Posts

Posts uit april, 2013 tonen

Jouw geloof

Hebreeën 11:1-3. Waar hoop jij op en wat zie je niet, maar is wel waarheid in je leven? Dat is jouw geloof. 1  Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. 2  Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. 3  Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare.

Wederkomst

Hebreeën 10:32-39. Hoe kun jij er voor zorgen dat jij en anderen niet terugdeinzen op het moment dat Jezus terug komt? 32  Herinner u de dagen van weleer, toen u, door het licht beschenen, in een moeizame worsteling met het lijden hebt standgehouden: 33  enerzijds kreeg u publiekelijk smaad en beproevingen te verduren, anderzijds was u solidair met hen die hetzelfde moesten doormaken. 34  U hebt meegeleefd met de gevangenen onder u, en toen u van uw bezittingen beroofd werd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezit, een blijvend bezit voor uzelf. 35  Leg die onbeschroomdheid dus niet af, u zult er ruim voor worden beloond. 36  Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is. 37  Immers: ‘Nog een heel korte tijd, dan komt hij die komen zal, hij blijft niet lang meer weg, 38  en dan zullen mijn rechtvaardigen leven door hun geloof,’ maar ook: ‘Wie terugdeinst ben ik niet langer welgezind.’ 39  Wij echter be

Overwinning

Psalm 20. Hoe is het om bij de overwinnaars te horen en wat is je houding t.o.v. de verliezers? 1  Voor de koorleider. Een psalm van David.   2  Moge de HEER u antwoorden in dagen van nood en de naam van Jakobs God u beschermen, 3  moge hij hulp zenden uit zijn heiligdom, uit Sion u bijstaan.   4  Moge hij al uw gaven gedenken, uw brandoffers welwillend aanvaarden, sela 5  moge hij geven wat uw hart verlangt, en al uw plannen doen slagen.   6  Laat ons juichen om uw overwinning , het vaandel heffen, in de naam van onze God. Moge de HEER al uw wensen vervullen.   7 Dit weet ik zeker: de HEER schenkt de overwinning aan zijn gezalfde, hij antwoordt hem uit zijn heilige hemel met de overwinning door zijn machtige hand.  8  Anderen vertrouwen op paarden en wagens, wij op de naam van de HEER , onze God. 9  Anderen buigen en vallen ter aarde, wij richten ons op en houden stand.  10  HEER , schenk de koning d

Huiveringwekkend

Hebreeën 10:26-31. Hoe kun je voorkomen dat je als christen huiverend moet wachten op het oordeel van God? 26  Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de zonden meer mogelijk, 27  en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden. 28  Voor wie de wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon; wanneer er ten minste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven. 29  Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de Zoon van God vertrapt, het bloed van het verbond ontheiligt – terwijl hij erdoor geheiligd is – en de Geest van de genade veracht? 30  We kennen immers degene die gezegd heeft: ‘Het is aan mij om te wreken, ik zal vergelden,’ en ook: ‘De Heer zal oordelen over zijn volk.’ 31  Huiveringwekkend is het te vallen in de handen van de levende God!

Laten we

Hebreeën 10:19-25. Welke aansporing(en) uit dit gedeelte heb jij nodig,wat ga je er mee doen en waarom? 19  Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, 20  omdat hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen. 21  We hebben nu een hogepriester die dienstdoet in het huis van God; 22   laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen. 23   Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want hij die de belofte heeft gedaan is trouw. 24   Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, 25  en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.

Heiligen

Hebreeën 10:11-18. Hoe kijkt God tegen jouw zonden aan als je geheiligd bent door Jezus? 11  De priesters blijven dagelijks hun dienst verrichten en steeds opnieuw dezelfde offers opdragen die de zonden nooit teniet zullen kunnen doen, 12  terwijl hij, na zijn eenmalig offer voor de zonden, voorgoed zijn plaats aan Gods rechterhand heeft ingenomen, 13  waar hij wacht op het moment dat zijn vijanden voor hem tot een bank voor zijn voeten zijn gemaakt. 14  Door deze ene offergave heeft hij hen die zich door hem laten heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht. 15  Hiervan legt ook de heilige Geest voor ons getuigenis af, want eerst staat er: 16  ‘Dit is het verbond dat ik na die tijd met het volk van Israël zal sluiten – spreekt de Heer: In hun hart zal ik mijn wetten leggen, in hun verstand zal ik ze neerschrijven,’ 17  en even verder staat er: ‘Aan hun zonden en hun wetteloosheid zal ik niet meer denken.’ 18  Waar dat alles vergeven is, daar is geen offer voor de zonde meer

Wil

Hebreeën 10:1-10. Wat heeft Jezus voor jou gedaan door zijn wil af te stemmen op die van God en waar stem jij je wil op af? 1  Omdat de wet slechts een voorafschaduwing toont van al het goede dat nog komen moet en daarvan niet de gestalte zelf laat zien, heeft hij ook niet de kracht om degenen die jaar in jaar uit met steeds dezelfde offers aan de dienst deelnemen ooit tot volmaaktheid te brengen. 2  Anders zouden die offers allang niet meer gebracht worden; degenen die aan de dienst deelnemen, zouden immers als ze eenmaal gereinigd zijn geen enkel zondebesef meer hebben. 3  Het tegendeel is echter waar: elk jaar worden met dezelfde offers de zonden weer in herinnering geroepen – 4  bloed van stieren en bokken kan mensen onmogelijk van hun zonden bevrijden. 5  Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, maar u hebt mij een lichaam gegeven; 6  brand- en reinigingsoffers behaagden u niet. 7  Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik,

Verwachten

Hebreeën 9:23-28. Verwacht jij de wederkomst van Jezus en hoe doe jij dat? 23  Als het dus noodzakelijk is dat de afbeeldingen van wat zich in de hemel bevindt op die manier gereinigd worden, dan moet wat in de hemel zelf is met veel betere offergaven worden gereinigd. 24  Christus is immers niet binnengegaan in een heiligdom dat door mensenhanden is gemaakt, in de voorafbeelding van het hemelse heiligdom, maar in de hemel zelf, waar hij nu bij God voor ons pleit. 25  Hij brengt daar niet telkens opnieuw het offer van zijn leven; hij is dus niet te vergelijken met de hogepriester die elk jaar het heiligdom binnengaat, en dat met bloed dat niet het zijne is, 26  want dan zou hij sinds de grondvesting van de wereld telkens opnieuw hebben moeten lijden. Nee, hij heeft zich bij de voltooiing van de tijden eenmaal geopenbaard, om met zijn offer de zonde teniet te doen. 27  Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel. 28  Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geo

Testament

Afbeelding
Hebreeën 9:15-22. Wat heeft Jezus jou nagelaten? 15  Zo is hij dan bemiddelaar van een nieuw verbond; hij is immers gestorven om ons te verlossen van de overtredingen tegen het eerste verbond. Nu kunnen allen die geroepen zijn het beloofde eeuwige erfdeel ontvangen. 16  Bij een testament is het noodzakelijk dat de dood van de erflater wordt vastgesteld. 17  Een testament is immers pas geldig na overlijden, het heeft geen rechtskracht wanneer de erflater nog leeft. 18  Daarom is ook het eerste verbond niet zonder bloed ingewijd. 19  Want nadat Mozes alle voorschriften van de wet aan heel het volk had voorgelezen, nam hij het bloed van jonge stieren en bokken, water, karmozijnrode wol en majoraan, en besprenkelde zowel het boek zelf als heel het volk, 20  en verklaarde: ‘Dit is het bloed van het verbond dat God aan u heeft opgelegd.’ 21  Vervolgens besprenkelde hij op dezelfde manier de tabernakel en alle voor de eredienst benodigde voorwerpen met het bloed. 22  Volgens d

Behagen

Afbeelding
Psalm 19. Waarmee kan jij God behagen? 1  Voor de koorleider. Een psalm van David. 2  De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, 3  de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.  4  Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank. 5  Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon: 6  een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat, een held die vrolijk voortrent op zijn weg. 7  Aan het ene einde van de hemel komt hij op, aan het andere einde voltooit hij zijn loop, niets blijft voor zijn gloed verborgen. 8  De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. 9  De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van

Geweten

Hebreeën 9:11-14. Van welke daden zou jouw geweten gereinigd moeten worden en mag Jezus dat doen? 11  Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – 12  voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft hij een eeuwige verlossing verworven. 13  Want als het lichaam van wie onrein is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld wordt met het bloed van bokken en stieren of bestrooid met de as van een jonge koe, 14  hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?

Zuiverheid

Afbeelding
Hebreeën 9:1-10. Hoe kan jouw geweten tot volmaakte zuiverheid gebracht worden en wat is de stand van zaken op dit moment? 1  Het eerste verbond bevatte bepalingen voor de rituelen van de dienst en het aardse heiligdom. 2  De voorste tent, die is ingericht met de lampenstandaard en de tafel voor de toonbroden, wordt het heilige genoemd. 3  Achter het tweede voorhangsel bevindt zich de tent die het allerheiligste genoemd wordt. 4  Daar staan het vergulde reukofferaltaar en de ark van het verbond, die langs alle zijden met goud overtrokken is en waarin zich de vergulde kruik met het manna, Aärons staf die gebloeid heeft en de platen met de verbondstekst bevinden; 5  daarop staan de cherubs als teken van Gods majesteit, zij bedekken de verzoeningsplaat met hun schaduw. Op dit alles kunnen we nu niet in detail ingaan. 6  In het aldus ingerichte heiligdom gaan de priesters voortdurend de voorste tent binnen om hun dienst te vervullen, 7  maar in de tweede tent gaat alleen de hogepr

Kennen

Hebreeën 8:8-13. Hoe heb jij de Heer leren kennen en wat merken anderen daarvan? 8  Maar God berispt zijn volk met de woorden: ‘De dag zal komen – spreekt de Heer – dat ik een nieuw verbond zal sluiten met het volk van Israël en met het volk van Juda. 9  Niet een verbond zoals ik dat sloot met hun voorouders toen ik hen bij de hand nam om hen weg te leiden uit Egypte, want aan dat verbond zijn ze niet trouw gebleven. Daarom heb ik mijn handen van hen afgetrokken – spreekt de Heer. 10  Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met het volk van Israël zal sluiten – spreekt de Heer: In hun verstand zal ik mijn wetten leggen en in hun hart zal ik ze neerschrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 11  Volksgenoten zullen elkaar niet meer hoeven te onderwijzen, men zal elkaar niet meer hoeven te zeggen: “Ken de Heer!”, want allen zullen mij kennen, van klein tot groot. 12  Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal ik niet meer denken.’ 13  Op het mome

Verbonden

Hebreeën 8:1-7. Waarom is het nieuwe verbond beter dan het oude en wat merk jij daar van? 1  De kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit 2  en die de dienst vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door mensenhanden is opgericht. 3  Iedere hogepriester wordt aangesteld om gaven en offers op te dragen, en dus heeft ook hij iets nodig dat hij kan opdragen. 4  Op aarde zou Jezus geen priester zijn, want daar zijn al priesters die offergaven opdragen zoals de wet dat voorschrijft. 5  Zij verrichten hun dienst in wat de afspiegeling en de voorafschaduwing is van het hemelse heiligdom, zoals dat aan Mozes geopenbaard werd toen hij begon met het oprichten van de tabernakel: ‘Let erop,’ staat er immers, ‘dat je alles vervaardigt volgens het ontwerp dat je op de berg getoond is.’ 6  Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij

Nodig

Hebreeën 7:23-28. Heb jij Jezus nodig en waarom wel/niet? 23  Zij volgden elkaar generaties lang op, omdat de dood hun belette priester te blijven, 24  terwijl hij priester zonder opvolger is, omdat hij tot in eeuwigheid blijft. 25  Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten. 26  Een hogepriester als hij hadden we ook nodig , iemand die heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de hemel verheven. 27  Hij hoeft niet, zoals de andere hogepriesters, elke dag eerst offers op te dragen voor zijn eigen zonden en dan voor die van het volk; dat heeft hij immers voor eens en altijd gedaan toen hij het offer van zijn leven bracht. 28  De wet stelt mensen aan als hogepriester, en mensen zijn behept met zwakheid, maar met de bekrachtiging onder ede die later werd uitgesproken dan de wet, is de Zoon aangesteld, die voor altijd de volmaaktheid heeft bereikt.

Verbond

Afbeelding
Hebreeën 7:18-22. Wat is er beter aan het verbond dat Jezus sloot en hoe maak jij deel uit van dat verbond?   18  Het eerder gegeven gebod wordt ongeldig verklaard omdat het te beperkt is en niet voldoet 19  – de wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht –, maar de hoop op iets beters treedt ervoor in de plaats, waardoor wij weer dichter tot God kunnen naderen. 20  Bovendien is er sprake van een bekrachtiging onder ede. De Levitische priesters ontvingen het priesterschap zonder dat het door een eed bekrachtigd werd, 21  Jezus daarentegen ontving het mét een dergelijke bekrachtiging, toen tegen hem werd gezegd: ‘De Heer heeft gezworen, en komt op zijn eed niet terug: “Jij bent priester voor eeuwig.”’ 22  Daardoor staat Jezus garant voor een veel beter verbond. 

Bevrijder

Psalm 18. Als God jouw bevrijder is hoe laat jij je dankbaarheid dan merken? 1  Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de   HEER . Hij sprak de woorden van dit lied tot de   HEER   toen de   HEER   hem aan de greep van zijn vijanden had ontrukt, ook aan die van Saul.   2  Hij zei: Ik heb u lief,   HEER , mijn sterkte, 3  HEER , mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. 4  Ik roep: ‘Geloofd zij de   HEER ,’ want ik ben van mijn vijanden verlost. 5  Mij omsloten de banden van de dood, de kolkende afgrond joeg mij angst aan, 6  de banden van het dodenrijk omklemden mij, op mijn weg lagen de valstrikken van de dood. 7  In mijn nood riep ik tot de   HEER , ik schreeuwde naar mijn God om hulp. In zijn paleis hoorde hij mijn stem, mijn roepen bereikte zijn oren. 8  Toen schudde en schokte de aarde, de bergen trilden op hun grondvesten, beefden omdat

Priesterschap

Hebreeën 7:11-17. Welke priesterdienst heeft Jezus voor jou verricht en welke dienst kun jij vandaag aan een ander bewijzen? 11  Had het Levitische priesterschap – dat de basis vormde voor de wet die het volk ontving – de volmaaktheid gebracht, dan zou het niet nodig zijn geweest dat er een andere priester werd aangesteld, die was zoals Melchisedek, en niet zoals Aäron. 12  Maar wanneer de aard van het priesterschap verandert, verandert onherroepelijk ook de wet. 13  Welnu, degene over wie dit alles wordt gezegd, behoort tot een andere stam, waarvan niemand zich in dienst van het altaar gesteld heeft. 14  Het is immers bij iedereen bekend dat onze Heer is voortgekomen uit Juda, en deze stam is door Mozes nooit met priesters in verband gebracht. 15  Nog duidelijker wordt het als we ons realiseren dat deze nieuwe priester, het evenbeeld van Melchisedek, 16  geen priester geworden is op grond van de in de wet vereiste menselijke afstamming, maar door de kracht van zijn onvergankeli

Gezegend

Hebreeën 7:5-10. Door wie ben jij gezegend, waarmee en wat was/is jouw reactie? 5  De afstammelingen van Levi die het priesterambt ontvangen, moeten volgens de wet tienden heffen van het volk, dat wil zeggen van hun broeders en zusters, die toch ook nakomelingen van Abraham zijn. 6  Maar hoewel hij niet met hen verwant was, heeft Melchisedek tienden geïnd van Abraham en hem gezegend aan wie de beloften gedaan zijn. 7  Het staat buiten kijf dat de mindere altijd gezegend wordt door de meerdere. 8  Bovendien worden in het ene geval tienden ontvangen door sterfelijke mensen, in het andere door iemand van wie wordt getuigd dat hij leeft. 9  Zo zouden we dan kunnen zeggen dat ook Levi, de ontvanger van tienden, tienden afgedragen heeft, en wel via Abraham, 10  aangezien Levi nog in de schoot van zijn vader was toen Melchisedek Abraham tegemoet kwam.

Zegenen

Hebreeën 7:1-4. Wie mag/kan jij vandaag zegenen? Wat geef en ontvang je dan? 1  Want deze Melchisedek, koning van Salem en priester van de allerhoogste God, ging Abraham tegemoet toen deze terugkeerde van zijn overwinning op de koningen, en zegende hem, 2  waarna Abraham hem een tiende van alle buit gaf. Zijn naam betekent ‘koning van de gerechtigheid’, en verder is hij ook koning van Salem, dat is ‘koning van de vrede’. 3  Hij heeft geen vader of moeder, geen stamboom, geen oorsprong of levenseinde en lijkt op de Zoon van God – hij is priester voor altijd. 4  Geef u rekenschap van zijn grootheid: Abraham, de aartsvader, gaf hem een tiende van wat hij had buitgemaakt. 

Voornemen

Hebreeën 6:13-20.  Wat is Gods voornemen met deze wereld, hoe bekrachtigt Hij dat en waar hoop jij op? 13  Toen God aan Abraham zijn belofte deed, kon hij bij niemand zweren die hoger was dan hijzelf, en dus zwoer hij bij zichzelf: 14  ‘Ik zal je rijkelijk zegenen en je talloze nakomelingen geven.’ 15  En zo heeft Abraham, dankzij zijn standvastig vertrouwen, gekregen wat hem beloofd was. 16  Mensen zweren altijd bij iemand die hoger is dan zijzelf, en met hun eed bekrachtigen ze de waarheid en beëindigen ze elke twist. 17  Toen God de erfgenamen van de belofte ervan wilde doordringen hoe vast zijn voornemen was, stelde hij zich op dezelfde manier met een eed garant. 18  Met deze twee onomkeerbare daden – die uitsluiten dat God liegt – heeft hij ons krachtig moed in willen spreken. Onze toevlucht is het vast te houden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt. 19  Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel, en gaat ons voor tot voorbij het voorhangsel

Vurige wens

Hebreeën 6:9-12. Wat is jouw vurige wens en wat doe jij er aan om die te verwezenlijken? 9  We zeggen dit nu wel, geliefde broeders en zusters, maar we zijn ervan overtuigd dat u op de goede weg bent en dat u gered zult worden. 10  Want God is niet zo onrechtvaardig dat hij vergeet wat u hebt gedaan, hoeveel liefde u aan zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de gelovigen. 11  Het is onze vurige wens dat ieder van u tot het einde toe dezelfde ijver aan de dag blijft leggen, totdat alles waarop wij hopen verwezenlijkt zal zijn, 12  en dat u niet achterblijft, maar in het spoor treedt van hen die dankzij hun standvastig geloof ontvangen hebben wat hun beloofd was.

Volwassen

Hebreeën 6:1-8. Ben jij een volwassen christen en waar baseer je dat op? 1  We moeten de eerste beginselen van de leer over Christus hier toch maar laten rusten en ons richten op wat voor volwassenen bedoeld is. We willen niet nog eens het fundament leggen en spreken over het zich afkeren van daden die tot de dood leiden, over het geloof in God, 2  de leer over het dopen en de handoplegging, en over de opstanding van de doden en het laatste oordeel. 3  We maken deze keuze in het vertrouwen dat God het ons toestaat. 4  Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, 5  wie het weldadig woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft 6  en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt. 7  Land dat de overvloedige regen opneemt, en nuttige gewassen oplevert aan wie het

Voedsel

Hebreeën 5:11-14. Zit jij nog aan de 'melk' of 'eet' je al 'vast voedsel' en wat is het verschil? 11  Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. 12  Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de grondslagen van het woord van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. 13  Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid. 14  Vast voedsel is voor volwassenen; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad.