn dochter aan een Benjaminiet tot vrouw zou geven. 2 Nadat ze met Benjamin hadden afgerekend, kwamen de IsraĆ«lieten opnieuw in Betel bij elkaar. Tot de avond viel zaten ze daar op de grond en klaagden ten overstaan van God met groot misbaar hun leed. 3 ‘HEER, God van IsraĆ«l,' vroegen ze, ‘hoe heeft het zover met ons kunnen komen dat er nu een van de stammen van IsraĆ«l ontbreekt?' 4 De volgende morgen bouwden ze een altaar waarop ze brandoffers en vredeoffers brachten. 5 Daarna vroegen ze: ‘Wie van ons heeft er niet deelgenomen aan de volksvergadering in Mispa?' De IsraĆ«lieten hadden namelijk plechtig gezworen dat ieder die niet naar het heiligdom van de HEER in Mispa was gekomen, ter dood zou worden gebracht. 6 Nu voelden ze zich bezwaard vanwege hun broeders, de Benjaminieten: ‘Een van de stammen van IsraĆ«l is vandaag verloren gegaa

Overwinning

Afbeelding
Rechters 20:29-48. Op welke dag heeft de Heer ons de overwinning gegeven over de zondemacht en wat betekent dat voor jou? 29 Enkele Israƫlitische eenheden stelden zich verdekt op rondom Gibea. 30 Ook op de derde dag rukte de hoofdmacht op tegen de Benjaminieten, en net als de vorige keren stelde men zich in slagorde op om de stad aan te vallen. 31 Weer deden de Benjaminieten een uitval naar het leger van Israƫl, maar nu werden ze weggelokt van de stad. Even buiten de stad, bij de splitsing van de weg naar Gibea en de weg naar Betel kwam het tot een eerste treffen, waarbij net als de vorige keren slachtoffers vielen onder het leger van Israƫl, ongeveer dertig man. 32 De Benjaminieten dachten al dat ze voor de derde maal de overwinning hadden behaald, maar de Israƫlieten hadden afgesproken om te doen alsof ze vluchtten en zo de Benjaminieten via de gebaande wegen van de stad weg te lokken. 33 Terwijl de hoofdmacht van de Israƫlieten zich terugtrok en zich in slagorde opstelde bij BaƤl-Ta

Overwinning

Afbeelding
Rechters 20:29-48. Op welke dag heeft de Heer ons de overwinning gegeven over de zondemacht en wat betekent dat voor jou? 29 Enkele Israƫlitische eenheden stelden zich verdekt op rondom Gibea. 30 Ook op de derde dag rukte de hoofdmacht op tegen de Benjaminieten, en net als de vorige keren stelde men zich in slagorde op om de stad aan te vallen. 31 Weer deden de Benjaminieten een uitval naar het leger van Israƫl, maar nu werden ze weggelokt van de stad. Even buiten de stad, bij de splitsing van de weg naar Gibea en de weg naar Betel kwam het tot een eerste treffen, waarbij net als de vorige keren slachtoffers vielen onder het leger van Israƫl, ongeveer dertig man. 32 De Benjaminieten dachten al dat ze voor de derde maal de overwinning hadden behaald, maar de Israƫlieten hadden afgesproken om te doen alsof ze vluchtten en zo de Benjaminieten via de gebaande wegen van de stad weg te lokken. 33 Terwijl de hoofdmacht van de Israƫlieten zich terugtrok en zich in slagorde opstelde bij BaƤ

Raadplegen

Afbeelding
Rechters 20:18-28. Wat doe jij op momenten van tegenslag, terwijl je wel de weg van God bewandelt? Wie raadpleeg jij dan? 18 Voor de aanvang van de strijd gingen de IsraĆ«lieten naar Betel om God te raadplegen: ‘Wie van ons moet als eerste oprukken tegen de Benjaminieten?' vroegen ze. ‘Juda,' antwoordde de HEER. 19 De volgende morgen vroeg sloegen de IsraĆ«lieten hun kamp op bij Gibea. 20 Ze rukten uit tegen de Benjaminieten en stelden zich in slagorde op om de stad aan te vallen. 21 Het leger van Benjamin deed een uitval vanuit de stad en doodde die dag tweeĆ«ntwintigduizend man van IsraĆ«ls leger. 22 Maar de IsraĆ«lieten gaven de moed niet op en stelden op dezelfde plaats als de keer daarvoor nieuwe linies op. 23 Ze waren na afloop van de slag naar Betel gegaan en hadden daar tot de avond viel ten overstaan van de HEER hun leed geklaagd. Ten slotte hadden ze de HEER geraadpleegd en gevraagd of ze hun broeders, de Benjaminieten, opnieuw moesten aanvallen. ‘Ja,' had de HEER gean

Raadplegen

Afbeelding
Rechters 20:18-28. Wat doe jij op momenten van tegenslag, terwijl je wel de weg van God bewandelt? Wie raadpleeg jij dan? 18 Voor de aanvang van de strijd gingen de IsraĆ«lieten naar Betel om God te raadplegen: ‘Wie van ons moet als eerste oprukken tegen de Benjaminieten?' vroegen ze. ‘Juda,' antwoordde de HEER. 19 De volgende morgen vroeg sloegen de IsraĆ«lieten hun kamp op bij Gibea. 20 Ze rukten uit tegen de Benjaminieten en stelden zich in slagorde op om de stad aan te vallen. 21 Het leger van Benjamin deed een uitval vanuit de stad en doodde die dag tweeĆ«ntwintigduizend man van IsraĆ«ls leger. 22 Maar de IsraĆ«lieten gaven de moed niet op en stelden op dezelfde plaats als de keer daarvoor nieuwe linies op. 23 Ze waren na afloop van de slag naar Betel gegaan en hadden daar tot de avond viel ten overstaan van de HEER hun leed geklaagd. Ten slotte hadden ze de HEER geraadpleegd en gevraagd of ze hun broeders, de Benjaminieten, opnieuw moesten aanvallen. ‘Ja,' had de HEER

Afrekenen

Afbeelding
Rechters 20:12-17. Hoe heeft Jezus afgerekend met het kwaad en wat betekent dat voor jou? 12 De stammen van IsraĆ«l stuurden boden uit die in heel Benjamin moesten vragen: ‘Hoe heeft er bij u zo'n misdaad kunnen plaatsvinden? 13 Lever die onverlaten in Gibea aan ons uit, dan zullen we hen doden en zo afrekenen met het kwaad dat in IsraĆ«l werd begaan.' Maar de Benjaminieten gaven geen gehoor aan de oproep van hun volksgenoten. 14 Uit alle steden in hun stamgebied kwamen ze naar Gibea om de strijd aan te binden tegen de andere IsraĆ«lieten. 15 Afgezien van de inwoners van Gibea zelf meldden zich uit de steden van Benjamin zesentwintigduizend man die de wapens konden hanteren. Zevenhonderd van hen waren uitzonderlijk goede krijgslieden: 16 dat waren zevenhonderd linkshandige slingeraars die zo haarscherp konden mikken dat ze hun doel nooit misten. 17 De overige IsraĆ«lieten, met uitzondering dus van Benjamin, telden vierhonderdduizend man die de wapens konden hanteren; het waren stuk

Afrekenen

Afbeelding
Rechters 20:12-17. Hoe heeft Jezus afgerekend met het kwaad en wat betekent dat voor jou? 12 De stammen van IsraĆ«l stuurden boden uit die in heel Benjamin moesten vragen: ‘Hoe heeft er bij u zo'n misdaad kunnen plaatsvinden? 13 Lever die onverlaten in Gibea aan ons uit, dan zullen we hen doden en zo afrekenen met het kwaad dat in IsraĆ«l werd begaan.' Maar de Benjaminieten gaven geen gehoor aan de oproep van hun volksgenoten. 14 Uit alle steden in hun stamgebied kwamen ze naar Gibea om de strijd aan te binden tegen de andere IsraĆ«lieten. 15 Afgezien van de inwoners van Gibea zelf meldden zich uit de steden van Benjamin zesentwintigduizend man die de wapens konden hanteren. Zevenhonderd van hen waren uitzonderlijk goede krijgslieden: 16 dat waren zevenhonderd linkshandige slingeraars die zo haarscherp konden mikken dat ze hun doel nooit misten. 17 De overige IsraĆ«lieten, met uitzondering dus van Benjamin, telden vierhonderdduizend man die de wapens konden hanteren; het waren

Ontoelaatbaar

Afbeelding
Rechters 20:1-11. Wat is ontoelaatbaar in je eigen leven, in de gemeente/kerk, het land waar je woont en de wereld waarin we leven en welke actie vraagt dat van jou? 1 Uit heel IsraĆ«l, van Dan tot Berseba, en zelfs uit Gilead, kwamen de IsraĆ«lieten naar het heiligdom van de HEER in Mispa om daar een volksvergadering te houden. 2 Deze vergadering van het volk van God, vierhonderdduizend man die de wapens konden hanteren, werd geleid door de aanvoerders van het volk, de hoofden van de stammen van IsraĆ«l. 3 Het bleef in Benjamin niet onopgemerkt dat de andere IsraĆ«lieten naar Mispa waren gekomen. De IsraĆ«lieten vroegen: ‘Wie kan ons vertellen hoe dit misdrijf heeft plaatsgevonden?' 4 De Leviet, de man van de vermoorde vrouw, nam het woord en zei: ‘Toen ik met mijn bijvrouw op doorreis was in Gibea in Benjamin, 5 kwamen de burgers van de stad mij lastigvallen. Ze liepen 's nachts te hoop bij het huis waar we onderdak hadden gekregen. Mij bedreigden ze met de dood en mijn vrouw hebb

Ontoelaatbaar

Afbeelding
Rechters 20:1-11. Wat is ontoelaatbaar in je eigen leven, in de gemeente/kerk, het land waar je woont en de wereld waarin we leven en welke actie vraagt dat van jou? 1 Uit heel IsraĆ«l, van Dan tot Berseba, en zelfs uit Gilead, kwamen de IsraĆ«lieten naar het heiligdom van de HEER in Mispa om daar een volksvergadering te houden. 2 Deze vergadering van het volk van God, vierhonderdduizend man die de wapens konden hanteren, werd geleid door de aanvoerders van het volk, de hoofden van de stammen van IsraĆ«l. 3 Het bleef in Benjamin niet onopgemerkt dat de andere IsraĆ«lieten naar Mispa waren gekomen. De IsraĆ«lieten vroegen: ‘Wie kan ons vertellen hoe dit misdrijf heeft plaatsgevonden?' 4 De Leviet, de man van de vermoorde vrouw, nam het woord en zei: ‘Toen ik met mijn bijvrouw op doorreis was in Gibea in Benjamin, 5 kwamen de burgers van de stad mij lastigvallen. Ze liepen 's nachts te hoop bij het huis waar we onderdak hadden gekregen. Mij bedreigden ze met de dood en mijn vrouw

Schandelijk

Afbeelding
Rechters 19:22-30. Hoe komt het toch dat mensen tot zulke schandelijke dadelijke daden in staat zijn en wat voor oplossing heeft onze hemelse Vader geboden? 22 Terwijl de reiziger en zijn gastheer genoeglijk aan de maaltijd zaten, liepen de mannen van de stad bij het huis te hoop. Deze onverlaten bonsden op de deur en riepen tegen de oude heer des huizes: ‘Laat die gast van u naar buiten komen, we willen hem nemen!' 23 De gastheer ging naar buiten en zei tegen hen: ‘Mensen, bega toch geen schanddaad. Zoiets kunt u niet doen: deze man is bij mij te gast! 24 Ik heb hier mijn dochter, die nog maagd is, en de bijvrouw van mijn gast; laat me die naar buiten sturen. Neem hen maar en doe met hen wat u wilt, maar doe deze man hier zoiets schandelijks niet aan.' 25 De belagers gingen daar niet op in, maar toen de Leviet zijn vrouw de straat op duwde, naar hen toe, verkrachtten en misbruikten ze haar de hele nacht lang. Pas bij het eerste ochtendgloren lieten ze haar gaan. 26 Terwijl het

Schandelijk

Afbeelding
Rechters 19:22-30. Hoe komt het toch dat mensen tot zulke schandelijke dadelijke daden in staat zijn en wat voor oplossing heeft onze hemelse Vader geboden? 22 Terwijl de reiziger en zijn gastheer genoeglijk aan de maaltijd zaten, liepen de mannen van de stad bij het huis te hoop. Deze onverlaten bonsden op de deur en riepen tegen de oude heer des huizes: ‘Laat die gast van u naar buiten komen, we willen hem nemen!' 23 De gastheer ging naar buiten en zei tegen hen: ‘Mensen, bega toch geen schanddaad. Zoiets kunt u niet doen: deze man is bij mij te gast! 24 Ik heb hier mijn dochter, die nog maagd is, en de bijvrouw van mijn gast; laat me die naar buiten sturen. Neem hen maar en doe met hen wat u wilt, maar doe deze man hier zoiets schandelijks niet aan.' 25 De belagers gingen daar niet op in, maar toen de Leviet zijn vrouw de straat op duwde, naar hen toe, verkrachtten en misbruikten ze haar de hele nacht lang. Pas bij het eerste ochtendgloren lieten ze haar gaan. 26 Terwijl

Welkom

Afbeelding
Rechters 19:10b-21. Hoe welkom ben jij in het Vaderhuis van God? Toen ze ter hoogte van Jebus waren, het huidige Jeruzalem, 11 stond de zon al zo laag dat de knecht tegen zijn meester zei: ‘Daar ligt de stad van de Jebusieten. Zouden we er niet goed aan doen om daar voor vannacht onderdak te zoeken?' 12 ‘Nee,' antwoordde zijn meester. ‘We gaan geen stad vol vreemden binnen die niet tot het volk van IsraĆ«l behoren. We kunnen beter doorgaan naar Gibea 13 en misschien halen we zelfs Rama nog. Dan kunnen we in een van die plaatsen overnachten.' 14 Ze liepen dus de stad voorbij en gingen verder. Juist bij zonsondergang kwamen ze bij Gibea, in het gebied van Benjamin. 15 Ze gingen de stad binnen om er de nacht door te brengen. Op het stadsplein hield de man halt, maar er was niemand die hen uitnodigde om bij hem thuis te overnachten. 16 Na een tijdje kwam er een oude man aan, die juist terugkwam van zijn werk op het land. Hij was afkomstig uit EfraĆÆm en woonde als vreemdeling in

Welkom

Afbeelding
Rechters 19:10b-21. Hoe welkom ben jij in het Vaderhuis van God? Toen ze ter hoogte van Jebus waren, het huidige Jeruzalem, 11 stond de zon al zo laag dat de knecht tegen zijn meester zei: ‘Daar ligt de stad van de Jebusieten. Zouden we er niet goed aan doen om daar voor vannacht onderdak te zoeken?' 12 ‘Nee,' antwoordde zijn meester. ‘We gaan geen stad vol vreemden binnen die niet tot het volk van IsraĆ«l behoren. We kunnen beter doorgaan naar Gibea 13 en misschien halen we zelfs Rama nog. Dan kunnen we in een van die plaatsen overnachten.' 14 Ze liepen dus de stad voorbij en gingen verder. Juist bij zonsondergang kwamen ze bij Gibea, in het gebied van Benjamin. 15 Ze gingen de stad binnen om er de nacht door te brengen. Op het stadsplein hield de man halt, maar er was niemand die hen uitnodigde om bij hem thuis te overnachten. 16 Na een tijdje kwam er een oude man aan, die juist terugkwam van zijn werk op het land. Hij was afkomstig uit EfraĆÆm en woonde als vreemdeling

Allerhartelijkst

Afbeelding
Rechters 19:1-10. Hoe gastvrij is onze hemelse Vader? 1 In die tijd, toen er geen koning in IsraĆ«l was, woonde er een Leviet diep in het bergland van EfraĆÆm. Hij had een meisje uit Betlehem in Juda als bijvrouw genomen. 2 Na een hevige ruzie liep ze van hem weg en ging terug naar het huis van haar vader in Betlehem. Vier maanden later 3 ging haar man haar achterna om haar te overreden bij hem terug te komen. Hij had zijn knecht bij zich en een span ezels. Zijn vrouw liet hem binnen in het huis van haar vader, die zijn schoonzoon allerhartelijkst ontving 4 en er bij hem op aandrong om nog wat te blijven. Drie dagen bleef de man bij de vader van zijn vrouw te gast: hij at en dronk er en bleef overnachten. 5 Op de vierde dag maakte hij zich 's ochtends vroeg klaar om te vertrekken, maar zijn schoonvader zei: ‘Eet eerst nog wat om krachten op te doen voor de reis.' 6 Samen zetten zij zich aan de maaltijd. Daarna zei de vader van de vrouw: ‘Blijf nog een nacht hier, gun jezelf dat g

Allerhartelijkst

Afbeelding
Rechters 19:1-10. Hoe gastvrij is onze hemelse Vader? 1 In die tijd, toen er geen koning in IsraĆ«l was, woonde er een Leviet diep in het bergland van EfraĆÆm. Hij had een meisje uit Betlehem in Juda als bijvrouw genomen. 2 Na een hevige ruzie liep ze van hem weg en ging terug naar het huis van haar vader in Betlehem. Vier maanden later 3 ging haar man haar achterna om haar te overreden bij hem terug te komen. Hij had zijn knecht bij zich en een span ezels. Zijn vrouw liet hem binnen in het huis van haar vader, die zijn schoonzoon allerhartelijkst ontving 4 en er bij hem op aandrong om nog wat te blijven. Drie dagen bleef de man bij de vader van zijn vrouw te gast: hij at en dronk er en bleef overnachten. 5 Op de vierde dag maakte hij zich 's ochtends vroeg klaar om te vertrekken, maar zijn schoonvader zei: ‘Eet eerst nog wat om krachten op te doen voor de reis.' 6 Samen zetten zij zich aan de maaltijd. Daarna zei de vader van de vrouw: ‘Blijf nog een nacht hier, gun jezelf d

Afgoden

Afbeelding
Rechters 18:27-31. Wat zijn de afgoden van deze tijd en in hoeverre hebben die invloed op jouw geestelijk leven? 27 Zo kwamen de Danieten met de beelden die Micha had laten maken en de priester die bij hem in dienst was geweest, bij LaĆÆs aan. Ze overvielen de inwoners, die een rustig leven leidden en zich van geen gevaar bewust waren, doodden ze allemaal en staken de stad in brand. 28 Er was niemand die de bevolking van LaĆÆs te hulp kwam, want Sidon lag ver weg en ze hadden geen enkele bondgenoot. Daarna herbouwden de Danieten de stad, die in de vallei van Bet-Rechob lag, en gingen er wonen. 29 Ze noemden hun stad Dan, naar hun stamvader, een van de zonen van IsraĆ«l; daarvoor heette die stad LaĆÆs. 30 Ze gaven er het zilveren godenbeeld een plaats, en Jonatan, die een zoon was van Gersom, de zoon van Mozes,(2) werd hun priester. Na hem bleven zijn nakomelingen bij de Danieten het priesterambt vervullen, totdat de bevolking werd weggevoerd. 31 Zolang het heiligdom van God in Silo bestond

Afgoden

Afbeelding
Rechters 18:27-31. Wat zijn de afgoden van deze tijd en in hoeverre hebben die invloed op jouw geestelijk leven? 27 Zo kwamen de Danieten met de beelden die Micha had laten maken en de priester die bij hem in dienst was geweest, bij LaĆÆs aan. Ze overvielen de inwoners, die een rustig leven leidden en zich van geen gevaar bewust waren, doodden ze allemaal en staken de stad in brand. 28 Er was niemand die de bevolking van LaĆÆs te hulp kwam, want Sidon lag ver weg en ze hadden geen enkele bondgenoot. Daarna herbouwden de Danieten de stad, die in de vallei van Bet-Rechob lag, en gingen er wonen. 29 Ze noemden hun stad Dan, naar hun stamvader, een van de zonen van IsraĆ«l; daarvoor heette die stad LaĆÆs. 30 Ze gaven er het zilveren godenbeeld een plaats, en Jonatan, die een zoon was van Gersom, de zoon van Mozes,(2) werd hun priester. Na hem bleven zijn nakomelingen bij de Danieten het priesterambt vervullen, totdat de bevolking werd weggevoerd. 31 Zolang het heiligdom van God in Sil

Priester

Afbeelding
Rechters 18:11-26. Jezus is onze hogepriester. Wat betekent dat voor jou? 11 Hierop vertrokken de Danieten uit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol. Het leger bestond uit zeshonderd gewapende mannen. 12 Ze gingen op weg en sloegen hun kamp op bij Kirjat-Jearim in Juda. Daarom wordt die plek sindsdien Machane-Dan(1) genoemd. Het ligt iets ten westen van Kirjat-Jearim. 13 Van daar trokken ze verder door het bergland van EfraĆÆm. Toen ze langs de plaats kwamen waar Micha woonde, 14 vertelden de vijf die het gebied verkend hadden aan hun stamgenoten dat zich in een van die gebouwen een priestergewaad en godenbeeldjes bevonden, en ook een zilveren beeld. ‘Jullie weten dus wat je te doen staat,' zeiden ze. 15 Ze sloegen de weg naar het huis van Micha in, waar de jonge Leviet woonde, en begroetten hem hartelijk. 16 Terwijl de zeshonderd gewapende Danieten postvatten bij de toegangspoort, 17 liepen de vijf verkenners door. Ze drongen het huis binnen en namen het priestergewaad en de god

Priester

Afbeelding
Rechters 18:11-26. Jezus is onze hogepriester. Wat betekent dat voor jou? 11 Hierop vertrokken de Danieten uit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol. Het leger bestond uit zeshonderd gewapende mannen. 12 Ze gingen op weg en sloegen hun kamp op bij Kirjat-Jearim in Juda. Daarom wordt die plek sindsdien Machane-Dan(1) genoemd. Het ligt iets ten westen van Kirjat-Jearim. 13 Van daar trokken ze verder door het bergland van EfraĆÆm. Toen ze langs de plaats kwamen waar Micha woonde, 14 vertelden de vijf die het gebied verkend hadden aan hun stamgenoten dat zich in een van die gebouwen een priestergewaad en godenbeeldjes bevonden, en ook een zilveren beeld. ‘Jullie weten dus wat je te doen staat,' zeiden ze. 15 Ze sloegen de weg naar het huis van Micha in, waar de jonge Leviet woonde, en begroetten hem hartelijk. 16 Terwijl de zeshonderd gewapende Danieten postvatten bij de toegangspoort, 17 liepen de vijf verkenners door. Ze drongen het huis binnen en namen het priestergewaad en de

Bondgenoten

Afbeelding
Rechters 18:7-10. Wie zijn jouw bondgenoten en wat maakt jullie sterk en weerbaar? 7 De vijf mannen trokken verder, tot ze in LaĆÆs kwamen. Ze zagen dat de bevolking daar een rustig en onbezorgd leven leidde, net als die van Sidon. Ze hadden van niemand iets te vrezen want ze werden door niemand bedreigd, maar aan de andere kant hadden ze ook geen enkele bondgenoot. Sidon was ver weg. 8 Toen de verkenners terugkwamen bij hun stamgenoten, vroegen die hun: ‘En, hoe is het jullie vergaan?' 9 ‘Laten we meteen ten strijde trekken,' antwoordden ze. ‘We hebben een gebied gevonden dat bijzonder geschikt is, dus waar zouden jullie op wachten? Treuzel niet maar ga erheen en neem het in bezit. 10 Jullie zullen er een volk aantreffen dat op geen gevaar bedacht is. Het kan niet anders of God zal jullie dat uitgestrekte gebied, waar werkelijk aan niets gebrek is, in handen geven.' Wordt uw wil gedaan, dan bindt het ons saam.

Bondgenoten

Afbeelding
Rechters 18:7-10. Wie zijn jouw bondgenoten en wat maakt jullie sterk en weerbaar? 7 De vijf mannen trokken verder, tot ze in LaĆÆs kwamen. Ze zagen dat de bevolking daar een rustig en onbezorgd leven leidde, net als die van Sidon. Ze hadden van niemand iets te vrezen want ze werden door niemand bedreigd, maar aan de andere kant hadden ze ook geen enkele bondgenoot. Sidon was ver weg. 8 Toen de verkenners terugkwamen bij hun stamgenoten, vroegen die hun: ‘En, hoe is het jullie vergaan?' 9 ‘Laten we meteen ten strijde trekken,' antwoordden ze. ‘We hebben een gebied gevonden dat bijzonder geschikt is, dus waar zouden jullie op wachten? Treuzel niet maar ga erheen en neem het in bezit. 10 Jullie zullen er een volk aantreffen dat op geen gevaar bedacht is. Het kan niet anders of God zal jullie dat uitgestrekte gebied, waar werkelijk aan niets gebrek is, in handen geven.' Wordt uw wil gedaan, dan bindt het ons saam.

Raadplegen

Afbeelding
Rechters 18:1-6. Waarover zou jij God willen raadplegen? 1 Er was in die tijd geen koning in IsraĆ«l. De stam Dan was nog steeds op zoek naar een eigen grondgebied om zich blijvend te vestigen, want het was de enige stam van IsraĆ«l waaraan nog geen grondgebied was toegevallen. 2 Vanuit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol hadden ze vijf van hun dapperste mannen eropuit gestuurd met de opdracht het land grondig te verkennen. Onderweg kwamen ze door het bergland van EfraĆÆm, waar ze bij het huis van Micha overnachtten. 3 Daar viel hun het accent van de jonge Leviet op. Ze gingen naar hem toe en vroegen hem: ‘Hoe bent u hier zo terechtgekomen? Wie heeft u hierheen gehaald en wat doet u hier?' 4 Hij vertelde hun van Micha's aanbod. ‘Hij heeft me in dienst genomen,' zei hij, ‘en nu ben ik zijn priester.' 5 Toen vroegen de Danieten: ‘Wilt u dan God voor ons raadplegen en hem vragen of onze tocht iets zal opleveren?' 6 ‘Ga gerust verder,' antwoordde de priester. ‘Uw

Raadplegen

Afbeelding
Rechters 18:1-6. Waarover zou jij God willen raadplegen? 1 Er was in die tijd geen koning in IsraĆ«l. De stam Dan was nog steeds op zoek naar een eigen grondgebied om zich blijvend te vestigen, want het was de enige stam van IsraĆ«l waaraan nog geen grondgebied was toegevallen. 2 Vanuit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol hadden ze vijf van hun dapperste mannen eropuit gestuurd met de opdracht het land grondig te verkennen. Onderweg kwamen ze door het bergland van EfraĆÆm, waar ze bij het huis van Micha overnachtten. 3 Daar viel hun het accent van de jonge Leviet op. Ze gingen naar hem toe en vroegen hem: ‘Hoe bent u hier zo terechtgekomen? Wie heeft u hierheen gehaald en wat doet u hier?' 4 Hij vertelde hun van Micha's aanbod. ‘Hij heeft me in dienst genomen,' zei hij, ‘en nu ben ik zijn priester.' 5 Toen vroegen de Danieten: ‘Wilt u dan God voor ons raadplegen en hem vragen of onze tocht iets zal opleveren?' 6 ‘Ga gerust verder,' antwoordde de priester.

Verzekerd

Afbeelding
Rechters 17:1-13. Wat is jouw verzekering dat je niets dan goeds te verwachten hebt van God? 1 In die tijd leefde er in het bergland van EfraĆÆm een man met de naam Micha. 2 Op zekere dag zei hij tegen zijn moeder: ‘Laatst is er toch elfhonderd sjekel zilver van u gestolen? U hebt toen in mijn bijzijn een vloek uitgesproken. Dat geld heb ik, ik heb het gestolen.' ‘Moge de HEER je zegenen, mijn zoon,' antwoordde zijn moeder. 3 Hij gaf de elfhonderd sjekel zilver aan haar terug, maar zij zei: ‘Ter wille van mijn zoon wijd ik mijn zilver aan de HEER om er een beeld mee te laten beslaan. Hier heb je het geld terug.' 4 Maar hij gaf het weer aan zijn moeder en zij bracht tweehonderd sjekel naar de zilversmid, die er een houten beeld mee besloeg dat in Micha's huis kwam te staan. 5 Micha had namelijk voor zichzelf een heiligdom ingericht. Hij had een priestergewaad en verschillende godenbeeldjes laten maken en een van zijn zonen als priester aangesteld. 6 In die tijd was er gee

Verzekerd

Afbeelding
Rechters 17:1-13. Wat is jouw verzekering dat je niets dan goeds te verwachten hebt van God? 1 In die tijd leefde er in het bergland van EfraĆÆm een man met de naam Micha. 2 Op zekere dag zei hij tegen zijn moeder: ‘Laatst is er toch elfhonderd sjekel zilver van u gestolen? U hebt toen in mijn bijzijn een vloek uitgesproken. Dat geld heb ik, ik heb het gestolen.' ‘Moge de HEER je zegenen, mijn zoon,' antwoordde zijn moeder. 3 Hij gaf de elfhonderd sjekel zilver aan haar terug, maar zij zei: ‘Ter wille van mijn zoon wijd ik mijn zilver aan de HEER om er een beeld mee te laten beslaan. Hier heb je het geld terug.' 4 Maar hij gaf het weer aan zijn moeder en zij bracht tweehonderd sjekel naar de zilversmid, die er een houten beeld mee besloeg dat in Micha's huis kwam te staan. 5 Micha had namelijk voor zichzelf een heiligdom ingericht. Hij had een priestergewaad en verschillende godenbeeldjes laten maken en een van zijn zonen als priester aangesteld. 6 In die tijd was er

Kracht

Afbeelding
Rechters 16:23-31. Welke kracht openbaarde zich bij de dood van Jezus en wat betekent dat voor jou? 23 ‘Onze god heeft onze vijand Simson aan ons uitgeleverd,' verklaarden de Filistijnse vorsten, en daarom hielden ze een groot offerfeest ter ere van hun god Dagon. 24 Bij het zien van Simson juichte het volk: ‘Geloofd zij onze god, want hij levert aan ons uit onze vijand, die ons land verwoestte, onze vijand, die zo velen van ons doodde.' 25 Ze waren in een steeds vrolijker stemming geraakt, en ten slotte had iemand voorgesteld: ‘Laten we Simson erbij halen, dan kunnen we lachen.' Simson werd uit de gevangenis gehaald en moest om de feestgangers te vermaken tussen de zuilen van de tempel gaan staan. 26 Hij vroeg aan de jongen die hem geleidde: ‘Zet me zo neer dat ik de zuilen kan aanraken waarop de tempel rust, dan kan ik daartegen steunen.' 27 De tempel was vol mensen, onder wie de Filistijnse stadsvorsten, en er waren ook nog zo'n drieduizend mannen en vrouwen op h

Kracht

Afbeelding
Rechters 16:23-31. Welke kracht openbaarde zich bij de dood van Jezus en wat betekent dat voor jou? 23 ‘Onze god heeft onze vijand Simson aan ons uitgeleverd,' verklaarden de Filistijnse vorsten, en daarom hielden ze een groot offerfeest ter ere van hun god Dagon. 24 Bij het zien van Simson juichte het volk: ‘Geloofd zij onze god, want hij levert aan ons uit onze vijand, die ons land verwoestte, onze vijand, die zo velen van ons doodde.' 25 Ze waren in een steeds vrolijker stemming geraakt, en ten slotte had iemand voorgesteld: ‘Laten we Simson erbij halen, dan kunnen we lachen.' Simson werd uit de gevangenis gehaald en moest om de feestgangers te vermaken tussen de zuilen van de tempel gaan staan. 26 Hij vroeg aan de jongen die hem geleidde: ‘Zet me zo neer dat ik de zuilen kan aanraken waarop de tempel rust, dan kan ik daartegen steunen.' 27 De tempel was vol mensen, onder wie de Filistijnse stadsvorsten, en er waren ook nog zo'n drieduizend mannen en vrouwen

Kracht

Afbeelding
Rechters 16:1-22. Waarin schuilt de geweldige kracht in jou als kind van God en wie kun je dat geheim toevertrouwen? 1 Op een keer was Simson in Gaza. Daar viel zijn oog op een hoer en hij ging bij haar naar binnen. 2 De inwoners van Gaza kwamen erachter dat Simson in de stad was. De waakzaamheid in de stad werd verhoogd en bij de stadspoort hield een aantal mannen zich gereed om hem te overmeesteren; verder deden ze die nacht nog niets. ‘Zodra het licht wordt zullen we hem doden,' zeiden ze. 3 Maar Simson sliep niet langer dan tot middernacht, toen stond hij op. Bij de stadspoort gekomen greep hij de beide deurposten vast en rukte ze los met deuren en sluitbalk en al; hij nam het hele gevaarte op zijn schouders en droeg het weg, helemaal naar een van de bergtoppen tegenover Hebron. 4 Enige tijd later begon Simson een verhouding met een vrouw uit het Sorekdal, een zekere Delila. 5 De Filistijnse stadsvorsten gingen naar Delila toe en zeiden tegen haar: ‘Haal Simson over om u te ver

Kracht

Afbeelding
Rechters 16:1-22. Waarin schuilt de geweldige kracht in jou als kind van God en wie kun je dat geheim toevertrouwen? 1 Op een keer was Simson in Gaza. Daar viel zijn oog op een hoer en hij ging bij haar naar binnen. 2 De inwoners van Gaza kwamen erachter dat Simson in de stad was. De waakzaamheid in de stad werd verhoogd en bij de stadspoort hield een aantal mannen zich gereed om hem te overmeesteren; verder deden ze die nacht nog niets. ‘Zodra het licht wordt zullen we hem doden,' zeiden ze. 3 Maar Simson sliep niet langer dan tot middernacht, toen stond hij op. Bij de stadspoort gekomen greep hij de beide deurposten vast en rukte ze los met deuren en sluitbalk en al; hij nam het hele gevaarte op zijn schouders en droeg het weg, helemaal naar een van de bergtoppen tegenover Hebron. 4 Enige tijd later begon Simson een verhouding met een vrouw uit het Sorekdal, een zekere Delila. 5 De Filistijnse stadsvorsten gingen naar Delila toe en zeiden tegen haar: ‘Haal Simson over om u te

Overwinning

Afbeelding
Rechters 15:9-20. Welke geweldige overwinning heb jij aan God te danken? 9 De Filistijnen vielen daarop Juda binnen, sloegen hun kamp op bij Lechi en begonnen zich van daar te verspreiden. 10 De JudeeĆ«rs vroegen hun waarom ze hun gebied waren binnengevallen en kregen als antwoord: ‘We zijn gekomen om Simson gevangen te nemen. We willen hem betaald zetten wat hij ons heeft aangedaan.' 11 Toen gingen drieduizend JudeeĆ«rs naar Simsons rotshol bij Etam. ‘Hoe kon je ons dit aandoen?' vroegen ze. ‘Je weet toch dat de Filistijnen hier de baas zijn!' Maar Simson zei: ‘Ik heb hun alleen betaald gezet wat zij mij hebben aangedaan.' 12 ‘We zijn gekomen om je gevangen te nemen,' zeiden de JudeeĆ«rs. ‘We gaan je uitleveren aan de Filistijnen.' ‘Zweer me dan dat jullie me niet zullen doden,' zei Simson. 13 ‘Nee, daar is geen sprake van,' verzekerden ze hem. ‘We binden je vast en leveren je aan hen uit, maar doden zullen we je niet.' Ze boeiden hem met twee nieuwe t

Overwinning

Afbeelding
Rechters 15:9-20. Welke geweldige overwinning heb jij aan God te danken? 9 De Filistijnen vielen daarop Juda binnen, sloegen hun kamp op bij Lechi en begonnen zich van daar te verspreiden. 10 De JudeeĆ«rs vroegen hun waarom ze hun gebied waren binnengevallen en kregen als antwoord: ‘We zijn gekomen om Simson gevangen te nemen. We willen hem betaald zetten wat hij ons heeft aangedaan.' 11 Toen gingen drieduizend JudeeĆ«rs naar Simsons rotshol bij Etam. ‘Hoe kon je ons dit aandoen?' vroegen ze. ‘Je weet toch dat de Filistijnen hier de baas zijn!' Maar Simson zei: ‘Ik heb hun alleen betaald gezet wat zij mij hebben aangedaan.' 12 ‘We zijn gekomen om je gevangen te nemen,' zeiden de JudeeĆ«rs. ‘We gaan je uitleveren aan de Filistijnen.' ‘Zweer me dan dat jullie me niet zullen doden,' zei Simson. 13 ‘Nee, daar is geen sprake van,' verzekerden ze hem. ‘We binden je vast en leveren je aan hen uit, maar doden zullen we je niet.' Ze boeiden hem met twee nie

Ongenadig

Afbeelding
Rechters 15:1-8. Ongenadige (wraak)acties, we zien ze dagelijks en wereldwijd. Wat voor houding vraagt God van ons ten opzichte van onze vijanden? 1 Niet lang daarna, in de tijd van de tarweoogst, wilde Simson zijn vrouw een bezoek brengen. Hij had een geitenbokje voor haar meegenomen. ‘Ik wil graag mijn vrouw bezoeken in haar eigen vertrek,' zei hij, maar haar vader weigerde hem de toegang. 2 ‘Ik was er vast van overtuigd dat je niets meer van haar wilde weten,' zei hij. ‘Daarom heb ik haar aan een ander gegeven. Maar haar jongere zuster is nog mooier dan zij. Waarom zou je die niet nemen in haar plaats?' 3 Toen zei Simson: ‘Ik zal ze krijgen, die Filistijnen. En deze keer valt mij niets te verwijten!' 4 Hij ging weg, ving driehonderd vossen en legde fakkels klaar. De vossen bond hij twee aan twee met de staarten aan elkaar, steeds met een fakkel ertussen. 5 Toen stak hij de fakkels aan en stuurde de vossen de korenvelden van de Filistijnen in. Zo stak hij alles in bra

Ongenadig

Afbeelding
Rechters 15:1-8. Ongenadige (wraak)acties, we zien ze dagelijks en wereldwijd. Wat voor houding vraagt God van ons ten opzichte van onze vijanden? 1 Niet lang daarna, in de tijd van de tarweoogst, wilde Simson zijn vrouw een bezoek brengen. Hij had een geitenbokje voor haar meegenomen. ‘Ik wil graag mijn vrouw bezoeken in haar eigen vertrek,' zei hij, maar haar vader weigerde hem de toegang. 2 ‘Ik was er vast van overtuigd dat je niets meer van haar wilde weten,' zei hij. ‘Daarom heb ik haar aan een ander gegeven. Maar haar jongere zuster is nog mooier dan zij. Waarom zou je die niet nemen in haar plaats?' 3 Toen zei Simson: ‘Ik zal ze krijgen, die Filistijnen. En deze keer valt mij niets te verwijten!' 4 Hij ging weg, ving driehonderd vossen en legde fakkels klaar. De vossen bond hij twee aan twee met de staarten aan elkaar, steeds met een fakkel ertussen. 5 Toen stak hij de fakkels aan en stuurde de vossen de korenvelden van de Filistijnen in. Zo stak hij alles in

Kwaad

Afbeelding
Rechters 14:10-20. Ben jij weleens bedrogen? Wat was jouw reactie en wat vind je van die van Simson? 10 Zijn vader ging naar het ouderlijk huis van het meisje. Simson gaf daar een feest, want zo hoorde dat wanneer een jongeman ging trouwen. 11 Na de kennismaking werden dertig van zijn leeftijdsgenoten uitgekozen om het feest bij te wonen. 12 Simson zei tegen hen: ‘Laat ik jullie een raadsel opgeven. Als jullie me binnen de zeven dagen van dit feest de oplossing vertellen, krijgen jullie alle dertig een stel onder- en bovenkleren van mij. 13 Maar als jullie de oplossing niet kunnen vinden, krijg ik van jullie dertig stel onder- en bovenkleren.' ‘Afgesproken!' antwoordden ze. ‘Laat je raadsel maar horen.' 14 Toen zei Simson: ‘Het is sterk en het verslindt altijd, nu biedt het een maal van zoetigheid.' Na drie dagen hadden ze de oplossing nog niet gevonden. 15 Daarom zeiden ze op de vierde dag(1) tegen Simsons vrouw: ‘Jij moet je man overhalen om ons de oplossing van het r

Kwaad

Afbeelding
Rechters 14:10-20. Ben jij weleens bedrogen? Wat was jouw reactie en wat vind je van die van Simson? 10 Zijn vader ging naar het ouderlijk huis van het meisje. Simson gaf daar een feest, want zo hoorde dat wanneer een jongeman ging trouwen. 11 Na de kennismaking werden dertig van zijn leeftijdsgenoten uitgekozen om het feest bij te wonen. 12 Simson zei tegen hen: ‘Laat ik jullie een raadsel opgeven. Als jullie me binnen de zeven dagen van dit feest de oplossing vertellen, krijgen jullie alle dertig een stel onder- en bovenkleren van mij. 13 Maar als jullie de oplossing niet kunnen vinden, krijg ik van jullie dertig stel onder- en bovenkleren.' ‘Afgesproken!' antwoordden ze. ‘Laat je raadsel maar horen.' 14 Toen zei Simson: ‘Het is sterk en het verslindt altijd, nu biedt het een maal van zoetigheid.' Na drie dagen hadden ze de oplossing nog niet gevonden. 15 Daarom zeiden ze op de vierde dag(1) tegen Simsons vrouw: ‘Jij moet je man overhalen om ons de oplossing van h

Blote handen

Afbeelding
Rechters 14:1-9. Hoe ervaar jij de kracht van de Vader in jouw leven? 1 Op een keer ging Simson naar Timna. Daar viel zijn oog op een Filistijns meisje. 2 Toen hij thuiskwam vertelde hij zijn ouders: ‘Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien. Ik zou willen dat u haar voor mij ten huwelijk vraagt.' 3 Maar zijn ouders zeiden: ‘Waarom zoek je een bruid bij die onbesneden Filistijnen? Er is onder de dochters van je verwanten toch wel een vrouw voor je te vinden, of in elk geval onder de meisjes van ons eigen volk.' ‘Nee, vader,' antwoordde Simson. ‘Dit meisje moet u voor me vragen, want zij bevalt me.' 4 Zijn ouders wisten niet dat het de HEER was die hierop aanstuurde, omdat hij een aanleiding zocht om de strijd met de Filistijnen aan te gaan. De Filistijnen waren in die tijd namelijk heer en meester in IsraĆ«l. 5 Simson ging met zijn vader en moeder op weg naar Timna. In de buurt van de wijngaarden van Timna kwam opeens een leeuw brullend op hem af. 6 Toen voer de gees

Blote handen

Afbeelding
Rechters 14:1-9. Hoe ervaar jij de kracht van de Vader in jouw leven? 1 Op een keer ging Simson naar Timna. Daar viel zijn oog op een Filistijns meisje. 2 Toen hij thuiskwam vertelde hij zijn ouders: ‘Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien. Ik zou willen dat u haar voor mij ten huwelijk vraagt.' 3 Maar zijn ouders zeiden: ‘Waarom zoek je een bruid bij die onbesneden Filistijnen? Er is onder de dochters van je verwanten toch wel een vrouw voor je te vinden, of in elk geval onder de meisjes van ons eigen volk.' ‘Nee, vader,' antwoordde Simson. ‘Dit meisje moet u voor me vragen, want zij bevalt me.' 4 Zijn ouders wisten niet dat het de HEER was die hierop aanstuurde, omdat hij een aanleiding zocht om de strijd met de Filistijnen aan te gaan. De Filistijnen waren in die tijd namelijk heer en meester in IsraĆ«l. 5 Simson ging met zijn vader en moeder op weg naar Timna. In de buurt van de wijngaarden van Timna kwam opeens een leeuw brullend op hem af. 6 Toen voer de

Wonderbaarlijks

Afbeelding
Rechters 13:6-24. Weleens iets wonderbaarlijks meegemaakt? Deel het op  https://padlet.com/karstend/pev9musxz2je 6 De vrouw ging naar haar man en vertelde hem dat er een godsman bij haar was geweest. ‘Hij zag er bijzonder ontzagwekkend uit,' zei ze, ‘het leek wel een engel van God. Ik heb hem niet gevraagd waar hij vandaan kwam en hij heeft me zijn naam niet gezegd. 7 Hij zei tegen me dat ik zwanger zou worden en een zoon zou krijgen. Van nu af aan mag ik geen wijn of andere drank drinken en niets onreins eten, want onze zoon zal vanaf de moederschoot tot aan de dag van zijn dood als nazireeĆ«r aan God gewijd zijn.' 8 Manoach bad tot de HEER: ‘Mag ik u vragen, Heer, laat de godsman die u gezonden hebt toch opnieuw bij ons komen, om ons te vertellen wat we moeten doen wanneer de jongen eenmaal geboren is.' 9 God verhoorde hem en de engel van God kwam opnieuw naar de vrouw toe. Zij was bezig op het land, Manoach was op dat moment niet bij haar. 10 Ze haastte zich naar haar man

Wonderbaarlijks

Afbeelding
Rechters 13:6-24. Weleens iets wonderbaarlijks meegemaakt? Deel het op  https://padlet.com/karstend/pev9musxz2je 6 De vrouw ging naar haar man en vertelde hem dat er een godsman bij haar was geweest. ‘Hij zag er bijzonder ontzagwekkend uit,' zei ze, ‘het leek wel een engel van God. Ik heb hem niet gevraagd waar hij vandaan kwam en hij heeft me zijn naam niet gezegd. 7 Hij zei tegen me dat ik zwanger zou worden en een zoon zou krijgen. Van nu af aan mag ik geen wijn of andere drank drinken en niets onreins eten, want onze zoon zal vanaf de moederschoot tot aan de dag van zijn dood als nazireeĆ«r aan God gewijd zijn.' 8 Manoach bad tot de HEER: ‘Mag ik u vragen, Heer, laat de godsman die u gezonden hebt toch opnieuw bij ons komen, om ons te vertellen wat we moeten doen wanneer de jongen eenmaal geboren is.' 9 God verhoorde hem en de engel van God kwam opnieuw naar de vrouw toe. Zij was bezig op het land, Manoach was op dat moment niet bij haar. 10 Ze haastte zich naar haar

Gewijd

Afbeelding
Rechters 13:1-5. Toegewijd aan God, wat betekent dat voor jou? 1 Weer deden de IsraĆ«lieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde de HEER hen veertig jaar lang over aan de Filistijnen. 2 In die tijd leefde er in de omgeving van Sora een zekere Manoach, die tot de stam Dan behoorde. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen. 3 Op een dag verscheen bij haar een engel van de HEER. ‘Tot nu toe was u onvruchtbaar en hebt u geen kinderen gekregen,' zei hij. ‘Maar nu zult u zwanger worden en een zoon baren. 4 Onthoud u daarom van wijn en andere drank en eet geen voedsel dat onrein is. 5 U zult zwanger worden en een zoon krijgen. Zijn haar mag nooit door een scheermes worden aangeraakt, want hij zal al vanaf de moederschoot als nazireeĆ«r aan God gewijd zijn. Hij zal een begin maken met de bevrijding van IsraĆ«l uit de greep van de Filistijnen.' Majesteit, toegewijd willen wij U volgen.

Gewijd

Afbeelding
Rechters 13:1-5. Toegewijd aan God, wat betekent dat voor jou? 1 Weer deden de IsraĆ«lieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde de HEER hen veertig jaar lang over aan de Filistijnen. 2 In die tijd leefde er in de omgeving van Sora een zekere Manoach, die tot de stam Dan behoorde. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen. 3 Op een dag verscheen bij haar een engel van de HEER. ‘Tot nu toe was u onvruchtbaar en hebt u geen kinderen gekregen,' zei hij. ‘Maar nu zult u zwanger worden en een zoon baren. 4 Onthoud u daarom van wijn en andere drank en eet geen voedsel dat onrein is. 5 U zult zwanger worden en een zoon krijgen. Zijn haar mag nooit door een scheermes worden aangeraakt, want hij zal al vanaf de moederschoot als nazireeĆ«r aan God gewijd zijn. Hij zal een begin maken met de bevrijding van IsraĆ«l uit de greep van de Filistijnen.' Majesteit, toegewijd willen wij U volgen.