Vertrouwd

Psalmen 139:1-6. Vertrouw jij al jouw wegen aan God toe?

1 ‭‭Voor de koorleider. Van David, een psalm. 

‭‭HEER‭, u kent mij, u doorgrondt mij,

‭‭ 2 ‭‭u weet het als ik zit of sta, 

‭u doorziet van verre mijn gedachten,

‭‭ 3 ‭‭ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, 

‭met al mijn wegen bent u vertrouwd.

‭‭ 4 ‭‭Geen woord ligt op mijn tong, 

‭of u, ‭HEER‭, kent het ten volle.

‭‭ 5 ‭‭U omsluit mij, van achter en van voren, 

‭u legt uw hand op mij.

‭‭ 6 ‭‭Wonderlijk zoals u mij kent, 

‭het gaat mijn begrip te boven.

‭‭ 

U bent zo diep vertrouwd met mij.

Toen ik - ik geloof in 1983 - gedoopt ben was een stukje tekst uit mijn dooplied: ‘Ik gaf U mijn hart, maar dat was niet genoeg. Het was heel mijn leven dat U van mij vroeg’. Ik weet nog goed dat ik daar vooral van doordrongen was. Héél mijn leven! Niets achterhouden. Hem vertrouwd laten zijn met ál mijn wegen. 

Mijn hart had ik al heel jong aan de Heer gegeven, maar niet mijn héle leven. Ik hield zaken achter en voor mezelf. Vooral in de schemering van mijn denken vonden zaken plaats die ik voor mezelf hield, verborgen voor de buitenwereld. Dan geldt echter de volgende regel:

‘Zaai een woord en je oogst een gedachte.
Zaai een gedachte en je oogst een daad.
Zaai een daad en je oogst een gewoonte.
Zaai een gewoonte en je oogst een karakter.
Zaai een karakter en je oogst een bestemming.’

Ik was inmiddels aangekomen bij de fase van het oogsten van een gewoonte en wilde het een halt toeroepen. Waar kun je dan het best te rade gaan? Bij degene die jouw gemaakt heeft in de pure en reine vorm. Dat is God. Hij kent je volkomen en kan je die ‘onderhoudsbeurt’ geven die nodig is om weer te worden zoals je bedoeld bent. Dat proces begon bij mijn doop en gaat nog steeds door. In Hebreeën wordt dat mooi verwoord:

Hebreeën 9:14  / NBV

14 ‭‭hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?‭ 

Dat is waarom ik al mijn wegen aan God wil toevertrouwen. Omdat ik Hem - mijn Schepper - wil dienen, zonder smet en met een rein geweten. 

Tot slot nog een paar regels uit mijn dooplied, uit de oude blauwe zangbundel van onze gemeente, lied 197:

Ik wil U steeds dienen, van U wil ik zijn.

Heer, neem mijn talenten, al zijn ze ook klein.

O, reining mijn hart en vervul het o Heer.

Gebruik mij elke uur, elke dag meer en meer.