Posts

Posts uit december, 2014 tonen

Wasbekken

Exodus 38:8. Als jij in de spiegel naar het afgelopen jaar kijkt, wat zie je dan en wat doe je dan? '8 Men maakte het bronzen wasbekken en het bronzen onderstel, en gebruikte hiervoor de spiegels van de vrouwen die bij de ingang van de ontmoetingstent samengestroomd waren.'

Wasbekken

Exodus 38:8. Als jij in de spiegel naar het afgelopen jaar kijkt, wat zie je dan en wat doe je dan? '8 Men maakte het bronzen wasbekken en het bronzen onderstel, en gebruikte hiervoor de spiegels van de vrouwen die bij de ingang van de ontmoetingstent samengestroomd waren.'

Brandofferaltaar

Exodus 38:1-7. Als je aan Jezus denkt, wat zegt het Brandofferaltaar jou dan? '1 Men maakte het brandofferaltaar van acaciahout. Het was vierkant, vijf el lang en vijf el breed, en drie el hoog. 2 Op de vier hoeken van het altaar maakte men horens, die er één geheel mee vormden, en het werd met brons bekleed. 3 Alle bijbehorende voorwerpen werden van koper gemaakt: de potten, de scheppen, offerschalen, vorken en vuurbakken. 4 Langs de onderkant van het altaar, onder de rand, bracht men een hekwerk aan, een bronzen raster dat tot halverwege het altaar reikte. 5 Er werden vier ringen gegoten die aan de vier hoeken van het bronzen hekwerk bevestigd werden; ze waren bestemd voor de draagbomen. 6 Men maakte de draagbomen van acaciahout, bekleedde ze met brons 7 en stak ze in de ringen aan weerszijden van het altaar, zodat het gedragen kon worden. Het altaar werd van houten panelen gemaakt; vanbinnen was het hol.'

Brandofferaltaar

Exodus 38:1-7. Als je aan Jezus denkt, wat zegt het Brandofferaltaar jou dan? '1 Men maakte het brandofferaltaar van acaciahout. Het was vierkant, vijf el lang en vijf el breed, en drie el hoog. 2 Op de vier hoeken van het altaar maakte men horens, die er één geheel mee vormden, en het werd met brons bekleed. 3 Alle bijbehorende voorwerpen werden van koper gemaakt: de potten, de scheppen, offerschalen, vorken en vuurbakken. 4 Langs de onderkant van het altaar, onder de rand, bracht men een hekwerk aan, een bronzen raster dat tot halverwege het altaar reikte. 5 Er werden vier ringen gegoten die aan de vier hoeken van het bronzen hekwerk bevestigd werden; ze waren bestemd voor de draagbomen. 6 Men maakte de draagbomen van acaciahout, bekleedde ze met brons 7 en stak ze in de ringen aan weerszijden van het altaar, zodat het gedragen kon worden. Het altaar werd van houten panelen gemaakt; vanbinnen was het hol.'

Reukwerk

Exodus 37:25-29. Welk reukwerk is vandaag de dag aangenaam voor God? '25 Men maakte het reukofferaltaar van acaciahout. Het was vierkant, één el lang en één el breed, en twee el hoog; de horens vormden er één geheel mee. 26 De bovenkant, alle zijkanten en de horens werden met zuiver goud overtrokken en rondom werd een gouden rand aangebracht. 27 Onder de rand bevestigde men aan twee kanten twee gouden ringen; deze waren bestemd voor de draagbomen waarmee het altaar gedragen kon worden. 28 Men maakte de draagbomen van acaciahout en verguldde ze. 29 Ook bereidde men de heilige zalfolie, en fijn reukwerk zoals een reukwerker dat maakt.'

Reukwerk

Exodus 37:25-29. Welk reukwerk is vandaag de dag aangenaam voor God? '25 Men maakte het reukofferaltaar van acaciahout. Het was vierkant, één el lang en één el breed, en twee el hoog; de horens vormden er één geheel mee. 26 De bovenkant, alle zijkanten en de horens werden met zuiver goud overtrokken en rondom werd een gouden rand aangebracht. 27 Onder de rand bevestigde men aan twee kanten twee gouden ringen; deze waren bestemd voor de draagbomen waarmee het altaar gedragen kon worden. 28 Men maakte de draagbomen van acaciahout en verguldde ze. 29 Ook bereidde men de heilige zalfolie, en fijn reukwerk zoals een reukwerker dat maakt.'

Lampenstandaard

Exodus 37:17-24. Schijnt Gods licht in en door de gemeente en waaraan meet je dat af? '17 Men maakte de lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen waren uit één stuk gedreven. 18 De schacht had zes zijarmen: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. 19 Deze armen werden versierd met amandelbloesem; op elk ervan werden drie kelken aangebracht met een knop en bloemblaadjes, telkens op dezelfde manier. 20 Ook de schacht werd met amandelbloesem versierd: vier kelken, elk met een knop en bloemblaadjes. 21 Waar de armen uit de schacht kwamen, werden eveneens knoppen aangebracht: één onder het eerste paar armen, één onder het tweede paar en één onder het derde paar. 22 De hele standaard, met de zes armen en de knoppen, was uit één stuk zuiver goud gedreven. 23 Men maakte er zeven lampen voor en snuiters en bakjes, alles van zuiver goud. 24 Voor de lampenstandaard en de bijbehorende voorwerpen werd een talent zuiver goud gebruikt.'

Lampenstandaard

Exodus 37:17-24. Schijnt Gods licht in en door de gemeente en waaraan meet je dat af? '17 Men maakte de lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen waren uit één stuk gedreven. 18 De schacht had zes zijarmen: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. 19 Deze armen werden versierd met amandelbloesem; op elk ervan werden drie kelken aangebracht met een knop en bloemblaadjes, telkens op dezelfde manier. 20 Ook de schacht werd met amandelbloesem versierd: vier kelken, elk met een knop en bloemblaadjes. 21 Waar de armen uit de schacht kwamen, werden eveneens knoppen aangebracht: één onder het eerste paar armen, één onder het tweede paar en één onder het derde paar. 22 De hele standaard, met de zes armen en de knoppen, was uit één stuk zuiver goud gedreven. 23 Men maakte er zeven lampen voor en snuiters en bakjes, alles van zuiver goud. 24 Voor de lampenstandaard en de bijbehorende voorwerpen werd een talent zuiver goud gebruikt.'

Goud

Exodus 37:10-16. Hoe kostbaar is het 'huis' van God voor jou? '10 Men maakte de tafel van acaciahout, twee el lang, één el breed en anderhalve el hoog. 11 Hij werd met zuiver goud overtrokken en rondom werd een gouden sierlijst aangebracht: 12 een rand van een hand breed, in een gouden lijst gevat. 13 Men goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de vier hoeken, bij de poten. 14 De ringen zaten vlak onder de rand; ze waren bestemd voor de draagbomen waarmee de tafel gedragen kon worden. 15 De draagbomen voor de tafel maakte men van acaciahout, dat verguld werd. 16 Ook maakte men de voorwerpen die op de tafel moesten komen: de schotels, schalen en kommen, en de kannen voor de wijnoffers, allemaal van zuiver goud.'

Goud

Exodus 37:10-16. Hoe kostbaar is het 'huis' van God voor jou? '10 Men maakte de tafel van acaciahout, twee el lang, één el breed en anderhalve el hoog. 11 Hij werd met zuiver goud overtrokken en rondom werd een gouden sierlijst aangebracht: 12 een rand van een hand breed, in een gouden lijst gevat. 13 Men goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de vier hoeken, bij de poten. 14 De ringen zaten vlak onder de rand; ze waren bestemd voor de draagbomen waarmee de tafel gedragen kon worden. 15 De draagbomen voor de tafel maakte men van acaciahout, dat verguld werd. 16 Ook maakte men de voorwerpen die op de tafel moesten komen: de schotels, schalen en kommen, en de kannen voor de wijnoffers, allemaal van zuiver goud.'

Verzoeningsplaat

Exodus 37:1-9. Wat betekent voor jou het verzoeningswerk van Jezus? '1 Besaleël maakte de ark van acaciahout, twee-en-een-halve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog. 2 Hij overtrok hem met zuiver goud, zowel vanbinnen als vanbuiten; aan de bovenkant bracht hij rondom een gouden sierlijst aan. 3 Hij goot vier gouden ringen, die hij aan de vier poten bevestigde: twee ringen aan elke kant van de ark. 4 Hij maakte draagbomen van acaciahout, verguldde ze 5 en stak ze door de ringen aan weerszijden, zodat de ark gedragen kon worden. 6 Ook maakte hij de verzoeningsplaat van zuiver goud, twee-en-een-halve el lang en anderhalve el breed. 7-8 Aan de beide uiteinden daarvan maakte hij een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het was drijfwerk, de twee cherubs vormden één geheel met de plaat. 9 Ze stonden tegenover elkaar, met het gezicht naar de verzoeningsplaat gekeerd, en hun vleugels waren gespreid zodat ze zich daar beschermend

Verzoeningsplaat

Exodus 37:1-9. Wat betekent voor jou het verzoeningswerk van Jezus? '1 Besaleël maakte de ark van acaciahout, twee-en-een-halve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog. 2 Hij overtrok hem met zuiver goud, zowel vanbinnen als vanbuiten; aan de bovenkant bracht hij rondom een gouden sierlijst aan. 3 Hij goot vier gouden ringen, die hij aan de vier poten bevestigde: twee ringen aan elke kant van de ark. 4 Hij maakte draagbomen van acaciahout, verguldde ze 5 en stak ze door de ringen aan weerszijden, zodat de ark gedragen kon worden. 6 Ook maakte hij de verzoeningsplaat van zuiver goud, twee-en-een-halve el lang en anderhalve el breed. 7-8 Aan de beide uiteinden daarvan maakte hij een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het was drijfwerk, de twee cherubs vormden één geheel met de plaat. 9 Ze stonden tegenover elkaar, met het gezicht naar de verzoeningsplaat gekeerd, en hun vleugels waren gespreid zodat ze zich daar beschermend

Cherubs

Exodus 36:35-38. Overal in de tabernakel zie je cherubs terug komen. Zij beschermen de heiligheid van God. Wat betekent de heiligheid van God voor jou? '35 Het voorhangsel werd gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. Het werd vakkundig geweven, met een patroon van cherubs. 36 Men maakte er vier palen van acaciahout voor, die men met goud overtrok, met bijpassende vergulde krammen, en er werden voor deze palen vier zilveren voetstukken gegoten. 37 Ter afscherming van de ingang van de tent maakte men een vakkundig geborduurd gordijn van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. 38 Er werden vijf palen voor gemaakt met bijpassende krammen; de koppen van de palen werden verguld, evenals de dwarsstangen. De vijf voetstukken waren van brons.'

Cherubs

Exodus 36:35-38. Overal in de tabernakel zie je cherubs terug komen. Zij beschermen de heiligheid van God. Wat betekent de heiligheid van God voor jou? '35 Het voorhangsel werd gemaakt van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. Het werd vakkundig geweven, met een patroon van cherubs. 36 Men maakte er vier palen van acaciahout voor, die men met goud overtrok, met bijpassende vergulde krammen, en er werden voor deze palen vier zilveren voetstukken gegoten. 37 Ter afscherming van de ingang van de tent maakte men een vakkundig geborduurd gordijn van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. 38 Er werden vijf palen voor gemaakt met bijpassende krammen; de koppen van de palen werden verguld, evenals de dwarsstangen. De vijf voetstukken waren van brons.'

één geheel

Exodus 36:14-19. Hoe belangrijk is de eenheid in Gods 'huis' voor jou en wat is jouw aandeel daarin? '14 Men maakte banen van geitenhaar voor de tent die over de tabernakel heen moest komen. Het waren er elf, 15 allemaal van dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was dertig el, de breedte vier el. 16 Vijf van deze banen werden aan elkaar gezet en de zes andere eveneens. 17 Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, zette men vijftig lussen. 18 Men maakte vijftig koperen haken om de delen te verbinden en van de tent één geheel te maken. 19 Ook werd voor de tent een dekkleed van rood geverfde ramsvellen gemaakt, en dat werd weer afgedekt met een kleed van zeekoevellen.'

één geheel

Exodus 36:14-19. Hoe belangrijk is de eenheid in Gods 'huis' voor jou en wat is jouw aandeel daarin? '14 Men maakte banen van geitenhaar voor de tent die over de tabernakel heen moest komen. Het waren er elf, 15 allemaal van dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was dertig el, de breedte vier el. 16 Vijf van deze banen werden aan elkaar gezet en de zes andere eveneens. 17 Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, zette men vijftig lussen. 18 Men maakte vijftig koperen haken om de delen te verbinden en van de tent één geheel te maken. 19 Ook werd voor de tent een dekkleed van rood geverfde ramsvellen gemaakt, en dat werd weer afgedekt met een kleed van zeekoevellen.'

één geheel

Exodus 36:8-13. Hoe staat het met de eenheid van Gods 'huis' vandaag? '8 De vaklieden die bij de uitvoering van het werk betrokken waren, maakten van tien geweven banen de tabernakel. Ze weefden de banen op vakkundige wijze van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. 9 Alle banen hadden dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was achtentwintig el, de breedte vier el. 10 Vijf aan vijf werden ze aan elkaar gezet. 11 Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, werden lussen van blauwpurperen wol gezet: 12 vijftig lussen aan elk van beide kleden, zo dat ze precies tegenover elkaar kwamen te zitten. 13 Men maakte vijftig gouden haken en bevestigde de kleden met deze haken aan elkaar, zodat de tabernakel één geheel werd.'

één geheel

Exodus 36:8-13. Hoe staat het met de eenheid van Gods 'huis' vandaag? '8 De vaklieden die bij de uitvoering van het werk betrokken waren, maakten van tien geweven banen de tabernakel. Ze weefden de banen op vakkundige wijze van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. 9 Alle banen hadden dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was achtentwintig el, de breedte vier el. 10 Vijf aan vijf werden ze aan elkaar gezet. 11 Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, werden lussen van blauwpurperen wol gezet: 12 vijftig lussen aan elk van beide kleden, zo dat ze precies tegenover elkaar kwamen te zitten. 13 Men maakte vijftig gouden haken en bevestigde de kleden met deze haken aan elkaar, zodat de tabernakel één geheel werd.'

Meer dan voldoende

Exodus 36:1-7. Heeft de gemeente van vandaag meer dan voldoende 'materiaal' om te bouwen aan een geestelijk huis en bouw jij mee? '1 Besaleël en Oholiab moeten alle voorwerpen voor de dienst in het heiligdom maken, precies zoals de HEER het heeft opgedragen. Allen die hun vak verstaan en aan wie de HEER de wijsheid en het inzicht geschonken heeft die hiervoor nodig zijn, moeten hen helpen.’ 2 Hierop riep Mozes Besaleël en Oholiab bij zich, en alle vaklieden aan wie de HEER wijsheid geschonken had en die graag bereid waren het werk ter hand te nemen. 3 Zij namen van Mozes alle geschenken in ontvangst die de Israëlieten voor de bouw van het heiligdom gebracht hadden. Men bleef vrijwillig gaven brengen, iedere morgen weer, 4 totdat de vaklieden die aan het heiligdom werkten hun werk onderbraken, 5 en zij Mozes lieten weten dat de mensen veel meer bijeenbrachten dan nodig was voor het werk waartoe de HEER opdracht had gegeven. 6 Op bevel van Mozes werd toen overal in het kamp b

Meer dan voldoende

Exodus 36:1-7. Heeft de gemeente van vandaag meer dan voldoende 'materiaal' om te bouwen aan een geestelijk huis en bouw jij mee? '1 Besaleël en Oholiab moeten alle voorwerpen voor de dienst in het heiligdom maken, precies zoals de HEER het heeft opgedragen. Allen die hun vak verstaan en aan wie de HEER de wijsheid en het inzicht geschonken heeft die hiervoor nodig zijn, moeten hen helpen.’ 2 Hierop riep Mozes Besaleël en Oholiab bij zich, en alle vaklieden aan wie de HEER wijsheid geschonken had en die graag bereid waren het werk ter hand te nemen. 3 Zij namen van Mozes alle geschenken in ontvangst die de Israëlieten voor de bouw van het heiligdom gebracht hadden. Men bleef vrijwillig gaven brengen, iedere morgen weer, 4 totdat de vaklieden die aan het heiligdom werkten hun werk onderbraken, 5 en zij Mozes lieten weten dat de mensen veel meer bijeenbrachten dan nodig was voor het werk waartoe de HEER opdracht had gegeven. 6 Op bevel van Mozes werd toen overal in het kamp b

Uitzonderlijke

Exodus 35:30-35. Ken jij mensen met uitzonderlijke talenten en hoe zetten zij die in voor de bouw van een 'geestelijk' huis? '30 Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER heeft zijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 31 Hij heeft hem uitzonderlijke talenten geschonken, wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 32 hij kan ontwerpen maken en ze uitvoeren in goud, zilver, koper en brons, 33 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden om ontwerpen uit te voeren. 34 De HEER heeft aan hem en aan Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, ook de gave geschonken hun kennis over te dragen. 35 Hij heeft hun vakmanschap geschonken op allerlei gebied: zij hebben verstand van wol weven, van borduren met blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en van het weven van fijn linnen. Ze beheersen de technieken en maken zelf de ontwerpen.'

Uitzonderlijke

Exodus 35:30-35. Ken jij mensen met uitzonderlijke talenten en hoe zetten zij die in voor de bouw van een 'geestelijk' huis? '30 Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER heeft zijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 31 Hij heeft hem uitzonderlijke talenten geschonken, wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 32 hij kan ontwerpen maken en ze uitvoeren in goud, zilver, koper en brons, 33 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden om ontwerpen uit te voeren. 34 De HEER heeft aan hem en aan Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, ook de gave geschonken hun kennis over te dragen. 35 Hij heeft hun vakmanschap geschonken op allerlei gebied: zij hebben verstand van wol weven, van borduren met blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en van het weven van fijn linnen. Ze beheersen de technieken en maken zelf de ontwerpen.'

Bereid

Exodus 35:20-29. Ben jij van harte bereid je in te zetten voor het koninkrijk van God, met de gaven en talenten die jij van Hem ontvangen hebt? 20-21 Hierop gingen de Israëlieten uiteen, en ieder die daartoe van harte bereid was, kwam bij Mozes terug met een geschenk voor de HEER als bijdrage voor de vervaardiging van de ontmoetingstent, de inrichting daarvan of de heilige kleding. 22 Alle mannen en vrouwen die bereid waren de HEER iets van goud af te staan, kwamen sierspelden, neusringen, vingerringen, halssieraden en allerlei andere gouden voorwerpen brengen. 23 Iedereen die in het bezit was van blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen, geitenhaar, rood geverfde ramsvellen of zeekoevellen bracht dat ook. 24 Anderen schonken de HEER zilver of koper, en weer anderen brachten het acaciahout dat ze hadden en dat voor tal van voorwerpen nodig was. 25 Vrouwen die de kunst van het spinnen verstonden, sponnen eigenhandig blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode

Bereid

Exodus 35:20-29. Ben jij van harte bereid je in te zetten voor het koninkrijk van God, met de gaven en talenten die jij van Hem ontvangen hebt? 20-21 Hierop gingen de Israëlieten uiteen, en ieder die daartoe van harte bereid was, kwam bij Mozes terug met een geschenk voor de HEER als bijdrage voor de vervaardiging van de ontmoetingstent, de inrichting daarvan of de heilige kleding. 22 Alle mannen en vrouwen die bereid waren de HEER iets van goud af te staan, kwamen sierspelden, neusringen, vingerringen, halssieraden en allerlei andere gouden voorwerpen brengen. 23 Iedereen die in het bezit was van blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen, geitenhaar, rood geverfde ramsvellen of zeekoevellen bracht dat ook. 24 Anderen schonken de HEER zilver of koper, en weer anderen brachten het acaciahout dat ze hadden en dat voor tal van voorwerpen nodig was. 25 Vrouwen die de kunst van het spinnen verstonden, sponnen eigenhandig blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode

Geschenken

Exodus 35:4-19. Ben jij bereid om een geschenk aan de Heer te geven? Waarom en waarvoor? 4 Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER draagt u op 5 hem geschenken te geven. Laat iedereen die daartoe bereid is iets aan de HEER afstaan: goud, zilver of koper, 6 blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen of geitenhaar, 7 rood geverfde ramsvellen, vellen van zeekoeien, acaciahout, 8 lampolie, geurige specerijen voor de zalfolie en voor de reukoffers, 9 onyxstenen voor de priesterschort of edelstenen voor de borsttas. 10 Alle vaklieden moeten zich melden, om alles te maken waartoe de HEER opdracht heeft gegeven: 11 de tabernakel met het bijbehorende dekkleed en alle haken, planken, dwarsbalken, palen en voetstukken, 12 de ark met de draagbomen, de verzoeningsplaat en het voorhangsel, 13 de tafel met de draagbomen, alle bijbehorende voorwerpen en het toonbrood, 14 de lampenstandaard met de bijbehorende voorwerpen, de lampen en de olie, 15 het reukofferaltaar met de dra

Geschenken

Exodus 35:4-19. Ben jij bereid om een geschenk aan de Heer te geven? Waarom en waarvoor? 4 Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘De HEER draagt u op 5 hem geschenken te geven. Laat iedereen die daartoe bereid is iets aan de HEER afstaan: goud, zilver of koper, 6 blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen of geitenhaar, 7 rood geverfde ramsvellen, vellen van zeekoeien, acaciahout, 8 lampolie, geurige specerijen voor de zalfolie en voor de reukoffers, 9 onyxstenen voor de priesterschort of edelstenen voor de borsttas. 10 Alle vaklieden moeten zich melden, om alles te maken waartoe de HEER opdracht heeft gegeven: 11 de tabernakel met het bijbehorende dekkleed en alle haken, planken, dwarsbalken, palen en voetstukken, 12 de ark met de draagbomen, de verzoeningsplaat en het voorhangsel, 13 de tafel met de draagbomen, alle bijbehorende voorwerpen en het toonbrood, 14 de lampenstandaard met de bijbehorende voorwerpen, de lampen en de olie, 15 het reukofferaltaar met de dra

Rust

Exodus 35:1-3. Wanneer kom jij tot rust? '1 Mozes riep de hele gemeenschap van Israël bijeen en zei: ‘De HEER heeft opdracht gegeven om deze voorwerpen voor hem te maken. 2 Zes dagen kan daaraan gewerkt worden, maar de zevende dag, de sabbat, moet een dag van volstrekte rust zijn, gewijd aan de HEER. Iedereen die dan werkt moet ter dood gebracht worden. 3 Niemand van u mag op sabbat een vuur aansteken, waar hij ook woont.'

Rust

Exodus 35:1-3. Wanneer kom jij tot rust? '1 Mozes riep de hele gemeenschap van Israël bijeen en zei: ‘De HEER heeft opdracht gegeven om deze voorwerpen voor hem te maken. 2 Zes dagen kan daaraan gewerkt worden, maar de zevende dag, de sabbat, moet een dag van volstrekte rust zijn, gewijd aan de HEER. Iedereen die dan werkt moet ter dood gebracht worden. 3 Niemand van u mag op sabbat een vuur aansteken, waar hij ook woont.'

Glans

Exodus 34:29-35. Wat voor effect heeft het spreken met God in en door jouw leven? '29 Mozes daalde de Sinai af, met de twee platen van het verbond bij zich. Hij wist niet dat zijn gezicht glansde doordat hij met de HEER had gesproken. 30 Toen Aäron en de andere Israëlieten de glans op Mozes’ gezicht zagen, durfden zij niet naar hem toe te gaan, 31 maar Mozes riep hen bij zich. Aäron en de leiders van het volk kwamen bij hem en Mozes sprak met hen. 32 Daarna kwamen ook de andere Israëlieten. Hij droeg hun op zich te houden aan alles wat de HEER hem op de Sinai gezegd had. 33 Toen hij uitgesproken was, bedekte hij zijn gezicht met een doek. 34 Steeds wanneer Mozes voor de HEER verscheen om met hem te spreken, deed hij de doek af, totdat hij weer naar buiten kwam. Als Mozes de Israëlieten dan zei wat hem opgedragen was, 35 zagen zij hoe zijn gezicht glansde. Daarna bedekte hij zijn gezicht met de doek, totdat hij opnieuw met de HEER ging spreken.'

Glans

Exodus 34:29-35. Wat voor effect heeft het spreken met God in en door jouw leven? '29 Mozes daalde de Sinai af, met de twee platen van het verbond bij zich. Hij wist niet dat zijn gezicht glansde doordat hij met de HEER had gesproken. 30 Toen Aäron en de andere Israëlieten de glans op Mozes’ gezicht zagen, durfden zij niet naar hem toe te gaan, 31 maar Mozes riep hen bij zich. Aäron en de leiders van het volk kwamen bij hem en Mozes sprak met hen. 32 Daarna kwamen ook de andere Israëlieten. Hij droeg hun op zich te houden aan alles wat de HEER hem op de Sinai gezegd had. 33 Toen hij uitgesproken was, bedekte hij zijn gezicht met een doek. 34 Steeds wanneer Mozes voor de HEER verscheen om met hem te spreken, deed hij de doek af, totdat hij weer naar buiten kwam. Als Mozes de Israëlieten dan zei wat hem opgedragen was, 35 zagen zij hoe zijn gezicht glansde. Daarna bedekte hij zijn gezicht met de doek, totdat hij opnieuw met de HEER ging spreken.'

Geboden

Exodus 34:25-28. Wat betekenen deze geboden voor jou in relatie tot het nieuwe verbond dat God in Zijn Zoon Jezus met ons gesloten heeft? '25 Als je een offerdier voor mij slacht, mag het bloed van het dier alleen vloeien wanneer er niets aanwezig is dat zuurdesem bevat, en van het offerdier voor het pesachfeest mag niets tot de volgende morgen bewaard worden. 26 De allereerste opbrengst van je akker moet je naar het heiligdom van de HEER, je God, brengen. Een geitenbokje mag je niet koken in de melk van zijn moeder.’ 27 De HEER zei tegen Mozes: ‘Stel deze geboden op schrift, want op grond van deze geboden sluit ik met jou en de Israëlieten een verbond.’ 28 Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken. En hij schreef de tekst van het verbond, de tien geboden, op de platen.'

Geboden

Exodus 34:25-28. Wat betekenen deze geboden voor jou in relatie tot het nieuwe verbond dat God in Zijn Zoon Jezus met ons gesloten heeft? '25 Als je een offerdier voor mij slacht, mag het bloed van het dier alleen vloeien wanneer er niets aanwezig is dat zuurdesem bevat, en van het offerdier voor het pesachfeest mag niets tot de volgende morgen bewaard worden. 26 De allereerste opbrengst van je akker moet je naar het heiligdom van de HEER, je God, brengen. Een geitenbokje mag je niet koken in de melk van zijn moeder.’ 27 De HEER zei tegen Mozes: ‘Stel deze geboden op schrift, want op grond van deze geboden sluit ik met jou en de Israëlieten een verbond.’ 28 Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken. En hij schreef de tekst van het verbond, de tien geboden, op de platen.'

Vieren

Exodus 34:22-24. Hoe, wanneer en waar vier jij feest ter ere van God? '22 Vier het Wekenfeest wanneer je de eerste opbrengst van de tarweoogst binnenhaalt, en het Inzamelingsfeest wanneer het jaar ten einde loopt. 23 Driemaal per jaar moeten alle mannen voor de Machtige, de HEER, de God van Israël, verschijnen. 24 Ik zal de andere volken voor jullie verdrijven en je een uitgestrekt gebied geven; niemand zal dan je akkers in bezit durven nemen wanneer je driemaal per jaar op reis gaat om voor de HEER, je God, te verschijnen.'

Vieren

Exodus 34:22-24. Hoe, wanneer en waar vier jij feest ter ere van God? '22 Vier het Wekenfeest wanneer je de eerste opbrengst van de tarweoogst binnenhaalt, en het Inzamelingsfeest wanneer het jaar ten einde loopt. 23 Driemaal per jaar moeten alle mannen voor de Machtige, de HEER, de God van Israël, verschijnen. 24 Ik zal de andere volken voor jullie verdrijven en je een uitgestrekt gebied geven; niemand zal dan je akkers in bezit durven nemen wanneer je driemaal per jaar op reis gaat om voor de HEER, je God, te verschijnen.'

Lege handen

Exodus 34:18-21. Wat heb jij God aan te bieden als je voor Hem zou verschijnen? '18 Vier steeds het feest van het Ongedesemde brood, en wel op de daarvoor vastgestelde dagen van de maand abib, de maand waarin jullie weggetrokken zijn uit Egypte. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, zoals ik je heb opgedragen. 19 Alles wat als eerste de moederschoot verlaat behoort mij toe. Ieder eerstgeboren mannelijk dier van je kudde is voor mij, zowel van je runderen als van je schapen en geiten. 20 Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet je vrijkopen met een schaap of geit. Koop je het niet vrij, dan moet je het de nek breken. Ook alle oudste zonen moet je vrijkopen. Niemand mag met lege handen voor mij verschijnen. 21 Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden, ook in de ploegtijd en in de oogsttijd.'

Lege handen

Exodus 34:18-21. Wat heb jij God aan te bieden als je voor Hem zou verschijnen? '18 Vier steeds het feest van het Ongedesemde brood, en wel op de daarvoor vastgestelde dagen van de maand abib, de maand waarin jullie weggetrokken zijn uit Egypte. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, zoals ik je heb opgedragen. 19 Alles wat als eerste de moederschoot verlaat behoort mij toe. Ieder eerstgeboren mannelijk dier van je kudde is voor mij, zowel van je runderen als van je schapen en geiten. 20 Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet je vrijkopen met een schaap of geit. Koop je het niet vrij, dan moet je het de nek breken. Ook alle oudste zonen moet je vrijkopen. Niemand mag met lege handen voor mij verschijnen. 21 Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden, ook in de ploegtijd en in de oogsttijd.'

Verbond

Exodus 34:10-17. Welk verbond heeft God met jou gesloten en wie uit jouw omgeving maken wel/niet deel uit van dat verbond? '10 De HEER antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten. Voor de ogen van heel je volk zal ik zulke wonderbaarlijke daden verrichten als er onder geen enkel volk op aarde ooit verricht zijn, en het hele volk dat bij jou is, zal zien welke ontzagwekkende dingen ik, de HEER, voor jou zal doen. 11 Jullie moeten je houden aan de geboden die ik je vandaag geef. Ik zal de Amorieten, de Kanaänieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten voor je verdrijven. 12 Wacht je ervoor een verbond te sluiten met de inwoners van het land waarheen je op weg bent, want dat zou jullie ondergang zijn. 13 Breek hun altaren af, verbrijzel hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om, 14 want jullie mogen niet voor een andere god neerknielen. De HEER, de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich. 15 Sluit geen verbond met de inwoners van dat land, want wanneer die zic

Verbond

Exodus 34:10-17. Welk verbond heeft God met jou gesloten en wie uit jouw omgeving maken wel/niet deel uit van dat verbond? '10 De HEER antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten. Voor de ogen van heel je volk zal ik zulke wonderbaarlijke daden verrichten als er onder geen enkel volk op aarde ooit verricht zijn, en het hele volk dat bij jou is, zal zien welke ontzagwekkende dingen ik, de HEER, voor jou zal doen. 11 Jullie moeten je houden aan de geboden die ik je vandaag geef. Ik zal de Amorieten, de Kanaänieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten voor je verdrijven. 12 Wacht je ervoor een verbond te sluiten met de inwoners van het land waarheen je op weg bent, want dat zou jullie ondergang zijn. 13 Breek hun altaren af, verbrijzel hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om, 14 want jullie mogen niet voor een andere god neerknielen. De HEER, de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich. 15 Sluit geen verbond met de inwoners van dat land, want wanneer die zic

De Heer! De Heer!

Exodus 34:4-9 Wat doet het met jou als je leest hoe De Heer zich aan Mozes openbaart? '4 Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinai op, zoals de HEER hem had opgedragen. De twee stenen platen droeg hij bij zich. 5 De HEER daalde neer in een wolk, hij kwam naast Mozes staan en riep de naam HEER uit. 6 De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, 7 die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ 8 Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. 9 ‘Als u mij goedgezind bent, Heer,’ zei hij, ‘trekt u dan met ons mee, ook al is dit volk onhandelbaar. Schenk ons vergeving voor onze schuld en zonde en maak ons tot uw eigen bezit.'

De Heer! De Heer!

Exodus 34:4-9 Wat doet het met jou als je leest hoe De Heer zich aan Mozes openbaart? '4 Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinai op, zoals de HEER hem had opgedragen. De twee stenen platen droeg hij bij zich. 5 De HEER daalde neer in een wolk, hij kwam naast Mozes staan en riep de naam HEER uit. 6 De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, 7 die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ 8 Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. 9 ‘Als u mij goedgezind bent, Heer,’ zei hij, ‘trekt u dan met ons mee, ook al is dit volk onhandelbaar. Schenk ons vergeving voor onze schuld en zonde en maak ons tot uw eigen bezit.'

Gereed

Exodus 34:1-3. Wat is jouw aandeel in het ontvangen van Gods Woord en wat heeft God gedaan om het jou te geven? '1 De HEER zei tegen Mozes: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij stukgegooid hebt. 2 Morgenvroeg moet je gereed zijn, want dan moet je de Sinai op gaan. Kom daar, op de top van de berg, bij mij. 3 Laat niemand met je mee naar boven gaan, op de hele berg mag niemand te zien zijn, en ook de schapen, geiten en runderen mogen niet in de nabijheid van de berg grazen.'

Gereed

Exodus 34:1-3. Wat is jouw aandeel in het ontvangen van Gods Woord en wat heeft God gedaan om het jou te geven? '1 De HEER zei tegen Mozes: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij stukgegooid hebt. 2 Morgenvroeg moet je gereed zijn, want dan moet je de Sinai op gaan. Kom daar, op de top van de berg, bij mij. 3 Laat niemand met je mee naar boven gaan, op de hele berg mag niemand te zien zijn, en ook de schapen, geiten en runderen mogen niet in de nabijheid van de berg grazen.'

Genade en barmhartig

Exodus 33:18-23. Hoe heeft God zijn genade en barmhartigheid aan jou betoond? '18 ‘Laat mij toch uw majesteit zien,’ zei Mozes. 19 Hij antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. 20 Maar,’ zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’ 21 Toen sprak de HEER: ‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen staan. 22 Als dan mijn majesteit voor je langs gaat, zal ik je in een kloof laten schuilen en mijn hand beschermend voor je houden tot ik voorbij ben. 23 Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.'

Genade en barmhartig

Exodus 33:18-23. Hoe heeft God zijn genade en barmhartigheid aan jou betoond? '18 ‘Laat mij toch uw majesteit zien,’ zei Mozes. 19 Hij antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. 20 Maar,’ zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’ 21 Toen sprak de HEER: ‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen staan. 22 Als dan mijn majesteit voor je langs gaat, zal ik je in een kloof laten schuilen en mijn hand beschermend voor je houden tot ik voorbij ben. 23 Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.'

Goedgezind

Exodus 33:12-17. Hoe heeft God jou laten blijken dat Hij je goedgezind is? '12 Mozes zei tegen de HEER: ‘U draagt mij wel op het volk verder te laten trekken, maar u hebt mij niet laten weten wie u met mij mee zult sturen, terwijl u toch gezegd hebt: “Jou heb ik uitgekozen, jou ben ik goedgezind.” 13 Als dat werkelijk zo is, laat mij dan weten wat uw plannen zijn. Dan leer ik u kennen en weet ik zeker dat u mij goedgezind bent. Vergeet toch niet dat deze mensen uw volk zijn.’ 14 De HEER antwoordde: ‘Moet ik dan zelf meegaan om je gerust te stellen?’ 15 Mozes zei: ‘Als u niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken. 16 Hoe zou moeten blijken dat u mij goedgezind bent, mij en ook uw volk, tenzij u met ons meegaat? Alleen dan nemen wij immers een bijzondere plaats in onder de volken die de aarde bewonen.’ 17 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik verzeker je dat ik zal doen wat je vraagt, want ik ben je goedgezind en ik heb je uitgekozen.'

Goedgezind

Exodus 33:12-17. Hoe heeft God jou laten blijken dat Hij je goedgezind is? '12 Mozes zei tegen de HEER: ‘U draagt mij wel op het volk verder te laten trekken, maar u hebt mij niet laten weten wie u met mij mee zult sturen, terwijl u toch gezegd hebt: “Jou heb ik uitgekozen, jou ben ik goedgezind.” 13 Als dat werkelijk zo is, laat mij dan weten wat uw plannen zijn. Dan leer ik u kennen en weet ik zeker dat u mij goedgezind bent. Vergeet toch niet dat deze mensen uw volk zijn.’ 14 De HEER antwoordde: ‘Moet ik dan zelf meegaan om je gerust te stellen?’ 15 Mozes zei: ‘Als u niet zelf meegaat, laat ons dan niet verder trekken. 16 Hoe zou moeten blijken dat u mij goedgezind bent, mij en ook uw volk, tenzij u met ons meegaat? Alleen dan nemen wij immers een bijzondere plaats in onder de volken die de aarde bewonen.’ 17 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik verzeker je dat ik zal doen wat je vraagt, want ik ben je goedgezind en ik heb je uitgekozen.'

Ontmoetingstent

Exodus 33:7-11. Waar ontmoet God jou persoonlijk en hoe spreekt Hij met jou? '7 Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde. Ieder die de HEER wilde raadplegen, ging naar de ontmoetingstent buiten het kamp. 8 Telkens als Mozes zich erheen begaf, gingen allen voor de ingang van hun tent staan en keken Mozes na tot hij naar binnen was gegaan. 9 Zodra hij in de tent was daalde de wolkkolom neer, en deze bleef bij de ingang staan. Dan sprak de HEER met Mozes. 10 Wanneer het volk de wolkkolom bij de ingang van de tent zag staan, boog ieder zich voor de ingang van zijn tent neer. 11 De HEER sprak persoonlijk met Mozes, zoals een mens met een ander mens spreekt. Daarna keerde Mozes terug naar het kamp, maar zijn jonge dienaar Jozua, de zoon van Nun, verliet de tent niet.'

Ontmoetingstent

Exodus 33:7-11. Waar ontmoet God jou persoonlijk en hoe spreekt Hij met jou? '7 Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde. Ieder die de HEER wilde raadplegen, ging naar de ontmoetingstent buiten het kamp. 8 Telkens als Mozes zich erheen begaf, gingen allen voor de ingang van hun tent staan en keken Mozes na tot hij naar binnen was gegaan. 9 Zodra hij in de tent was daalde de wolkkolom neer, en deze bleef bij de ingang staan. Dan sprak de HEER met Mozes. 10 Wanneer het volk de wolkkolom bij de ingang van de tent zag staan, boog ieder zich voor de ingang van zijn tent neer. 11 De HEER sprak persoonlijk met Mozes, zoals een mens met een ander mens spreekt. Daarna keerde Mozes terug naar het kamp, maar zijn jonge dienaar Jozua, de zoon van Nun, verliet de tent niet.'

Onhandelbaar

Exodus 33:1-6. Hoe onhandelbaar zijn wij / ben jij? '1 De HEER zei tegen Mozes: ‘Vertrek van hier, met het volk dat je uit Egypte hebt weggeleid, en ga naar het land waarvan ik Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd dat ik het aan hun nakomelingen zou geven, 2-3 een land dat overvloeit van melk en honing. Ik zal een engel voor je uit sturen en ik zal de Kanaänieten, de Amorieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten verdrijven. Maar ik trek niet met jullie mee, want jullie zijn een onhandelbaar volk en ik zou jullie daarom onderweg kunnen doden.’ 4 Toen het volk deze onheilstijding hoorde, ging het in de rouw; niemand deed sieraden om. 5 De HEER had Mozes namelijk opgedragen tegen de Israëlieten te zeggen: ‘Jullie zijn een onhandelbaar volk. Als ik ook maar een ogenblik met jullie mee zou reizen, zou ik je al doden. Doe daarom je sieraden af, dan zal ik besluiten wat ik met jullie zal doen.’ 6 Vanaf de dag dat ze de Horeb verlieten, droegen de Israëlieten daarom

Onhandelbaar

Exodus 33:1-6. Hoe onhandelbaar zijn wij / ben jij? '1 De HEER zei tegen Mozes: ‘Vertrek van hier, met het volk dat je uit Egypte hebt weggeleid, en ga naar het land waarvan ik Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd dat ik het aan hun nakomelingen zou geven, 2-3 een land dat overvloeit van melk en honing. Ik zal een engel voor je uit sturen en ik zal de Kanaänieten, de Amorieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten verdrijven. Maar ik trek niet met jullie mee, want jullie zijn een onhandelbaar volk en ik zou jullie daarom onderweg kunnen doden.’ 4 Toen het volk deze onheilstijding hoorde, ging het in de rouw; niemand deed sieraden om. 5 De HEER had Mozes namelijk opgedragen tegen de Israëlieten te zeggen: ‘Jullie zijn een onhandelbaar volk. Als ik ook maar een ogenblik met jullie mee zou reizen, zou ik je al doden. Doe daarom je sieraden af, dan zal ik besluiten wat ik met jullie zal doen.’ 6 Vanaf de dag dat ze de Horeb verlieten, droegen de Israëlieten daarom

Zonden

Exodus 32:30-35. Wat is jouw pleitgrond als het om zonden gaat? '30 De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.’ 31 Hierop keerde hij terug naar de HEER. ‘Ach HEER,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. 32 Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.’ 33 De HEER antwoordde Mozes: ‘Alleen wie tegen mij gezondigd heeft, schrap ik uit mijn boek. 34 Breng het volk nu naar de plaats die ik je heb genoemd; mijn engel zal voor je uit gaan. Maar op de dag van de verantwoording zal ik hen voor hun zonde ter verantwoording roepen.’ 35 De HEER strafte het volk, omdat ze het kalf hadden gemaakt, het beeld dat Aäron gegoten had.'

Zonden

Exodus 32:30-35. Wat is jouw pleitgrond als het om zonden gaat? '30 De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.’ 31 Hierop keerde hij terug naar de HEER. ‘Ach HEER,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. 32 Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.’ 33 De HEER antwoordde Mozes: ‘Alleen wie tegen mij gezondigd heeft, schrap ik uit mijn boek. 34 Breng het volk nu naar de plaats die ik je heb genoemd; mijn engel zal voor je uit gaan. Maar op de dag van de verantwoording zal ik hen voor hun zonde ter verantwoording roepen.’ 35 De HEER strafte het volk, omdat ze het kalf hadden gemaakt, het beeld dat Aäron gegoten had.'

Ingrijpen

Exodus 32:25-29. In welke situaties in jouw leven en in de wereld zou ingegrepen moeten worden en door wie? '25 Mozes begreep dat het volk zich had laten gaan omdat Aäron niet ingegrepen had, en dat hun vijanden daarom de spot met hen zouden drijven. 26 Hij ging bij de ingang van het kamp staan en zei: ‘Wie voor de HEER kiest, moet hier komen.’ Alle nakomelingen van Levi voegden zich bij hem. 27 Hij zei tegen hen: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Gord je zwaard om, jullie allemaal, doorkruis het kamp in de volle lengte en breedte en dood iedereen die je tegenkomt, al is het je broer, vriend of verwant.’ 28 De Levieten deden wat Mozes hun had opgedragen, en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend Israëlieten om. 29 ‘Vandaag hebt u zich aan de HEER gewijd,’ zei Mozes, ‘door u zelfs tegen uw zonen en broers te keren. U hebt vandaag zijn zegen verworven.'

Ingrijpen

Exodus 32:25-29. In welke situaties in jouw leven en in de wereld zou ingegrepen moeten worden en door wie? '25 Mozes begreep dat het volk zich had laten gaan omdat Aäron niet ingegrepen had, en dat hun vijanden daarom de spot met hen zouden drijven. 26 Hij ging bij de ingang van het kamp staan en zei: ‘Wie voor de HEER kiest, moet hier komen.’ Alle nakomelingen van Levi voegden zich bij hem. 27 Hij zei tegen hen: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Gord je zwaard om, jullie allemaal, doorkruis het kamp in de volle lengte en breedte en dood iedereen die je tegenkomt, al is het je broer, vriend of verwant.’ 28 De Levieten deden wat Mozes hun had opgedragen, en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend Israëlieten om. 29 ‘Vandaag hebt u zich aan de HEER gewijd,’ zei Mozes, ‘door u zelfs tegen uw zonen en broers te keren. U hebt vandaag zijn zegen verworven.'

Gejoel

Exodus 32:15-24. Welke geluiden hoor jij om je heen en zijn die op God gericht? '15 Mozes keerde zich om en ging de berg af. De twee platen met de verbondstekst droeg hij bij zich. Aan beide kanten waren ze beschreven, aan de voorkant en aan de achterkant. 16 De platen waren Gods eigen werk en het schrift dat erin gegrift was, was Gods eigen schrift. 17 Toen Jozua het geschreeuw van het volk hoorde, zei hij tegen Mozes: ‘Ik hoor strijdkreten in het kamp!’ 18 Maar Mozes zei: ‘Dat is geen gejuich na een overwinning en geen geweeklaag na een nederlaag. Luid gejoel – dát hoor ik.’ 19 Dichter bij het kamp gekomen, zag hij het stierenbeeld en het gedans. Woedend smeet hij de platen aan de voet van de berg aan stukken. 20 Hij greep het stierenbeeld, gooide het in het vuur en verpulverde het. De as strooide hij op het water, en dat liet hij de Israëlieten drinken. 21 Tegen Aäron zei hij: ‘Wat heeft dit volk je misdaan, dat je zo’n zware schuld op hen geladen hebt?’ 22 ‘Ik smeek je je woede

Gejoel

Exodus 32:15-24. Welke geluiden hoor jij om je heen en zijn die op God gericht? '15 Mozes keerde zich om en ging de berg af. De twee platen met de verbondstekst droeg hij bij zich. Aan beide kanten waren ze beschreven, aan de voorkant en aan de achterkant. 16 De platen waren Gods eigen werk en het schrift dat erin gegrift was, was Gods eigen schrift. 17 Toen Jozua het geschreeuw van het volk hoorde, zei hij tegen Mozes: ‘Ik hoor strijdkreten in het kamp!’ 18 Maar Mozes zei: ‘Dat is geen gejuich na een overwinning en geen geweeklaag na een nederlaag. Luid gejoel – dát hoor ik.’ 19 Dichter bij het kamp gekomen, zag hij het stierenbeeld en het gedans. Woedend smeet hij de platen aan de voet van de berg aan stukken. 20 Hij greep het stierenbeeld, gooide het in het vuur en verpulverde het. De as strooide hij op het water, en dat liet hij de Israëlieten drinken. 21 Tegen Aäron zei hij: ‘Wat heeft dit volk je misdaan, dat je zo’n zware schuld op hen geladen hebt?’ 22 ‘Ik smeek je je woede

Toorn

Exodus 32:7-14. Waarom wacht God zo lang met ingrijpen in de ellendige toestand van de wereld van vandaag de dag? '7 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga terug naar beneden, want jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich. 8 Nu al zijn ze afgeweken van de weg die ik hun gewezen heb. Ze hebben een stierenbeeld gemaakt, hebben daarvoor neergeknield, er offers aan gebracht en gezegd: “Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!”’ 9 De HEER zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. 10 Houd mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal ik een groot volk laten voortkomen.’ 11 Mozes probeerde de HEER, zijn God, milder te stemmen: ‘Wilt u dan uw toorn laten woeden tegen uw eigen volk, HEER, dat u met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? 12 Wilt u dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toor

Toorn

Exodus 32:7-14. Waarom wacht God zo lang met ingrijpen in de ellendige toestand van de wereld van vandaag de dag? '7 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga terug naar beneden, want jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich. 8 Nu al zijn ze afgeweken van de weg die ik hun gewezen heb. Ze hebben een stierenbeeld gemaakt, hebben daarvoor neergeknield, er offers aan gebracht en gezegd: “Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!”’ 9 De HEER zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. 10 Houd mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal ik een groot volk laten voortkomen.’ 11 Mozes probeerde de HEER, zijn God, milder te stemmen: ‘Wilt u dan uw toorn laten woeden tegen uw eigen volk, HEER, dat u met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? 12 Wilt u dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toor