Posts

Posts uit februari, 2013 tonen

Wederkomst

2 Tim 4:1-5. Hoe leef jij toe naar de wederkomst en heerschappij van Jezus? 1  Ik roep je dringend op, ten overstaan van God en van Christus Jezus, die zal oordelen over de levenden en de doden, ik bezweer je bij zijn komst en heerschappij: 2  Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist. 3  Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. 4  Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels. 5  Jij echter moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen.

Vervolging

2Tim 3:10-17. Wat is het jou waard om Jezus te volgen? 10  Jij daarentegen bent mij trouw gevolgd in mijn leer, mijn levenswijze, streven, geloof, geduld, liefde, volharding, 11  en je hebt hetzelfde lijden en dezelfde vervolgingen ondergaan die mij in Antiochië, Ikonium en Lystra hebben getroffen. Ik heb ze allemaal doorstaan, de Heer heeft mij steeds weer gered. 12  Allen die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen worden vervolgd . 13  Slechte mensen en oplichters zullen van kwaad tot erger vervallen; het zijn bedriegers die zelf bedrogen worden. 14  Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen. Je weet wie je leraren waren 15  en bent van kindsbeen af vertrouwd met de heilige geschriften die je wijsheid kunnen geven, zodat je wordt gered door het geloof in Christus Jezus. 16  Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voede

Doorzien

2 Tim 3:6-9. Welke dwalingen doorzie jij en wat is je houding t.a.v. dwaalleraren 6  Sommigen van hen dringen zich op aan hele families en krijgen dan vrouwen in hun macht die met zonde beladen zijn en door allerlei begeerten worden gedreven, 7  die almaar willen leren maar nooit in staat zullen zijn de waarheid te kennen. 8  Zoals Jannes en Jambres zich tegen Mozes hebben verzet, zo verzetten deze dwaalleraren zich tegen de waarheid. Het zijn mensen met een zieke geest en een onbetrouwbaar geloof. 9  Maar ze zullen niet veel bereiken, want iedereen zal hun dwaasheid snel doorzien, zoals ook met Jannes en Jambres gebeurde.

Toevlucht

Psalm 14. Wat gebeurt er als jij je toevlucht bij de Heer zoekt? 1  Voor de koorleider. Van David.   Dwazen denken: Er is geen God. Verdorven zijn ze, en gruwelijk hun daden, geen van hen deugt. 2  De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die God zoekt.   3  Allen zijn afgedwaald, allen ontaard, geen van hen deugt, niet één. 4  Hebben ze dan geen inzicht, die kwaadstichters? Ze verslinden mijn volk of het brood is en roepen de HEER niet aan.   5  Nog even, en hen overvalt een hevige angst, want God is met de rechtvaardigen. 6  Lach maar om het vertrouwen van de zwakke – hij vindt zijn toevlucht bij de HEER .   7  Ach, laat uit Sion redding komen voor Israël. Als de HEER het lot van zijn volk ten goede keert, zal Jakob juichen, Israël zich verheugen.

Laatste dagen

2 Tim 3:1-5. Leven we in de laatste dagen, heb jij het zwaar en wat doe je daar mee? 1  Weet dat de laatste dagen zwaar zullen zijn. 2  De mensen zullen egoïstisch zijn, geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Ze zullen God lasteren, geen ontzag tonen voor hun ouders, ondankbaar zijn en niets heilig achten. 3  Ze zullen harteloos zijn, onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed. Ze zullen het goede haten 4  en onbetrouwbaar, roekeloos en verblind zijn. Het genot zullen ze meer liefhebben dan God, 5  ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen. Keer je af van zulke mensen.

Dienaar

2 Tim 2:22-26. Ben jij een dienaar van de Heer en waar liggen verbeterpunten als je de profielschets bekijkt? 22 ¶  Mijd de begeerten van de jeugd, streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer met een zuiver hart aanroepen. 23  Verwerp dwaze en onzinnige speculaties; je weet dat ze tot ruzie leiden. 24  Een dienaar van de Heer moet geen ruzie maken, maar voor iedereen vriendelijk zijn; hij moet een goede leraar zijn en een verdraagzaam mens, 25  en zijn tegenstanders zachtmoedig terechtwijzen. Dan brengt de Heer hen misschien tot inkeer, zodat zij de waarheid leren kennen 26  en ontsnappen uit de valstrik van de duivel, die hen levend gevangen heeft genomen en hen dwingt zijn wil te doen.

onwrikbaar

2Tim 2:19-21. Wat is het fundament in jouw leven en hoe onwrikbaar ligt dat vast? 19 ¶  Maar het fundament dat God gelegd heeft, ligt onwrikbaar vast en draagt het opschrift: ‘De Heer weet wie hem toebehoren’ en ‘Laat ieder die de naam van de Heer noemt, onrecht uit de weg gaan’. 20  In een groot huis zijn er niet alleen voorwerpen van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk. De eerste zijn voor bijzondere gelegenheden, de laatste voor dagelijks gebruik. 21  Als iemand zich van alle kwaad gereinigd heeft, wordt hij een bijzonder en geheiligd voorwerp, dat zijn eigenaar vele diensten kan bewijzen en geschikt is voor elk goed doel.

betrouwbaar

2 Tim 2:14-18. Hoe betrouwbaar ben jij binnen de gemeente en op je werk? 14 ¶  Blijf dit de gelovigen voorhouden en roep hen ten overstaan van God dringend op om niet te redetwisten. Dat heeft geen enkel nut en leidt er alleen maar toe dat de toehoorders ten onder gaan. 15  Span je in om voor God te staan als iemand die betrouwbaar is. Zorg dat je je niet voor je werk hoeft te schamen en verkondig regelrecht de waarheid. 16  Luister niet naar zinloos en leeg gezwets, want het voert steeds verder van God weg. 17  Wat dwaalleraren vertellen, woekert voort als een gezwel. Ook Hymeneüs en Filetus 18  zijn van de waarheid afgedwaald door te beweren dat de opstanding al heeft plaatsgevonden. Daarmee ondermijnen ze het geloof van anderen.

Gestorven

2Tim 2:8-13. Ben jij al gedoopt? Ja? Wat heb je gemerkt van dat nieuwe leven? Nee? Wanneer ga je ervoor? 8 ¶  Houd Jezus Christus in gedachten, uit het nageslacht van David, die uit de dood is opgewekt. Dit heb ik verkondigd, 9  daarom heb ik veel te verduren en ben ik zelfs als een misdadiger gevangengezet. Maar het woord van God laat zich niet gevangenzetten; 10  daarom verdraag ik alles omwille van de uitverkorenen, opdat ook zij in Christus Jezus gered worden en eeuwige luister ontvangen. 11  Deze boodschap is betrouwbaar: Als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven; 12  als wij volharden, zullen we ook met hem heersen; als wij hem verloochenen, zal hij ons ook verloochenen; 13  als wij hem ontrouw zijn, blijft hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan hij niet.

Doorgeven

2 Tim 2:1-7. Hoe kun jij er voor zorgen dat de boodschap van Jezus Christus ook door de volgende generaties verkondigd wordt? 1 ¶  Mijn kind, wees sterk door de genade van Christus Jezus. 2  Geef wat je in aanwezigheid van velen van mij hebt gehoord, door aan betrouwbare mensen die geschikt zijn om anderen te onderwijzen. 3  Deel in het lijden als een goed soldaat van Christus Jezus. 4  Iemand die in krijgsdienst is, laat zich niet afleiden door het leven daarbuiten, want zijn bevelhebber moet tevreden over hem zijn. 5  Een atleet wordt niet gelauwerd als hij zich niet aan de regels houdt. 6  De boer die het zware werk doet, heeft als eerste recht op de oogst. 7  Denk na over wat ik je heb gezegd; de Heer zal ervoor zorgen dat je dit alles ook begrijpt.

Hoe lang nog

Hoe lang wacht jij al met wat op God en aan welke belofte houd jij je vast? 1 ¶  Voor de koorleider. Een psalm van David. 2  Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten, hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat? 3  Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag? Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand? 4  Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God! Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodsslaap wegzink. 5  Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen’, mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk. 6  Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat u redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, hij heeft mij geholpen.

Opmonteren

2 Tim 1:15-18. Wie kan jij vandaag eens opmonteren en wat kan dat voor jou betekenen? 15 ¶  Zoals je weet heeft iedereen in Asia zich van mij afgekeerd, ook Fygelus en Hermogenes. 16  Moge de Heer zich ontfermen over de huisgenoten van Onesiforus, want hij heeft mij vaak opgemonterd en zich niet voor mijn gevangenschap geschaamd. 17  Toen hij in Rome kwam, is hij meteen naar me op zoek gegaan, en hij heeft me ook gevonden. 18  Moge de Heer zich op de grote dag over hem ontfermen. En welke diensten hij in Efeze verleend heeft, weet je zelf het beste.

toevertrouwd

2 Tim 1:11-14. Wat is jou door de Heilige Geest toevertrouwd en hoe bewaar jij het? 11  Van dit evangelie ben ik verkondiger, apostel en leraar; 12  daarom moet ik dit alles ondergaan. Maar ik schaam mij niet, want ik weet in wie ik mijn vertrouwen heb gesteld en ben ervan overtuigd dat hij bij machte is om wat mij is toevertrouwd te bewaren, tot de grote dag aanbreekt. 13  Neem als richtsnoer de heilzame woorden die je van mij hebt gehoord, houd vast aan het geloof en aan de liefde die in Christus Jezus zijn. 14  Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.

Heilige taak

2 Tim 1:6-10. Welke gave heb jij van God ontvangen en welke heilige taak is daar aan gekoppeld? 6 ¶  Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave die God je schonk toen ik je de handen oplegde. 7  God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. 8  Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen; schaam je ook niet voor mij, die omwille van hem gevangen zit, maar deel in het lijden voor het evangelie, met de kracht die God je geeft. 9  Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus, 10  maar nu is ze bekend geworden doordat onze redder Christus Jezus is verschenen, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven heeft doen oplichten door het evangelie.

Familie

2Tim 1:1-5. Welke familieleden van jou hebben een oprecht geloof en dank jij daar wel eens voor? 1 ¶  Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, gezonden om de belofte te verkondigen van het leven in eenheid met Christus Jezus. 2  Aan Timoteüs, mijn geliefd kind. Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer! 3  Telkens als ik je in mijn gebeden noem, elke dag en elke nacht, dank ik God, die ik net als mijn voorouders met een zuiver geweten dien. 4  Als ik aan je tranen denk, verlang ik ernaar je terug te zien; dat zal me met vreugde vervullen. 5  Ik denk vaak aan het oprechte geloof dat je grootmoeder Loïs en je moeder Eunike hadden en dat-daarvan ben ik overtuigd-jij nu ook hebt.

Rijkdom

1Tim 6:13-21. Wanneer ben je 'dom-rijk' en wanneer wijs rijk? 13 ¶  Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14  je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt 15  op de dag die is vastgesteld door de verheven en enige heerser, de hoogste Heer en koning. 16  Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen. 17  Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. 18  En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen. 19  Zo leggen ze een stevig fundament voor de toekomst, en winnen ze het ware leven. 20  Timoteüs, waak over hetgeen

Valstrik

1 Tim 6:6-12. Wat kun je doen om niet in genoemde valstrik te lopen? 6 ¶  Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. 7  Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. 8  Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. 9  Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. 10  Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. 11  Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12  Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd.

Aansporingen

1 Tim 6:1-5. Welke aansporingen voor jezelf lees je in dit gedeelte? 1 ¶  Wie het slavenjuk draagt, moet zijn meester hoogachten, zodat Gods naam en de leer niet worden bespot. 2  Een slaaf die een gelovige meester heeft, mag zijn meester niet zijn respect onthouden omdat ze broeders zijn. Integendeel, hij moet hem met nog meer inzet dienen, juist omdat hij met degene die van zijn diensten gebruik maakt, in geloof en liefde verbonden is. Onderwijs dit alles en spoor ertoe aan. 3  Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, 4  is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar is ziek door zijn geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, 5  en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt.

Verborgen zonden

1Tim 5:22-25. Wat gebeurt er met zonden die jij verborgen houdt? 22  Leg iemand niet te snel de handen op, maak jezelf niet medeverantwoordelijk voor zijn zonden, zorg ervoor dat je rein blijft. 23  Drink niet alleen maar water, doe er vanwege je zwakke maag en je andere kwalen wat wijn bij. 24  Van sommige mensen zijn de zonden overduidelijk nog voordat erover geoordeeld wordt; bij anderen komen ze pas bij het oordeel aan het licht. 25  Zo zijn ook goede daden duidelijk zichtbaar; en wanneer ze dat niet zijn, blijven ze niet voor altijd verborgen.

Oudsten

1 Tim 5:17-21 Hoe beloon jij oudsten die goed leiding geven? 17 ¶  Oudsten die goed leiding geven moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. 18  De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard’. 19  Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen. 20  Wie gezondigd hebben moet je in aanwezigheid van alle anderen terechtwijzen, zodat ook zij gewaarschuwd zijn. 21  Ten overstaan van God, Christus Jezus en de uitverkoren engelen roep ik je dringend op dit alles onbevooroordeeld en zonder enige partijdigheid in acht te nemen.

Weduwen

1 Tim 5:8-16. Hoe staat het met de zorg voor weduwen in jouw familie en/of de gemeente waar jij komt? 8  Wie niet voor de eigen familie zorgt, zelfs niet voor huisgenoten, heeft het geloof verloochend en is slechter dan een ongelovige. 9  Als weduwe mogen alleen vrouwen worden ingeschreven van boven de zestig jaar die maar één man hebben gehad 10  en bekendstaan om hun goede daden, kinderen hebben opgevoed, gastvrij zijn geweest, gelovigen de voeten hebben gewassen en zich hebben ingezet voor verdrukten, die, kortom, allerlei goede daden hebben verricht. 11  Wijs jongere weduwen af. Wanneer hun hartstocht hen van Christus vervreemdt, zullen ze weer willen trouwen, 12  en dan wordt het hun aangerekend dat ze hun belofte aan hem breken. 13  Bovendien zullen ze er een gewoonte van maken hun tijd te verdoen door overal op bezoek te gaan; en dat niet alleen, in hun bemoeizucht praten ze ook over dingen die geen pas geven. 14  Daarom wil ik dat jonge weduwen hertrouwen, kinderen krijgen, h

Zorgstelsel

1 Tim5:1-7. Hoe ziet Gods zorgstelsel er uit en strookt dat met de maatschappij waarin wij leven? 1 ¶  Ga niet tekeer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als een vader, zoals je jonge mannen als broers moet zien, 2  oude vrouwen als moeders en jonge vrouwen als zusters-en dit in alle zuiverheid. 3 ¶  Ondersteun weduwen die alleen staan. 4  Als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, moeten die godvruchtig voor haar huishouding zorgen. Zo betalen ze hun voorouders terug, en dat is God welgevallig. 5  Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht. 6  Maar een weduwe die losbandig leeft, is levend dood. 7  Houd hun dit voor, zodat ze een onberispelijk leven kunnen leiden.

Voorbeeld

1 Tim 4:9-16. Hoe kun jij een voorbeeld zijn voor andere gelovigen? Ben je dat? 9  Deze boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige instemming. 10  Hiervoor zwoegen en strijden wij, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, die de redder is van alle mensen, bovenal van de gelovigen. 11  Draag dit alles over in je onderricht. 12  Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. 13  In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht. 14  Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. 15  Richt je hierop, maak het je eigen, zodat voor iedereen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt. 16  Neem je in acht, houd je aan de leer en blijf dat doen; dan red je

Op de bres

Psalm 12. Voor wie sta jij op de bres? Voor de koorleider. Op de wijs van De achtste. Een psalm van David. Grijp in, HEER ! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord. HEER , snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’ Zwakken en armen zuchten onder het geweld – ‘Om hen sta ik op,’ zegt de HEER , ‘ik breng de redding die zij verlangen.’ De woorden van de HEER zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe. Behoed hen, HEER , bescherm hen steeds tegen dat volk. Overal sluipen verraders rond en onder de mensen verbreidt zich het kwaad. (Psalmen 12:1-9 NBV)

Oefeningen

1 Tim 4:6-8. Met welke oefeningen blijf jij in 'conditie' voor het leven van nu en het leven dat komen zal? 6 ¶  Wanneer je dit alles aan de broeders en zusters voorhoudt, zul je een goede dienaar van Christus Jezus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en de juiste leer, waarvan je een trouw aanhanger bent. 7  Verwerp heilloze bakerpraat en verzinsels. Oefen jezelf in een vroom leven. 8  Oefening van het lichaam heeft wel enig nut, maar het nut van een vroom leven is grenzeloos, omdat het een belofte inhoudt voor dit leven en het leven dat komen zal.