Posts

Posts uit september, 2012 tonen

Rechtvaardig / gerechtvaardigd

Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Galaten 3:6-14. Hoe ga jij vandaag rechtvaardig leven? Wil je dat trouwens wel? 6 Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. 8 Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ 9 En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. 10 Maar iedereen die op de wet vertrouwt is vervloekt, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is eenieder die niet alles doet wat het boek van de wet bepaalt.’ 11 Dat niemand door de wet voor God rechtvaardig wordt, is volkomen duidelijk, want er staat ook geschreven: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ 12 De wet daarentegen is niet gegrond op geloof, want er staat: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 13 Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van d

Luisteren en geloven

Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Galaten 3:1-5. Luister eens goed naar dit stukje. Geloof en vertrouw je of is alles wat je hebt meegemaakt voor niets geweest? 1 Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? 2 Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven? 3 Bent u werkelijk zo dwaas weer op uw eigen kracht te vertrouwen, en niet langer op de Geest? 4 Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest? Dat kan toch niet! 5 Geeft God u de Geest en goddelijke krachten omdat u de wet naleeft? Of geeft hij ze omdat u naar hem luistert en op hem vertrouwt?

Rechtvaardig

Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Galaten 2:15-21. Hoe leef jij je leven op aarde en wat gebeurt er met je als je aardse leven ophoudt te bestaan? 15 Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, 16 weten we dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus. Ook wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen om daardoor, en niet door de wet, rechtvaardig te worden, want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven. 17 En in ons streven om door Christus rechtvaardig te worden, blijkt dat wijzelf ook zondaars zijn. Betekent dit dat Christus dus in dienst staat van de zonde? Natuurlijk niet. 18 Maar wanneer ik weer aanneem wat ik had verworpen, maak ik van mezelf opnieuw een overtreder. 19 Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: 20 ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het g

Angst

Karsten van Deutekom. Galaten 2:11-14. Welke keuzes die jij maakt zijn in diepste wezen gebaseerd op angst? Wat ga je daar mee/aan doen? 11 Maar toen Kefas in Antiochië was, heb ik me openlijk tegen hem verzet, want zijn gedrag was verwerpelijk. 12 Hij at altijd met de heidenen, maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor de voorstanders van de besnijdenis. 13 De andere Joden deden met hem mee, en zelfs Barnabas liet zich meeslepen door hun huichelarij. 14 Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: ‘Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen dwingen als Joden te leven?’

Opdracht

Galaten 2:6-10. Voor welke taak/opdracht heeft God jou kracht gegeven en hoe ervaar je die kracht? 6 De belangrijkste broeders – hun positie interesseert me trouwens niet, God slaat geen acht op het aanzien van een mens – hebben mij tot niets verplicht. 7 Integendeel, toen ze inzagen dat mij de verkondiging onder de heidenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus de verkondiging onder de besnedenen 8 – want zoals God Petrus kracht had gegeven voor zijn werk onder de Joden, zo had hij mij kracht gegeven voor mijn werk onder de onbesnedenen –, 9 en ze dus de genade onderkenden die mij geschonken was, toen reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die als steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen gaan, zij naar de besnedenen. 10 Onze enige verplichting was dat we de armen ondersteunden, en dat is ook precies waarvoor ik mij heb ingezet.

Wettisisme

Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Galaten 2:1-5. Wat is in jouw leven wettisisme ipv vrijheid in Jezus? 1 Na verloop van veertien jaar ging ik opnieuw naar Jeruzalem, samen met Barnabas en Titus. 2 Dat was mij in een openbaring opgedragen. In besloten kring legde ik de belangrijkste broeders het evangelie voor dat ik aan de heidenen verkondig, want ik wilde me ervan overtuigen dat mijn inspanningen, toen en nu, niet voor niets waren. 3 Maar zelfs Titus, die mij vergezelde, werd niet gedwongen zich te laten besnijden, hoewel hij toch een Griek is. 4 Dat wilden alleen een paar schijnbroeders, die als spionnen waren binnengedrongen om erachter te komen hoe wij onze vrijheid, die we in Christus Jezus hebben, gebruikten. Ze wilden slaven van ons maken. 5 Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven.

Verdraaid

Galaten 1:6-12. Hoe kun je er achter komen of het evangelie dat jij gehoord hebt wel juist is en niet verdraaid? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 6 Het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd. 7 Er is geen ander evangelie, er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. 8 Wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat ik u verkondigd heb, al was ik het zelf of een engel uit de hemel – vervloekt is hij! 9 Ik heb het al eerder gezegd en zeg het nu opnieuw: wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat u hebt ontvangen – vervloekt is hij! 10 Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn. 11 Ik verzeker u, broeders en zusters, dat het evangelie dat ik u verkondigd heb niet door mensen is bedac

Aangesteld en/of gezonden

Galaten 1:1-5. Door wie ben/wordt jij aangesteld of gezonden en voor wat en waar naar toe? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Van Paulus, een apostel die niet is aangesteld of gezonden door mensen, maar door Jezus Christus en God, de Vader, die Christus uit de dood heeft opgewekt. 2 Aan de gemeenten in Galatië, ook namens alle broeders en zusters die bij mij zijn. 3 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van onze Heer Jezus Christus, 4 die zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld. Dat is de wil van onze God en Vader. 5 Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen.

Heilige kus

2Korinthiërs 13:11-13. Wat verschilt een heilige kus met een gewone kus en wie geef jij er vandaag één? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 11 Tot slot, broeders en zusters, groet ik u. Beter uw leven, neem mijn vermaningen ter harte, wees eensgezind, leef in vrede met elkaar – dan zal de God van de liefde en de vrede met u zijn. 12 Groet elkaar met een heilige kus. Alle heiligen die hier zijn laten u groeten.   13 De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen.

Gezag

2 Korinthiërs 13:5-10. Heeft God jou gezag gegeven? Waarover en wat doe je er mee? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 5 Onderzoek bij uzelf of u vast op God vertrouwt, stel uzelf op de proef. U weet toch van uzelf dat Jezus Christus in u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan. 6 Hopelijk begrijpt u dat dit wel voor ons geldt. 7 Wij bidden God dat u het kwade nalaat, niet om te bewijzen dat wij geslaagd zijn, maar omdat u het goede moet doen, ook al zouden wij mislukt zijn. 8 Wij kunnen ons niet tegen de waarheid verzetten, we kunnen ons er slechts voor inzetten. 9 Het verheugt ons werkelijk dat wanneer wij zwak zijn, u zo sterk bent; we bidden ervoor dat u zich zult beteren. 10 Ik ben nu niet bij u, maar schrijf u dit alles om bij mijn bezoek niet streng te hoeven optreden, want het gezag dat de Heer mij heeft gegeven is bedoeld om op te bouwen, niet om af te breken.

Zonde

2 Korinthiërs 13:1-4. Hoe ga jij om met geloofsgenoten die steeds maar weer bewust blijven zondigen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Ik kom nu voor de derde keer naar u toe. Er staat geschreven dat een aanklacht rechtsgeldig wordt op grond van ten minste twee getuigenverklaringen. 2 Welnu, toen ik de tweede keer bij u was, heb ik al tegen degenen die maar bleven zondigen gezegd dat ik u niet zou sparen wanneer ik weer zou komen. Ik heb dat ook tegen alle anderen gezegd en zeg het u op dit moment, nu ik nog niet bij u ben, opnieuw. 3 U wilt toch een bewijs dat mijn woorden die van Christus zijn? Ik zeg u dat hij tegenover u niet zwak is, maar dat hij u zijn kracht toont. 4 Dat hij gekruisigd werd past bij zijn zwakheid, maar nu leeft hij door Gods kracht. Wij apostelen zijn net als Christus zwak, maar u zult merken dat wij net als hij leven door Gods kracht.

Zonde

2 Korinthiërs 12:14-21. Wat merk jij van vers 20b en 21b in jouw kerk/gemeente en wat doe je er aan? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 14 Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. 15 Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe. Maar neemt uw liefde voor mij soms af naarmate mijn liefde voor u toeneemt? 16 U geeft toe dat ik geen beroep op u heb gedaan, maar ik zou volgens u wel zo geslepen zijn geweest dat ik u bedrogen heb. 17 Is er ook maar iemand die ik naar u toe gestuurd heb om u uit te buiten? 18 Ik heb Titus aangespoord opnieuw naar u toe te gaan en een broeder met hem meegestuurd. Heeft Titus u uitgebuit? Hebben hij en ik niet in dezelfde geest gehandeld? Hebben wij niet hetzelfde spoor gevolgd? 19 U denkt natuurlijk al de hele tijd dat we ons tegenover u aan het verdedigen zijn. Maar wij spreken ten

Zwakheid

2Korinthiërs 12:7b-10. Wat is er in jouw leven nodig om de kracht van God door jou heen te laten zien? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. 8 Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, 9 maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt. 10 Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk.

Beoordelen

2 Korinthiërs 12:1-7a. Hoe wil jij beoordeeld worden door andere mensen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Ik word er wel toe gedwongen hoog van mezelf op te geven. Daarom zal ik, hoewel het geen enkel doel dient, het hebben over visioenen en openbaringen die de Heer ons schenkt. 2 Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd – in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. 3 Maar ik weet dat deze man – in zijn lichaam of zonder zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen – 4 werd weggevoerd tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die door geen mens mogen worden uitgesproken. 5 Van zo iemand wil ik hoog opgeven. Wat mijzelf betreft zal ik me slechts op mijn zwakheid laten voorstaan. 6 En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van

Zwakheid

2 Korinthiërs 12:30-33. Wat staat er op jouw geestelijke CV? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 30 Als ik mij dan toch op iets moet laten voorstaan, doe ik het op mijn zwakheid. 31 De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. 32 Toen ik in Damascus was, liet de stadhouder van koning Aretas de stad afsluiten om mij gevangen te nemen; 33 ik kon alleen aan hem ontkomen doordat ik in een mand door een venster in de muur werd neergelaten.

Lijden

2 Korinthiërs 11:21-29. Hoe ga jij om met het lijden in jouw leven en hoe staat jouw lijden in verhouding tot het lijden van Paulus? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Als anderen over zichzelf durven op te scheppen, durf ik het ook. Ik ben toch maar een dwaas. 22 Zijn zij Hebreeën? Dat ben ik ook. Zijn zij Israëlieten? Dat ben ik ook. Zijn zij nakomelingen van Abraham? Dat ben ik ook. 23 Zijn zij dienaren van Christus? Ik ben zo gek dat ik durf te zeggen: ik nog meer. Ik heb harder gezwoegd, heb vaker gevangengezeten, heb veel meer lijfstraffen ondergaan, ben vaker in doodsgevaar geweest. 24 Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min één zweepslagen gestraft, 25 ik ben driemaal met stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen bekogeld en heb driemaal schipbreuk geleden. Eén keer heb ik een heel etmaal op zee rondgedreven. 26 Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden v

Dwaas

2 Korinthiërs 11:16-22. Ben jij 'dwaas' of 'verstandig' en hoe uit dat zich dat in jouw leven? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 16 Nogmaals, laat niemand denken dat ik een dwaas ben. Maar mocht u dat toch denken, accepteer me dan ook als een dwaas en sta me toe dat ook ik eens opschep over mezelf. 17 Want wat ik nu ga zeggen komt niet van de Heer, het is de grootspraak van een dwaas. 18 Wanneer er zo velen zijn die zich op hun afkomst laten voorstaan, zal ik dat ook maar doen. 19 U, die zo verstandig bent, verdraagt dwazen toch met het grootste gemak. 20 Tenslotte verdraagt u het ook dat men u tiranniseert, uitzuigt, onderwerpt, zich boven u verheft en u beledigt. 21 Nu, ik moet u tot mijn schande bekennen dat wij daarvoor te zwak zijn geweest.

Schijnapostelen

2Korinthiërs 11:5-15. Hebben wij vandaag de dag ook nog te maken met 'schijnapostelen' en hoe herken je ze dan? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 5 Ik denk dat ik in geen enkel opzicht de mindere ben van die geweldige apostelen van u. 6 Ook al ontbreekt het mij aan welsprekendheid, kennis bezit ik genoeg. Dat heb ik u meer dan eens op allerlei manieren bewezen. 7 Of heb ik soms een misdaad begaan door u zonder enige vergoeding Gods evangelie te verkondigen? Wanneer ik me daarmee vernederd heb, was het alleen om u te verheffen. 8 Andere gemeenten heb ik geplunderd door geld aan te nemen om u van dienst te kunnen zijn. 9 Maar tijdens mijn verblijf bij u heb ik niemand om hulp gevraagd toen ik in geldnood kwam; het zijn de broeders uit Macedonië geweest die me hebben geholpen. Ik heb er altijd voor gewaakt u iets te kosten, en zal dat blijven doen. 10 Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is, die roem zal ik mij nergens in Achaje laten ontnemen. 11 En waarom niet? Om

Weglokken

2Korinthiërs 11:1-4. Hoe wordt/ben jij weggelokt van de oprechte en zuivere toewijding aan Jezus en hoe voorkom je dat? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 U staat me wel toe dat ik een beetje dwaas doe. Daar hebt u vast geen bezwaar tegen. 2 Ik waak over u zoals God over u waakt. Ik heb u aan één man uitgehuwelijkt, aan Christus, en ik wil u als een kuise bruid aan hem geven. 3 Alleen vrees ik dat, zoals Eva door de slang op sluwe wijze bedrogen werd, uw gedachten worden weggelokt van de oprechte en zuivere toewijding aan Christus. 4 U hebt er immers geen enkel bezwaar tegen dat iemand u een andere Jezus verkondigt dan wij hebben gedaan, of dat u een andere Geest of een ander evangelie ontvangt dan u ontvangen hebt.

Aanprijzen

2 Korinthiërs 10:15-18. Wordt jij door de Heer aangeprezen en hoe doet Hij dat dan? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 15 Bovendien willen we ons niet laten voorstaan op werk buiten ons gebied, op de inspanningen van anderen. We hopen alleen dat uw geloof groeit en dat u ons werk uitbundig zult prijzen binnen de grenzen die God voor ons heeft vastgesteld. 16 En we hopen eveneens het evangelie in verder gelegen gebieden te verkondigen, zonder ons te laten voorstaan op de resultaten in andermans gebied. 17 ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen,’ 18 want niet wie zichzelf aanprijst is betrouwbaar, maar wie door de Heer wordt aangeprezen.

Grenzen

2 Korinthiërs 10:12-14. Wat zijn de grenzen van de opdracht die God aan jou gegeven heeft en blijf jij daar binnen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 12 We zijn niet zo overmoedig ons te vergelijken met degenen die zichzelf zo aanprijzen, laat staan ons aan hen gelijk te stellen. Zij tonen hoe dom ze zijn door zichzelf als maatstaf en norm te nemen. 13 Wij daarentegen willen niet zo buitensporig hoog van onszelf opgeven, we blijven binnen de grenzen die God ons heeft gesteld. Ook u valt daarbinnen. 14 U behoort tot ons gebied, dus we overschrijden geen enkele grens. We hebben immers ook bij u als eersten het evangelie van Christus gebracht.

Verwijten

2 Korinthiërs 10:7-11. Heb jij verwijten richting geloofsgenoten? Zo ja, welke en wat doe je er mee? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 7 Zie nu eens de feiten onder ogen! Wanneer iemand er zo van overtuigd is dat hij Christus dient, moet hij goed bedenken dat ook wij dat doen. 8 Zelfs al zou ik overdreven hoog opgeven van het gezag dat de Heer ons heeft toevertrouwd – overigens, een gezag om uw belang te dienen, niet om het te schaden –, dan nog zou blijken dat ik de waarheid spreek. 9 Ik wil niet de indruk wekken u alleen door middel van brieven te waarschuwen. 10 Er zijn er namelijk die zeggen: ‘In zijn brieven slaat hij weliswaar een gewichtige en imponerende toon aan, maar zijn persoonlijk optreden is zwak en wat hij zegt heeft weinig te betekenen.’ 11 Laat iemand die dat beweert gezegd zijn dat ik, eenmaal bij u, precies zo zal optreden als in mijn brieven.

Wapens

2 Korinthiërs 10:1-6. Over welke wapens wordt hier gesproken? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Ik, Paulus, die me volgens zeggen zo bedeesd gedraag wanneer ik bij u ben en alleen uit de verte flink tegen u doe, ik wil u bij de zachtmoedigheid en mildheid van Christus iets vragen: 2 zorg ervoor dat ik bij u niet streng hoef op te treden tegen die paar mensen die denken dat we uit zwakheid handelen. Ik heb me dat zeker voorgenomen. 3 We leven wel in deze wereld, maar vechten niet met de wapens van deze wereld. 4 De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer 5 en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen 6 en zullen op het moment dat u hem volledig gehoorzaam bent geworden, paraat staan om anderen voor hun ongehoorzaamheid te straffen.

Ruimhartig

2 Korinthiërs 9:10-13. Is er ruimte in jouw hart voor de nood van je naaste en hoe vult die ruimte zich dan? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 10 God, die zaad geeft om te zaaien en brood om te eten, zal ook u zaad geven en het laten ontkiemen, zodat uw vrijgevigheid een rijke oogst opbrengt. 11 U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging aan God. 12 Uw bijdrage aan de collecte heft immers niet alleen het gebrek van de heiligen in Jeruzalem op, maar leidt er bovendien toe dat ze God uitbundig danken. 13 Ze prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen en alle anderen wilt delen.

Geld

2 Korinthiërs 9:6-9. Hoe ziet jouw oogst er uit als het om geld gaat en ben jij een blijmoedige gever? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 6 Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. 7 Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. 8 God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk. 9 Zo staat er geschreven: ‘Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.’