Posts

Posts uit augustus, 2012 tonen

Navolgen

2 Korinthiërs 9:1-5. Welke keuzes die jij gemaakt hebt zijn voor anderen een stimulans (geweest) om na te volgen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Eigenlijk hoef ik u niets te schrijven over de collecte voor de heiligen in Jeruzalem, 2 want ik weet dat u bereid bent mee te doen. Daarom kon ik vol trots tegen de Macedoniërs zeggen: ‘Achaje is vorig jaar al begonnen.’ Uw inzet heeft de meesten van hen tot navolging geprikkeld. 3 Ik stuur de broeders naar u toe om ervoor te zorgen dat we inderdaad trots op u kunnen zijn. Ik wil dat u ook werkelijk gereed bent, zoals ik heb gezegd. 4 Het mag niet zo zijn dat, wanneer een aantal Macedoniërs met mij meekomt, blijkt dat u nog niets hebt ingezameld. Die schande wil ik ons, beter gezegd: u, in deze zaak besparen. 5 Dus daarom vond ik het nodig de broeders te vragen vooruit te gaan. Dan kunnen ze de gift die u al hebt toegezegd, nog voor mijn komst inzamelen, zodat deze niet hoeft te worden bijeengeschraapt wanneer ik aankom, maar als

Gemeenten

2 Korinthiërs 8:22-24. Hoe ga jij om met 'broeders' en 'zusters' uit andere gemeenten/kerken? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 22 Verder sturen we een broeder mee wiens inzet we al bij veel gelegenheden hebben leren kennen, maar die zich deze keer door zijn grote vertrouwen in u nog meer wil inspannen. 23 Wat Titus betreft: hij is mijn metgezel en werkt met ons mee ten dienste van u. Wat de twee andere broeders betreft: ze zijn de vertegenwoordigers van de gemeenten in Macedonië en strekken Christus tot eer. 24 Bewijs hun, en daarmee de gemeenten, dat u hen liefhebt en laat zien dat wij terecht zo trots op u zijn.

Betrouwbaarheid

2 Korinthiërs 8:16-21. Hoe betrouwbaar ben jij als een ander je wat toevertrouwd? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 16 Ik dank God dat hij Titus net zo enthousiast over u heeft gemaakt als ik ben. 17 Toen ik hem vroeg opnieuw naar u toe te gaan, bleek dat hij, geestdriftig, daartoe zelf al had besloten. 18 Wij sturen een broeder met hem mee die om zijn werk voor het evangelie door alle gemeenten geprezen wordt. 19 Bovendien is hij door de gemeenten in Macedonië gekozen om met ons mee op reis te gaan en ons te helpen bij dit goede werk, dat wij verrichten ter ere van de Heer en om onze goede bedoelingen te tonen. 20 We willen vermijden dat ons beheer van deze rijke gaven onder verdenking komt te staan, 21 want we proberen niet alleen tegenover de Heer het goede te doen, maar ook tegenover mensen.

Goede bedoelingen

2Kor 8:9-15 Welke goede bedoelingen liggen al een tijd in de ijskast en moeten weer opgepakt worden of losgelaten? Wanneer ga je dat doen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden. 10 In uw eigen belang raad ik u het volgende aan. U hebt al een jaar geleden uw goede bedoelingen getoond door met de collecte een begin te maken. 11 Rond deze nu met dezelfde inzet af als waarmee u begonnen bent, dan blijft het niet bij goede bedoelingen. Dus geef naar vermogen. 12 Als u bereid bent mee te doen, wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet hebt, maar van wat u hebt. 13 Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn. 14 Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen. Zo is er evenwich

Uitblinken

2 Korinthiërs 8:6-9. Waar blink jij in uit en hoe kun je daarmee dienstbaar zijn aan God en je naaste? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 6 We hebben er dan ook bij Titus op aangedrongen dat hij dit goede werk, waarmee hij al bij u begonnen is, voltooit. 7 U blinkt in alles uit: in geloof, in kennis en welsprekendheid, in inzet op elk gebied, in de liefde die wij in u hebben gewekt – blink dus ook uit in dit goede werk. 8 Ik zeg dit niet als een bevel; door op de inzet van anderen te wijzen wil ik nagaan of uw liefde oprecht is. 9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden.

Looping

2 Korinthiërs 8:1-5. Hoe verhouden zich de toewijding aan God en de dienstbaarheid aan mensen in jouw leven? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: 2 ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld, maar vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede zeer vrijgevig. 3 Ik verzeker u dat ze naar vermogen hebben gegeven, ja, zelfs boven hun vermogen. 4 Uit eigen beweging hebben ze ons dringend verzocht mee te mogen doen aan de collecte, waarmee de heiligen in Jeruzalem zullen worden ondersteund. 5 En ze gaven aanzienlijk meer dan we hadden verwacht: door Gods wil gaven ze zichzelf in de eerste plaats aan de Heer, en vervolgens ook aan ons. Ik noem het principe wat genoemd wordt in vers 5 de geestelijke looping. Ooit geleerd van Otto de Bruin tijdens een reveilleweek. Het race autootje dat de looping in gaat, gaat eerst naar boven - je geven aan de

Betrouwbaar

2 Korinthiërs 7:11-16. Hoe betrouwbaar ben jij en waar baseer je dat op? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 11 Zie nu zelf waartoe uw verdriet dat God gegeven heeft, uiteindelijk heeft geleid. Hoe groot is uw inzet niet geworden; meer nog, hoe fel hebt u zich niet verdedigd, hoe verontwaardigd was u niet, hoe bang was u niet voor mij, hoezeer verlangde u niet naar mij, wat een ijver hebt u niet getoond om die broeder te straffen. In ieder opzicht hebt u bewezen dat u in deze zaak niets te verwijten valt. 12 Dus ook al heb ik u geschreven, ik heb het niet gedaan vanwege hem die onrecht heeft begaan, en ook niet vanwege hem die onrecht heeft geleden. Het was mijn bedoeling dat tegenover God zou blijken hoe groot uw inzet voor ons is. 13 Dit alles heeft ons moed gegeven. Bovendien zijn we uitermate verheugd dat Titus zo blij is, omdat u allen hem nieuwe kracht gegeven hebt. 14 Ik had tegenover hem hoog van u opgegeven, en u hebt me niet teleurgesteld. Integendeel, zoals ik de waarhe

Inkeer

2Kor 7:5-10 Wat zijn zaken in jouw leven waarbij je tot inkeer moet komen en wat voor situaties gebruikt God om je daarvan bewust te maken? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 5 Toen we in Macedonië kwamen, vonden we geen rust maar werden we van alle kanten belaagd: van buitenaf door vijanden, van binnenuit door zorgen. 6 Maar God geeft moed aan wie terneergeslagen is, en door de komst van Titus heeft hij ook ons moed gegeven. 7 En niet alleen daardoor, ook door diens bericht over de manier waarop u hem bemoedigd hebt. Hij heeft ons verteld hoe graag u ons weer wilt zien, hoezeer u om dat voorval treurt en met hoeveel overtuiging u zich aan mijn kant hebt geschaard. Hierdoor werd ik van blijdschap vervuld. 8 Ook al heb ik u met mijn brief verdriet gedaan, ik heb er toch geen spijt van. Aanvankelijk wel, maar nu ik weet dat mijn brief u slechts voor korte tijd verdriet deed, 9 ben ik blij dat ik hem geschreven heb. Niet omdat u verdriet hebt gehad, maar omdat u daardoor tot inkeer

Genegenheid

2 Korinthiërs 7:1-4. Aan wie kun jij vandaag je genegenheid tonen en hoe ga je dat doen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Omdat ons deze beloften zijn gegeven, geliefde broeders en zusters, moeten we onszelf reinigen van alle lichamelijke en geestelijke smetten en vol ontzag voor God ons hele leven heiligen.   2 Toon uw genegenheid voor ons. Wij hebben niemand onrecht aangedaan, niemand te gronde gericht, niemand uitgebuit. 3 Ik zeg dit niet om u te beschuldigen, want ik heb u al eerder gezegd dat u ons zo na aan het hart ligt dat we met u in leven en sterven verbonden zijn. 4 Hoe openhartig kan ik tegen u spreken, hoe trots kan ik op u zijn! In al mijn ellende ben ik vervuld van troost en word ik overweldigd door vreugde.

Ongelijk span

2 Korinthiërs 6:14-18. Waarin verschillen gelovigen en ongelovigen van elkaar en voor welke relatievorm(en) geldt de waarschuwing? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 14 Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid? Wat heeft licht met duisternis te maken? 15 Waarin lijken Christus en Beliar op elkaar? Wat hebben een gelovige en een ongelovige gemeen? 16 Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken? Wijzelf zijn de tempel van de levende God, zoals God heeft gezegd: ‘Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, ik zal hun God zijn en zij mijn volk. 17 Daarom zegt de Heer: Ga weg bij de ongelovigen, zonder je van hen af en raak niets aan dat onrein is. Dan zal ik jullie aannemen 18 en jullie vader zijn, en jullie mijn zonen en dochters – zegt de almachtige Heer.’

Volharden

2 Korinthiërs 6:1-13. Welke omstandigheden hebben het voor jou moeilijk gemaakt om te volharden in je geloof en hoe ging je daar mee om? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Als Gods medewerkers sporen wij u dan ook aan: laat de goedheid die hij u bewijst niet tevergeefs zijn. 2 God zegt: ‘Wanneer de tijd daarvoor gekomen is, luister ik naar je, op de dag van de redding help ik je.’ Nu is de tijd daarvoor gekomen, nu is de dag van de redding. 3 Om onze verkondiging niet te schaden, geven wij niemand ook maar enige aanstoot. 4 We willen juist laten zien dat we dienaren van God zijn, door altijd te volharden: in tegenspoed, nood en ellende, 5 onder lijfstraffen, in gevangenschap en onder volkswoede, onder zware inspanningen, slaapgebrek en honger, 6 door oprechtheid en kennis, door geduld en vriendelijkheid, door de gaven van de heilige Geest en ongeveinsde liefde, 7 door de verkondiging van de waarheid en de kracht van God. We vallen aan en verdedigen ons met de wapens van de gere

Nieuwe schepping

2 Korinthiërs 5:16-21. Wat zijn de verschillen tussen de oude en de nieuwe schepping en tot welke categorie behoor jij? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 16 Daarom beoordelen we vanaf nu niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook Christus niet, die we vroeger wel volgens die maatstaven beoordeelden. 17 Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. 18 Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd. 19 Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. 20 Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen. 21 God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worde

Geweten

2 Korinthiërs 5:11-15. Ga vandaag eens te raden bij je geweten. Waardoor wordt die gevormd? Heeft jouw geweten ontzag voor God? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 11 Vervuld van ontzag voor de Heer, proberen we iedereen te overtuigen. God weet precies wie en wat wij zijn; hopelijk weet u het ook wanneer u te rade gaat bij uw geweten. 12 We bevelen onszelf niet opnieuw aan, maar geven u de mogelijkheid trots op ons te zijn, zodat u zich kunt verdedigen tegen wie zich op uiterlijke zaken laat voorstaan in plaats van op innerlijke. 13 Zijn we in extase, dan is het voor God; zijn we bij zinnen, dan is het voor u. 14 Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, 15 en dat hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt.

Beloning

2 Korinthiërs 5:6-10. Hoe kom je in de hemel en wat bepaald vervolgens de hoogte van de beloning die je daar krijgt? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 6 Dus wij blijven altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen. 7 We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar. 8 We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. 9 Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem. 10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.

Tent

2 Korinthiërs 5:1-5. Als je 'tent' is afgebroken en je gaat naar 'huis', waar staat dat 'huis' dan en hoe 'navigeer' je daar heen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. 2 Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. 3 We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn.(1) 4 Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. 5 Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.

Satan

2 Korinthiërs 2:5-11. Wat zijn de plannen van satan in relatie tot de gelovigen? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 5 Als er iemand is die mij verdriet heeft gedaan, dan heeft hij niet alleen mij verdriet gedaan maar tot op zekere hoogte – laat ik niet overdrijven – u allen. 6 De straf die hem door de meerderheid van u is opgelegd, is zwaar genoeg geweest; 7 u kunt hem nu maar beter vergeven en bemoedigen, anders verliest hij nog alle hoop. 8 Daarom roep ik u op hem weer in liefde te aanvaarden. 9 Ik heb u ook geschreven omdat ik te weten wilde komen of u mij werkelijk in alles gehoorzaamt. 10 Als u hem vergeeft, doe ik het ook. En als ik hem iets te vergeven heb, doe ik het omwille van u, ten overstaan van Christus. 11 We moeten er namelijk voor oppassen dat Satan ons niet gebruikt; zijn plannen kennen we maar al te goed.

Verdriet

2 Korinthiërs 2:1-4. In wat voor relatie staan liefde en vedriet tot elkaar in dit stukje? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 1 Ik had mezelf dus voorgenomen u niet opnieuw zo’n verdrietig bezoek te brengen. 2 Want als ik u verdriet doe, wie moet mij dan blij maken? Toch alleen u – en u zou nu juist verdriet door mij hebben. 3 Dat is ook precies wat ik u geschreven heb: ik wilde niet dat ik bij mijn bezoek verdriet van u zou hebben, terwijl u mij juist blij had moeten maken. En ik had er alle vertrouwen in dat u allen in mijn vreugde zou delen. 4 Toen ik u schreef was ik terneergeslagen en bedrukt en stonden de tranen in mijn ogen. Ik wilde u geen pijn doen, maar u laten weten hoezeer ik u liefheb.

Geloof

2 Korinthiërs 1:23-24. Wie heerst(e) er over jouw geloof en waar leidt/leidde dat toe? -- Karsten van Deutekom (@KvanDeutekom) 23 Ik roep God op als mijn getuige, ik zweer bij mijn leven dat ik van een tweede bezoek aan Korinte heb afgezien om u te sparen. 24 Ik bedoel dit: wij willen niet over uw geloof heersen, maar juist bijdragen aan uw vreugde. U hebt tenslotte een vast geloof.