Posts

Posts uit juli, 2015 tonen

Willens en wetens

Numeri 15:27-31. Hoe zie jij het willens en wetens zondigen in relatie tot het verlossingswerk van Jezus? 27 Zondigt één enkele persoon onopzettelijk, dan moet hij een eenjarige geit als reinigingsoffer aanbieden. 28 De priester moet voor zo iemand, die onbedoeld gezondigd heeft, verzoening bij de HEER bewerken door de verzoeningsrite aan hem te voltrekken. Dan krijgt hij vergeving. 29 Wanneer iemand onopzettelijk iets misdoet, geldt voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen die bij jullie wonen een en dezelfde wet. 30 Maar wanneer iemand willens en wetens iets misdoet, of het nu een geboren Israëliet is of een vreemdeling, spot hij met de HEER. Zo iemand moet uit de gemeenschap gestoten worden, 31 omdat hij geen ontzag getoond heeft voor de woorden van de HEER en zijn geboden geschonden heeft. Zo iemand moet uitgestoten worden, hij moet de gevolgen van zijn zonde dragen.”'

Willens en wetens

Numeri 15:27-31. Hoe zie jij het willens en wetens zondigen in relatie tot het verlossingswerk van Jezus? 27 Zondigt één enkele persoon onopzettelijk, dan moet hij een eenjarige geit als reinigingsoffer aanbieden. 28 De priester moet voor zo iemand, die onbedoeld gezondigd heeft, verzoening bij de HEER bewerken door de verzoeningsrite aan hem te voltrekken. Dan krijgt hij vergeving. 29 Wanneer iemand onopzettelijk iets misdoet, geldt voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen die bij jullie wonen een en dezelfde wet. 30 Maar wanneer iemand willens en wetens iets misdoet, of het nu een geboren Israëliet is of een vreemdeling, spot hij met de HEER. Zo iemand moet uit de gemeenschap gestoten worden, 31 omdat hij geen ontzag getoond heeft voor de woorden van de HEER en zijn geboden geschonden heeft. Zo iemand moet uitgestoten worden, hij moet de gevolgen van zijn zonde dragen.”'

Schenken

Numeri 15:17-21. Wat schenk jij aan de Heer en waarom doe je dat? 17 De HEER zei tegen Mozes: 18 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn waar ik je naartoe breng, 19 en van de opbrengst van de akkers eten, schenk dan een deel ervan aan de HEER. 20 Maak van het eerste deeg een brood en sta dat af, zoals je ook na het dorsen een deel van je graan afstaat. 21 Van je eerste deeg moet je iets afstaan aan de HEER, jullie en alle komende generaties.

Schenken

Numeri 15:17-21. Wat schenk jij aan de Heer en waarom doe je dat? 17 De HEER zei tegen Mozes: 18 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn waar ik je naartoe breng, 19 en van de opbrengst van de akkers eten, schenk dan een deel ervan aan de HEER. 20 Maak van het eerste deeg een brood en sta dat af, zoals je ook na het dorsen een deel van je graan afstaat. 21 Van je eerste deeg moet je iets afstaan aan de HEER, jullie en alle komende generaties.

Behagen

Numeri 15:1-16. Welk offer van jou behaagt God? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven om er te wonen, 3 en jullie brengen de HEER een brandoffer of een vredeoffer van je runderen of van je schapen en geiten, om hem met die geurige gave te behagen – of je nu een offer brengt ter nakoming van een gelofte of als vrijwillige gave of omdat het een feestdag is –, 4-5 dan moet degene die de HEER een brandoffer of een vredeoffer brengt daar andere offers aan toevoegen. Bied bij elk schaap een graanoffer aan van een tiende efa tarwebloem vermengd met een kwart hin olijfolie, en een wijnoffer van een kwart hin wijn. 6 Bij een ram moet je een graanoffer van twee tiende efa tarwebloem vermengd met een derde hin olijfolie aanbieden, 7 en een wijnoffer van een derde hin wijn. Je moet de HEER een geurig offer brengen, om hem daarmee te behagen . 8 Wanneer je de HEER als brandoffer of vredeoffer een rund aanbiedt ter nakom

Behagen

Numeri 15:1-16. Welk offer van jou behaagt God? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven om er te wonen, 3 en jullie brengen de HEER een brandoffer of een vredeoffer van je runderen of van je schapen en geiten, om hem met die geurige gave te behagen – of je nu een offer brengt ter nakoming van een gelofte of als vrijwillige gave of omdat het een feestdag is –, 4-5 dan moet degene die de HEER een brandoffer of een vredeoffer brengt daar andere offers aan toevoegen. Bied bij elk schaap een graanoffer aan van een tiende efa tarwebloem vermengd met een kwart hin olijfolie, en een wijnoffer van een kwart hin wijn. 6 Bij een ram moet je een graanoffer van twee tiende efa tarwebloem vermengd met een derde hin olijfolie aanbieden, 7 en een wijnoffer van een derde hin wijn. Je moet de HEER een geurig offer brengen, om hem daarmee te behagen . 8 Wanneer je de HEER als brandoffer of vredeoffer een rund aanbiedt ter nakom

Bijstaan

Numeri 14:39-45. Hoe belangrijk vind jij het dat God in alles wat je doet nabij is en is Hij dat ook? 39 Toen Mozes de woorden van de HEER aan de Israëlieten overbracht, werd het volk diepbedroefd. 40 De volgende morgen vroeg wilden ze de bergen in trekken. ‘We zijn alsnog bereid om op te trekken naar de plaats waarover de HEER gesproken heeft,' zeiden ze, ‘we hebben gezondigd.' 41 Maar Mozes zei: ‘Waarom gaat u in tegen het bevel van de HEER? Zo'n onderneming is gedoemd te mislukken. 42 Trek niet ten strijde, want de HEER is niet in uw midden. Doet u het toch, dan zult u door uw vijanden verslagen worden, 43 want u komt daar tegenover de Amalekieten en de Kanaänieten te staan, en u zult in de strijd omkomen omdat u zich van de HEER hebt afgewend. De HEER zal u niet bijstaan.' 44 Toch waren ze zo overmoedig om de bergen in te trekken, hoewel Mozes en de ark van het verbond met de HEER in het kamp bleven. 45 De Amalekieten en Kanaänieten die daar in het bergland woonden,

Bijstaan

Numeri 14:39-45. Hoe belangrijk vind jij het dat God in alles wat je doet nabij is en is Hij dat ook? 39 Toen Mozes de woorden van de HEER aan de Israëlieten overbracht, werd het volk diepbedroefd. 40 De volgende morgen vroeg wilden ze de bergen in trekken. ‘We zijn alsnog bereid om op te trekken naar de plaats waarover de HEER gesproken heeft,' zeiden ze, ‘we hebben gezondigd.' 41 Maar Mozes zei: ‘Waarom gaat u in tegen het bevel van de HEER? Zo'n onderneming is gedoemd te mislukken. 42 Trek niet ten strijde, want de HEER is niet in uw midden. Doet u het toch, dan zult u door uw vijanden verslagen worden, 43 want u komt daar tegenover de Amalekieten en de Kanaänieten te staan, en u zult in de strijd omkomen omdat u zich van de HEER hebt afgewend. De HEER zal u niet bijstaan.' 44 Toch waren ze zo overmoedig om de bergen in te trekken, hoewel Mozes en de ark van het verbond met de HEER in het kamp bleven. 45 De Amalekieten en Kanaänieten die daar in het bergland woonden,

Vertellen

Afbeelding
Numeri 14:36-38. Wij zien uit naar de nieuwe hemel en aarde. Hoe spreek jij daarover met anderen? 36 De mannen die Mozes eropuit gestuurd had om het land te verkennen en die na hun terugkeer het volk tot geklaag hadden aangezet door allerlei ongunstigs over dat land te vertellen , 37 die mannen stierven in de buurt van het heiligdom ten gevolge van een plaag, omdat ze het land in een kwaad daglicht hadden gesteld. 38 Twee van de verkenners van het land echter, Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven in leven.

Vertellen

Afbeelding
Numeri 14:36-38. Wij zien uit naar de nieuwe hemel en aarde. Hoe spreek jij daarover met anderen? 36 De mannen die Mozes eropuit gestuurd had om het land te verkennen en die na hun terugkeer het volk tot geklaag hadden aangezet door allerlei ongunstigs over dat land te vertellen , 37 die mannen stierven in de buurt van het heiligdom ten gevolge van een plaag, omdat ze het land in een kwaad daglicht hadden gesteld. 38 Twee van de verkenners van het land echter, Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven in leven.

Schuld

Afbeelding
Numeri 14:26-35. Wat betekent in deze context het sterven van Jezus voor jou en welke schaduwbeelden zie je in dit gedeelde van de werkelijkheid in Christus, zijn verlossingswerk? 26 De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 27 ‘Hoe lang blijft dit verdorven volk zich nog tegenover mij beklagen? Ik heb hun voortdurende geklaag lang genoeg aangehoord. 28 Zeg hun dit: “Zo waar ik leef – spreekt de HEER –, ik zal zeker met jullie doen wat ik je heb horen zeggen. 29 Hier in de woestijn zullen jullie lijken liggen, de lijken van allen die ingeschreven zijn, allen van twintig jaar en ouder, niemand uitgezonderd, omdat jullie je tegenover mij beklaagd hebben. 30 Jullie zullen het land waarvan ik gezworen heb dat je er zou wonen, niet binnengaan, met uitzondering van Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. 31 Jullie kinderen, die volgens jullie zouden worden buitgemaakt, zal ik er wel brengen. Zij zullen het land dat jullie versmaad hebben, leren kennen. 32 Maar wat jullie betreft, jull

Schuld

Afbeelding
Numeri 14:26-35. Wat betekent in deze context het sterven van Jezus voor jou en welke schaduwbeelden zie je in dit gedeelde van de werkelijkheid in Christus, zijn verlossingswerk? 26 De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 27 ‘Hoe lang blijft dit verdorven volk zich nog tegenover mij beklagen? Ik heb hun voortdurende geklaag lang genoeg aangehoord. 28 Zeg hun dit: “Zo waar ik leef – spreekt de HEER –, ik zal zeker met jullie doen wat ik je heb horen zeggen. 29 Hier in de woestijn zullen jullie lijken liggen, de lijken van allen die ingeschreven zijn, allen van twintig jaar en ouder, niemand uitgezonderd, omdat jullie je tegenover mij beklaagd hebben. 30 Jullie zullen het land waarvan ik gezworen heb dat je er zou wonen, niet binnengaan, met uitzondering van Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. 31 Jullie kinderen, die volgens jullie zouden worden buitgemaakt, zal ik er wel brengen. Zij zullen het land dat jullie versmaad hebben, leren kennen. 32 Maar wat jullie betreft, jull

Vertrouwen

Afbeelding
Numeri 14:11-25. Vertrouw jij op God in alle omstandigheden en hoe groot is zijn verdraagzaamheid t.o.v. jou, mij en deze wereld? 11 De HEER zei tegen Mozes: ‘Hoe lang zal dit volk mij nog afwijzen? Hoe lang nog zal het weigeren op mij te vertrouwen ondanks alle wonderen die ik verricht heb? 12 Ik zal het met de pest treffen en het verhinderen het land in bezit te nemen, en uit jou zal ik een volk laten voortkomen dat groter en sterker is dan dit.' 13 Maar Mozes zei tegen de HEER: ‘Als de Egyptenaren, bij wie u dit volk met krachtige arm hebt weggeleid, dat te weten komen, 14 zullen zij het vertellen aan de inwoners van dit land. Die hebben gehoord dat u, HEER, te midden van dit volk verblijft en dat u persoonlijk aan hen bent verschenen, dat uw wolk boven hen hangt en dat u overdag in een wolkkolom voor hen uit gaat en 's nachts in een vuurzuil. 15 Als u nu iedereen van dit volk doodt, zullen alle volken die over uw daden hebben gehoord, zeggen: 16 “De HEER was zeker niet in

Vertrouwen

Afbeelding
Numeri 14:11-25. Vertrouw jij op God in alle omstandigheden en hoe groot is zijn verdraagzaamheid t.o.v. jou, mij en deze wereld? 11 De HEER zei tegen Mozes: ‘Hoe lang zal dit volk mij nog afwijzen? Hoe lang nog zal het weigeren op mij te vertrouwen ondanks alle wonderen die ik verricht heb? 12 Ik zal het met de pest treffen en het verhinderen het land in bezit te nemen, en uit jou zal ik een volk laten voortkomen dat groter en sterker is dan dit.' 13 Maar Mozes zei tegen de HEER: ‘Als de Egyptenaren, bij wie u dit volk met krachtige arm hebt weggeleid, dat te weten komen, 14 zullen zij het vertellen aan de inwoners van dit land. Die hebben gehoord dat u, HEER, te midden van dit volk verblijft en dat u persoonlijk aan hen bent verschenen, dat uw wolk boven hen hangt en dat u overdag in een wolkkolom voor hen uit gaat en 's nachts in een vuurzuil. 15 Als u nu iedereen van dit volk doodt, zullen alle volken die over uw daden hebben gehoord, zeggen: 16 “De HEER was zeker niet in

Bijstand

Numeri 14:1-10. Hoe ervaar jij de bijstand van God in je leven en wat voor invloed heeft dat op angst? 1 Hierop barstte het hele volk in tranen uit, heel de nacht door klonk hun gejammer. 2 Ze begonnen zich allemaal te beklagen. ‘Waren we maar in Egypte gestorven,' zeiden ze tegen Mozes en Aäron, ‘of hier in de woestijn. 3 Waarom brengt de HEER ons naar dat land? Om door het zwaard geveld te worden, en om onze vrouwen en kinderen te laten buitmaken? We kunnen beter teruggaan naar Egypte.' 4 En tegen elkaar zeiden ze: ‘Laten we een leider kiezen en teruggaan naar Egypte.' 5 Toen wierpen Mozes en Aäron zich ter aarde, ten overstaan van de voltallige gemeenschap van Israël. 6 Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, twee van degenen die het land verkend hadden, scheurden hun kleren 7 en zeiden tegen de Israëlieten: ‘Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben is een buitengewoon goed land, 8 een land dat overvloeit van melk en honing. Als de HEER

Bijstand

Numeri 14:1-10. Hoe ervaar jij de bijstand van God in je leven en wat voor invloed heeft dat op angst? 1 Hierop barstte het hele volk in tranen uit, heel de nacht door klonk hun gejammer. 2 Ze begonnen zich allemaal te beklagen. ‘Waren we maar in Egypte gestorven,' zeiden ze tegen Mozes en Aäron, ‘of hier in de woestijn. 3 Waarom brengt de HEER ons naar dat land? Om door het zwaard geveld te worden, en om onze vrouwen en kinderen te laten buitmaken? We kunnen beter teruggaan naar Egypte.' 4 En tegen elkaar zeiden ze: ‘Laten we een leider kiezen en teruggaan naar Egypte.' 5 Toen wierpen Mozes en Aäron zich ter aarde, ten overstaan van de voltallige gemeenschap van Israël. 6 Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, twee van degenen die het land verkend hadden, scheurden hun kleren 7 en zeiden tegen de Israëlieten: ‘Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben is een buitengewoon goed land, 8 een land dat overvloeit van melk en honing. Als de HEER

Verslag

Numeri 13:25-33. Wat is jouw verslag van de geestelijke gesteldheid van de wijk waarin jij woont en wat zijn de mogelijkheden om Gods Geest te laten doorbreken? 25 Nadat ze het land veertig dagen lang verkend hadden, keerden ze terug 26 naar Kades in de woestijn van Paran, naar Mozes, Aäron en de andere Israëlieten. Ze brachten aan het hele volk verslag uit en lieten de vruchten uit het land zien. 27 ‘Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd,' vertelden ze aan Mozes. ‘Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. 28 Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien. 29 In de Negev wonen Amalekieten, in het bergland Hethieten, Jebusieten en Amorieten, en aan de kust en langs de Jordaan wonen Kanaänieten.' 30 Kaleb, die wilde voorkomen dat het volk zich tegen Mozes zou verzetten, zei: ‘We kunnen zonder probleem optrekken en het land in be

Verslag

Numeri 13:25-33. Wat is jouw verslag van de geestelijke gesteldheid van de wijk waarin jij woont en wat zijn de mogelijkheden om Gods Geest te laten doorbreken? 25 Nadat ze het land veertig dagen lang verkend hadden, keerden ze terug 26 naar Kades in de woestijn van Paran, naar Mozes, Aäron en de andere Israëlieten. Ze brachten aan het hele volk verslag uit en lieten de vruchten uit het land zien. 27 ‘Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd,' vertelden ze aan Mozes. ‘Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. 28 Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien. 29 In de Negev wonen Amalekieten, in het bergland Hethieten, Jebusieten en Amorieten, en aan de kust en langs de Jordaan wonen Kanaänieten.' 30 Kaleb, die wilde voorkomen dat het volk zich tegen Mozes zou verzetten, zei: ‘We kunnen zonder probleem optrekken en het land in be

Kijken

Numeri 13:17-24. Waar kijk je naar als je je wijk geestelijk verkent en probeer eens te achterhalen wat de geestelijke 'vruchten' van jouw wijk zijn? Misschien helpt het om Galaten 5 daarbij te lezen. 17 Toen Mozes hen uitzond om Kanaän te verkennen, droeg hij hun dit op: ‘Ga eerst door de Negev en dan de bergen in, 18 en kijk hoe het land is, of de bevolking sterk is of zwak en of er veel of weinig mensen wonen. 19 Kijk of het land bewoonbaar is of onherbergzaam en hoe de bevolking woont, in gewone dorpen of in vestingsteden, 20 en kijk of de grond vet is of schraal, en of er bomen groeien of niet. En probeer vooral ook vruchten uit het land mee te nemen.' Het was juist de tijd van de eerste druiven. 21 Ze gingen op weg en verkenden het land van de woestijn van Sin tot aan Rechob, bij Lebo-Hamat. 22 Ze trokken door de Negev en kwamen daarna in de buurt van Hebron, waar de Enakieten Achiman, Sesai en Talmai woonden. (Hebron is zeven jaar eerder gebouwd dan Soan in Egypte.)

Kijken

Numeri 13:17-24. Waar kijk je naar als je je wijk geestelijk verkent en probeer eens te achterhalen wat de geestelijke 'vruchten' van jouw wijk zijn? Misschien helpt het om Galaten 5 daarbij te lezen. 17 Toen Mozes hen uitzond om Kanaän te verkennen, droeg hij hun dit op: ‘Ga eerst door de Negev en dan de bergen in, 18 en kijk hoe het land is, of de bevolking sterk is of zwak en of er veel of weinig mensen wonen. 19 Kijk of het land bewoonbaar is of onherbergzaam en hoe de bevolking woont, in gewone dorpen of in vestingsteden, 20 en kijk of de grond vet is of schraal, en of er bomen groeien of niet. En probeer vooral ook vruchten uit het land mee te nemen.' Het was juist de tijd van de eerste druiven. 21 Ze gingen op weg en verkenden het land van de woestijn van Sin tot aan Rechob, bij Lebo-Hamat. 22 Ze trokken door de Negev en kwamen daarna in de buurt van Hebron, waar de Enakieten Achiman, Sesai en Talmai woonden. (Hebron is zeven jaar eerder gebouwd dan Soan in Egypte.)

Verkennen

Numeri 13:1-16. Neem eens de tijd om de buurt waarin je woont te verkennen en na te denken over de vraag hoe je een discipel van Christus kunt zijn in je eigen omgeving. 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen . Kies daartoe uit elke stam één man, een familiehoofd.' 3 Mozes deed wat de HEER gebood en stuurde er vanuit de woestijn van Paran mannen op uit, die allen tot de leiders van de Israëlieten behoorden. 4 Dit zijn hun namen: uit de stam Ruben Sammua, de zoon van Zakkur; 5 uit de stam Simeon Safat, de zoon van Chori; 6 uit de stam Juda Kaleb, de zoon van Jefunne; 7 uit de stam Issachar Jigal, de zoon van Josef; 8 uit de stam Efraïm Hosea, de zoon van Nun; 9 uit de stam Benjamin Palti, de zoon van Rafu; 10 uit de stam Zebulon Gaddiël, de zoon van Sodi; 11 van de afstammelingen van Jozef uit de stam Manasse Gaddi, de zoon van Susi; 12 uit de stam Dan Ammiël, de zoon van Gemalli; 13 uit de st

Verkennen

Numeri 13:1-16. Neem eens de tijd om de buurt waarin je woont te verkennen en na te denken over de vraag hoe je een discipel van Christus kunt zijn in je eigen omgeving. 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen . Kies daartoe uit elke stam één man, een familiehoofd.' 3 Mozes deed wat de HEER gebood en stuurde er vanuit de woestijn van Paran mannen op uit, die allen tot de leiders van de Israëlieten behoorden. 4 Dit zijn hun namen: uit de stam Ruben Sammua, de zoon van Zakkur; 5 uit de stam Simeon Safat, de zoon van Chori; 6 uit de stam Juda Kaleb, de zoon van Jefunne; 7 uit de stam Issachar Jigal, de zoon van Josef; 8 uit de stam Efraïm Hosea, de zoon van Nun; 9 uit de stam Benjamin Palti, de zoon van Rafu; 10 uit de stam Zebulon Gaddiël, de zoon van Sodi; 11 van de afstammelingen van Jozef uit de stam Manasse Gaddi, de zoon van Susi; 12 uit de stam Dan Ammiël, de zoon van Gemalli; 13 uit de st

Bescheiden

Numeri 12:1-16. 'Bescheidenheid siert de mens' is een bekend gezegde. Hoe wordt je een bescheiden mens? 1 Mirjam en Aäron maakten aanmerkingen op Mozes vanwege zijn huwelijk met een Nubische vrouw: ‘Hij is met een Nubische getrouwd!' 2 Ook zeiden ze: ‘Heeft de HEER soms uitsluitend bij monde van Mozes gesproken en niet ook bij monde van ons?' De HEER hoorde dit. 3 Nu was Mozes een zeer bescheiden man – niemand op de hele wereld was zo bescheiden als hij. 4 Onmiddellijk gebood de HEER Mozes, Aäron en Mirjam: ‘Ga alle drie naar de ontmoetingstent.' Dat deden ze. 5 Toen daalde de HEER af in de wolkkolom, ging bij de ingang van de tent staan en riep Aäron en Mirjam. Nadat zij beiden naar voren waren gekomen, 6 zei hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. 7 Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik anders om: 8 met hem spreek ik rechtstreeks, duid

Bescheiden

Numeri 12:1-16. 'Bescheidenheid siert de mens' is een bekend gezegde. Hoe wordt je een bescheiden mens? 1 Mirjam en Aäron maakten aanmerkingen op Mozes vanwege zijn huwelijk met een Nubische vrouw: ‘Hij is met een Nubische getrouwd!' 2 Ook zeiden ze: ‘Heeft de HEER soms uitsluitend bij monde van Mozes gesproken en niet ook bij monde van ons?' De HEER hoorde dit. 3 Nu was Mozes een zeer bescheiden man – niemand op de hele wereld was zo bescheiden als hij. 4 Onmiddellijk gebood de HEER Mozes, Aäron en Mirjam: ‘Ga alle drie naar de ontmoetingstent.' Dat deden ze. 5 Toen daalde de HEER af in de wolkkolom, ging bij de ingang van de tent staan en riep Aäron en Mirjam. Nadat zij beiden naar voren waren gekomen, 6 zei hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. 7 Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik anders om: 8 met hem spreek ik rechtstreeks, duid

Onverzadigbaar

Numeri 11:31-35. Hoe (on)verzadigbaar ben jij en hoe ga je daar mee om? 31 Toen liet de HEER een wind opsteken, die vanaf de zee kwartels aanvoerde en ze boven het kamp liet neervallen. Ze lagen overal rond het kamp, tot op een afstand van een dagreis, in een laag van wel twee el dik. 32 Het volk raapte de kwartels op en was daar de hele dag en de hele nacht mee bezig, en ook de hele volgende dag. Niemand verzamelde minder dan tien ezelslasten. Ze legden ze overal rond het kamp te drogen. 33 Maar ze hadden het vlees nog niet fijngekauwd of de HEER ontstak in woede tegen het volk en bracht het een grote slag toe. 34 Die plaats kreeg de naam Kibrot-Hattaäwa, naar het onverzadigbare volk dat daar begraven werd. 35 Van Kibrot-Hattaäwa trok het volk verder naar Chaserot, en daar bleven ze een tijdlang.

Onverzadigbaar

Numeri 11:31-35. Hoe (on)verzadigbaar ben jij en hoe ga je daar mee om? 31 Toen liet de HEER een wind opsteken, die vanaf de zee kwartels aanvoerde en ze boven het kamp liet neervallen. Ze lagen overal rond het kamp, tot op een afstand van een dagreis, in een laag van wel twee el dik. 32 Het volk raapte de kwartels op en was daar de hele dag en de hele nacht mee bezig, en ook de hele volgende dag. Niemand verzamelde minder dan tien ezelslasten. Ze legden ze overal rond het kamp te drogen. 33 Maar ze hadden het vlees nog niet fijngekauwd of de HEER ontstak in woede tegen het volk en bracht het een grote slag toe. 34 Die plaats kreeg de naam Kibrot-Hattaäwa, naar het onverzadigbare volk dat daar begraven werd. 35 Van Kibrot-Hattaäwa trok het volk verder naar Chaserot, en daar bleven ze een tijdlang.

Profeteren

Numeri 11:24-30. Wat is profeteren en hoe herken je het in je eigen leven? 24 Mozes ging naar buiten en bracht de woorden van de HEER aan het volk over. Daarna bracht hij zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op. 25 Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd. 26 Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp. 27 Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!' 28 ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!' zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes' rechterhand was geweest. 29 Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belang

Profeteren

Numeri 11:24-30. Wat is profeteren en hoe herken je het in je eigen leven? 24 Mozes ging naar buiten en bracht de woorden van de HEER aan het volk over. Daarna bracht hij zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op. 25 Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd. 26 Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp. 27 Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!' 28 ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!' zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes' rechterhand was geweest. 29 Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belang

Macht

Numeri 11:16-23. Schiet de macht van de Heer soms tekort? 16 De HEER antwoordde Mozes: ‘Breng zeventig van de oudsten van Israël bijeen van wie je weet dat ze hun taak als opzichter van het volk goed vervullen, en laat hen naar de ontmoetingstent komen om zich daar bij je te voegen. 17 Ik zal neerdalen om daar met jou te spreken, en een deel van de geest die op jou rust zal ik op hen overdragen. Dan kunnen zij samen met jou de last van het volk dragen en hoef je dat niet langer alleen te doen. 18 En tegen het volk moet je zeggen: “Zorg ervoor dat u morgen rein bent, dan krijgt u vlees te eten. U hebt immers bij de HEER geklaagd dat u geen vlees hebt en dat u het in Egypte zo goed had? Welnu, de HEER zal u vlees geven – en vlees eten zult u! 19 Niet zomaar één dag, niet twee dagen, niet vijf of tien of twintig dagen, 20 maar een volle maand, tot het u de neus uit komt en u er misselijk van wordt. Want u hebt de HEER, die in uw midden is, geminacht door erover te klagen dat u uit Egypte

Macht

Numeri 11:16-23. Schiet de macht van de Heer soms tekort? 16 De HEER antwoordde Mozes: ‘Breng zeventig van de oudsten van Israël bijeen van wie je weet dat ze hun taak als opzichter van het volk goed vervullen, en laat hen naar de ontmoetingstent komen om zich daar bij je te voegen. 17 Ik zal neerdalen om daar met jou te spreken, en een deel van de geest die op jou rust zal ik op hen overdragen. Dan kunnen zij samen met jou de last van het volk dragen en hoef je dat niet langer alleen te doen. 18 En tegen het volk moet je zeggen: “Zorg ervoor dat u morgen rein bent, dan krijgt u vlees te eten. U hebt immers bij de HEER geklaagd dat u geen vlees hebt en dat u het in Egypte zo goed had? Welnu, de HEER zal u vlees geven – en vlees eten zult u! 19 Niet zomaar één dag, niet twee dagen, niet vijf of tien of twintig dagen, 20 maar een volle maand, tot het u de neus uit komt en u er misselijk van wordt. Want u hebt de HEER, die in uw midden is, geminacht door erover te klagen dat u uit Egypte

Last

Numeri 11:10-15. Welke last heb jij te dragen en wat doe jij als die te zwaar is? Lees in dit verband ook eens Galaten 6:2-5. 10 Mozes hoorde hoe alle families bij de ingang van hun tent zaten te klagen. Toen de HEER in hevige woede ontstak, maakte Mozes zich kwaad. 11 Hij vroeg de HEER: ‘Waarom doet u uw dienaar dit aan? Bent u mij zo weinig genegen, dat u mij de last van heel dit volk te dragen geeft? 12 Ben ik soms zwanger geweest van dit volk, heb ik het ter wereld gebracht? En dan wilt u mij gebieden om het in mijn armen te dragen, zoals een voedster een zuigeling draagt, en het zo naar het land te brengen dat u zijn voorouders onder ede beloofd hebt? 13 Ze komen bij mij klagen dat ze vlees willen. Maar waar haal ik voor dit hele volk vlees vandaan? 14 Ik alleen kan de last van dit hele volk niet dragen, dat is te zwaar voor mij. 15 Als u mij dit werkelijk wilt aandoen, dood me dan liever meteen. Dan blijft verdere ellende mij tenminste bespaard.'

Last

Numeri 11:10-15. Welke last heb jij te dragen en wat doe jij als die te zwaar is? Lees in dit verband ook eens Galaten 6:2-5. 10 Mozes hoorde hoe alle families bij de ingang van hun tent zaten te klagen. Toen de HEER in hevige woede ontstak, maakte Mozes zich kwaad. 11 Hij vroeg de HEER: ‘Waarom doet u uw dienaar dit aan? Bent u mij zo weinig genegen, dat u mij de last van heel dit volk te dragen geeft? 12 Ben ik soms zwanger geweest van dit volk, heb ik het ter wereld gebracht? En dan wilt u mij gebieden om het in mijn armen te dragen, zoals een voedster een zuigeling draagt, en het zo naar het land te brengen dat u zijn voorouders onder ede beloofd hebt? 13 Ze komen bij mij klagen dat ze vlees willen. Maar waar haal ik voor dit hele volk vlees vandaan? 14 Ik alleen kan de last van dit hele volk niet dragen, dat is te zwaar voor mij. 15 Als u mij dit werkelijk wilt aandoen, dood me dan liever meteen. Dan blijft verdere ellende mij tenminste bespaard.'

Eten

Numeri 11:4-9. Hoe belangrijk is eten voor jou? 4 Het samenraapsel van vreemdelingen dat met hen meetrok, was onverzadigbaar, en ook de Israëlieten begonnen weer te klagen. ‘Hadden we maar vlees te eten!' zeiden ze. 5 ‘We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. 6 We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna.' 7 (Het manna leek op korianderzaad maar had de kleur van balsemhars. 8 Ze verzamelden het overal in de omtrek, maalden het met een handmolen of stampten het fijn in een vijzel, kookten het in een pot en maakten er koeken van. Die smaakten alsof ze in olie gebakken waren. 9 Wanneer het kamp 's nachts door de dauw bedekt werd, daalde ook het manna erop neer.)

Eten

Numeri 11:4-9. Hoe belangrijk is eten voor jou? 4 Het samenraapsel van vreemdelingen dat met hen meetrok, was onverzadigbaar, en ook de Israëlieten begonnen weer te klagen. ‘Hadden we maar vlees te eten!' zeiden ze. 5 ‘We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. 6 We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna.' 7 (Het manna leek op korianderzaad maar had de kleur van balsemhars. 8 Ze verzamelden het overal in de omtrek, maalden het met een handmolen of stampten het fijn in een vijzel, kookten het in een pot en maakten er koeken van. Die smaakten alsof ze in olie gebakken waren. 9 Wanneer het kamp 's nachts door de dauw bedekt werd, daalde ook het manna erop neer.)

Klagen

Numeri 11:1-3. Mag je nu wel of niet je beklag doen bij God en hoe reageert hij daar dan op? 1 Het volk begon de HEER zijn nood te klagen. Toen de HEER dat hoorde ontstak hij in woede, en het vuur van de HEER laaide op en greep om zich heen aan de rand van het kamp. 2 Het volk riep Mozes luid om hulp en Mozes bad tot de HEER. Toen doofde het vuur. 3 Ze noemden die plaats Tabera, omdat daar het vuur van de HEER bij hen was opgelaaid.

Klagen

Numeri 11:1-3. Mag je nu wel of niet je beklag doen bij God en hoe reageert hij daar dan op? 1 Het volk begon de HEER zijn nood te klagen. Toen de HEER dat hoorde ontstak hij in woede, en het vuur van de HEER laaide op en greep om zich heen aan de rand van het kamp. 2 Het volk riep Mozes luid om hulp en Mozes bad tot de HEER. Toen doofde het vuur. 3 Ze noemden die plaats Tabera, omdat daar het vuur van de HEER bij hen was opgelaaid.

Rustplaats

Numeri 10:33-36. Heb jij je rustplaats al gevonden en hoe vind je die? 33 Nadat ze bij de berg van de HEER vandaan gegaan waren, trokken ze drie dagen verder. De ark van het verbond met de HEER ging voor hen uit om een rustplaats voor hen te zoeken. 34 Wanneer ze verder trokken, hing overdag de wolk van de HEER boven hen. 35 Steeds als de ark verder zou trekken zei Mozes: ‘Sta op, HEER, en uw vijanden stuiven uiteen, uw tegenstanders vluchten voor u!' 36 En steeds als de ark stilhield zei hij: ‘Keer terug, HEER, naar Israël, keer terug naar de tienduizend maal duizenden!'

Rustplaats

Numeri 10:33-36. Heb jij je rustplaats al gevonden en hoe vind je die? 33 Nadat ze bij de berg van de HEER vandaan gegaan waren, trokken ze drie dagen verder. De ark van het verbond met de HEER ging voor hen uit om een rustplaats voor hen te zoeken. 34 Wanneer ze verder trokken, hing overdag de wolk van de HEER boven hen. 35 Steeds als de ark verder zou trekken zei Mozes: ‘Sta op, HEER, en uw vijanden stuiven uiteen, uw tegenstanders vluchten voor u!' 36 En steeds als de ark stilhield zei hij: ‘Keer terug, HEER, naar Israël, keer terug naar de tienduizend maal duizenden!'

Gids

Numeri 10:29-32. Wie/wat is jouw gids in dit leven? 29 Mozes zei tegen Chobab, de zoon van de Midjaniet Reüel, Mozes' schoonvader: ‘Wij vertrekken nu naar het gebied dat de HEER ons heeft toegezegd. Ga met ons mee; je zult het goed bij ons hebben, want de HEER heeft Israël voorspoed beloofd.' 30 Maar hij antwoordde dat hij liever naar zijn geboorteland terugging. 31 ‘Ga alsjeblieft niet bij ons weg,' zei Mozes. ‘Jij weet immers waar wij in de woestijn het best onze tenten kunnen opslaan, je kunt onze gids zijn. 32 Als je met ons meegaat, zullen wij je laten delen in de voorspoed die de HEER ons zal geven.'

Gids

Numeri 10:29-32. Wie/wat is jouw gids in dit leven? 29 Mozes zei tegen Chobab, de zoon van de Midjaniet Reüel, Mozes' schoonvader: ‘Wij vertrekken nu naar het gebied dat de HEER ons heeft toegezegd. Ga met ons mee; je zult het goed bij ons hebben, want de HEER heeft Israël voorspoed beloofd.' 30 Maar hij antwoordde dat hij liever naar zijn geboorteland terugging. 31 ‘Ga alsjeblieft niet bij ons weg,' zei Mozes. ‘Jij weet immers waar wij in de woestijn het best onze tenten kunnen opslaan, je kunt onze gids zijn. 32 Als je met ons meegaat, zullen wij je laten delen in de voorspoed die de HEER ons zal geven.'

Opbreken

Numeri 10:11-28. Waar naartoe ben jij onderweg en van welke 'legerafdeling' maak jij deel uit? 11 Op de twintigste dag van de tweede maand in het tweede jaar verhief de wolk zich van de tabernakel met de verbondstekst 12 en trokken de Israëlieten in de voorgeschreven volgorde weg uit de Sinaiwoestijn. De wolk bleef rusten in de woestijn van Paran. 13 Dit was de eerste maal dat ze opbraken zoals de HEER hun bij monde van Mozes had opgedragen. 14 Het eerst braken de afdelingen op die bij het vaandel van de Judeeërs gelegerd waren. Aanvoerder van het leger van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab, 15 aanvoerder van het leger van de stam Issachar was Netanel, de zoon van Suar, 16 aanvoerder van het leger van de stam Zebulon was Eliab, de zoon van Chelon. 17 Daarna werd de tabernakel afgebroken en braken de Gersonieten en de Merarieten op, die hem vervoerden. 18 Vervolgens braken de afdelingen op die bij het vaandel van Ruben gelegerd waren. Aanvoerder van het leger van Ruben was

Opbreken

Numeri 10:11-28. Waar naartoe ben jij onderweg en van welke 'legerafdeling' maak jij deel uit? 11 Op de twintigste dag van de tweede maand in het tweede jaar verhief de wolk zich van de tabernakel met de verbondstekst 12 en trokken de Israëlieten in de voorgeschreven volgorde weg uit de Sinaiwoestijn. De wolk bleef rusten in de woestijn van Paran. 13 Dit was de eerste maal dat ze opbraken zoals de HEER hun bij monde van Mozes had opgedragen. 14 Het eerst braken de afdelingen op die bij het vaandel van de Judeeërs gelegerd waren. Aanvoerder van het leger van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab, 15 aanvoerder van het leger van de stam Issachar was Netanel, de zoon van Suar, 16 aanvoerder van het leger van de stam Zebulon was Eliab, de zoon van Chelon. 17 Daarna werd de tabernakel afgebroken en braken de Gersonieten en de Merarieten op, die hem vervoerden. 18 Vervolgens braken de afdelingen op die bij het vaandel van Ruben gelegerd waren. Aanvoerder van het leger van Ruben was

Trompetten

Numeri 10:1-10. Met welke signaal brengen wij ons in herinnering bij God? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Maak van gedreven zilver twee trompetten om de gemeenschap bijeen te roepen en om het sein tot opbreken van het legerkamp te geven. 3 Wordt er op beide trompetten geblazen, dan moet de hele gemeenschap zich bij je verzamelen, bij de ingang van de ontmoetingstent. 4 Als op een ervan geblazen wordt, verzamelen de leiders van Israël, de aanvoerders van de legereenheden, zich bij je. 5 Wordt er een luid signaal geblazen, dan breken de afdelingen op die aan de oostkant gelegerd zijn; 6 op een tweede luid signaal breken de afdelingen op die aan de zuidkant gelegerd zijn. Telkens als het kamp moet worden opgebroken, moet er een luid signaal gegeven worden. 7 Voor het bijeenroepen van de gemeenschap gebeurt dat niet: dan wordt er geen luid signaal geblazen, maar een gewone trompetstoot gegeven. 8 Het blazen op de trompetten is de taak van Aärons nakomelingen, de priesters. Deze bepaling blij

Trompetten

Numeri 10:1-10. Met welke signaal brengen wij ons in herinnering bij God? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Maak van gedreven zilver twee trompetten om de gemeenschap bijeen te roepen en om het sein tot opbreken van het legerkamp te geven. 3 Wordt er op beide trompetten geblazen, dan moet de hele gemeenschap zich bij je verzamelen, bij de ingang van de ontmoetingstent. 4 Als op een ervan geblazen wordt, verzamelen de leiders van Israël, de aanvoerders van de legereenheden, zich bij je. 5 Wordt er een luid signaal geblazen, dan breken de afdelingen op die aan de oostkant gelegerd zijn; 6 op een tweede luid signaal breken de afdelingen op die aan de zuidkant gelegerd zijn. Telkens als het kamp moet worden opgebroken, moet er een luid signaal gegeven worden. 7 Voor het bijeenroepen van de gemeenschap gebeurt dat niet: dan wordt er geen luid signaal geblazen, maar een gewone trompetstoot gegeven. 8 Het blazen op de trompetten is de taak van Aärons nakomelingen, de priesters. Deze bepaling blij

Wolk

Numeri 9:15-23. Hoe weet jij wanneer het de tijd is om op te breken en verder te trekken? 15 Op de dag waarop de tabernakel met de verbondstekst was opgebouwd, werd hij overdekt door een wolk. Die avond was de wolk als een lichtend vuur boven de tabernakel te zien, en dat bleef zo tot de volgende morgen. 16 Zo was het voortdurend: de wolk overdekte de tabernakel en was 's nachts te zien als een vuur. 17 Telkens als de wolk zich van de tent verhief trokken de Israëlieten verder, en op de plaats waar de wolk stilhield sloegen ze hun kamp op. 18 Op bevel van de HEER trokken de Israëlieten verder, en op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op. Zolang de wolk op de tabernakel rustte, bleven ze op de plaats waar ze waren. 19 Bleef de wolk lange tijd boven de tabernakel hangen, dan braken de Israëlieten al die tijd niet op; ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER. 20 Soms bleef de wolk maar een paar dagen boven de tabernakel hangen. Ook dan sloegen ze hun kamp op wanneer de HEER

Wolk

Numeri 9:15-23. Hoe weet jij wanneer het de tijd is om op te breken en verder te trekken? 15 Op de dag waarop de tabernakel met de verbondstekst was opgebouwd, werd hij overdekt door een wolk. Die avond was de wolk als een lichtend vuur boven de tabernakel te zien, en dat bleef zo tot de volgende morgen. 16 Zo was het voortdurend: de wolk overdekte de tabernakel en was 's nachts te zien als een vuur. 17 Telkens als de wolk zich van de tent verhief trokken de Israëlieten verder, en op de plaats waar de wolk stilhield sloegen ze hun kamp op. 18 Op bevel van de HEER trokken de Israëlieten verder, en op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op. Zolang de wolk op de tabernakel rustte, bleven ze op de plaats waar ze waren. 19 Bleef de wolk lange tijd boven de tabernakel hangen, dan braken de Israëlieten al die tijd niet op; ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER. 20 Soms bleef de wolk maar een paar dagen boven de tabernakel hangen. Ook dan sloegen ze hun kamp op wanneer de HEER

Nauwkeurig

Numeri 9:6-14. Hoe nauwkeurig is de Heilige Geest in het uitwerken van Gods wil in en door jouw leven en krijgt hij daar de ruimte voor van jou? 6 Nu waren sommigen onrein doordat ze met een lijk in aanraking waren geweest, zodat ze die dag geen Pesach konden vieren. Ze wendden zich nog dezelfde dag tot Mozes en Aäron. 7 ‘Wij zijn onrein doordat we met een dode in aanraking zijn geweest,' zeiden ze. ‘Moet dat echt een beletsel zijn om samen met de andere Israëlieten op de vastgestelde tijd ons offer aan de HEER te brengen?' 8 ‘Wacht hier,' antwoordde Mozes, ‘dan ga ik vragen wat de HEER van u verlangt.' 9 Toen zei de HEER tegen Mozes: 10 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer iemand van u of van uw nakomelingen onrein is doordat hij met een lijk in aanraking is geweest of wanneer iemand een verre reis maakt, en hij wil toch ter ere van de HEER het pesachoffer bereiden, 11 dan moet hij dat doen in de tweede maand, op de veertiende dag, in de avondschemer. Hij moet er ongede

Nauwkeurig

Numeri 9:6-14. Hoe nauwkeurig is de Heilige Geest in het uitwerken van Gods wil in en door jouw leven en krijgt hij daar de ruimte voor van jou? 6 Nu waren sommigen onrein doordat ze met een lijk in aanraking waren geweest, zodat ze die dag geen Pesach konden vieren. Ze wendden zich nog dezelfde dag tot Mozes en Aäron. 7 ‘Wij zijn onrein doordat we met een dode in aanraking zijn geweest,' zeiden ze. ‘Moet dat echt een beletsel zijn om samen met de andere Israëlieten op de vastgestelde tijd ons offer aan de HEER te brengen?' 8 ‘Wacht hier,' antwoordde Mozes, ‘dan ga ik vragen wat de HEER van u verlangt.' 9 Toen zei de HEER tegen Mozes: 10 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer iemand van u of van uw nakomelingen onrein is doordat hij met een lijk in aanraking is geweest of wanneer iemand een verre reis maakt, en hij wil toch ter ere van de HEER het pesachoffer bereiden, 11 dan moet hij dat doen in de tweede maand, op de veertiende dag, in de avondschemer. Hij moet er ongede

Pesachfeest

Numeri 9:1-5. Hoe staat het Pesachfeest in relatie tot ons Paasfeest en wat betekent het voor jou? 1 In de eerste maand van het tweede jaar na de uittocht uit Egypte richtte de HEER zich in de Sinaiwoestijn tot Mozes. Hij zei: 2 ‘De Israëlieten moeten op de daarvoor vastgestelde tijd het pesachoffer bereiden. 3 Dat moet gebeuren op de veertiende dag van deze maand, in de avondschemer, op de vastgestelde tijd, met inachtneming van alle voorschriften en regels die ervoor gelden.' 4 Mozes droeg de Israëlieten op het pesachoffer te bereiden, 5 en zo vierden ze op de veertiende dag van de eerste maand, in de avondschemer, in de Sinaiwoestijn het pesachfeest; ze vierden het precies zoals de HEER het Mozes geboden had.

Pesachfeest

Numeri 9:1-5. Hoe staat het Pesachfeest in relatie tot ons Paasfeest en wat betekent het voor jou? 1 In de eerste maand van het tweede jaar na de uittocht uit Egypte richtte de HEER zich in de Sinaiwoestijn tot Mozes. Hij zei: 2 ‘De Israëlieten moeten op de daarvoor vastgestelde tijd het pesachoffer bereiden. 3 Dat moet gebeuren op de veertiende dag van deze maand, in de avondschemer, op de vastgestelde tijd, met inachtneming van alle voorschriften en regels die ervoor gelden.' 4 Mozes droeg de Israëlieten op het pesachoffer te bereiden, 5 en zo vierden ze op de veertiende dag van de eerste maand, in de avondschemer, in de Sinaiwoestijn het pesachfeest; ze vierden het precies zoals de HEER het Mozes geboden had.

Alles

Numeri 8:20-26. Kan en mag de Heilige Geest alles in en door jouw leven uitvoeren wat God ons opgedragen heeft en wat is dat dan? 20 Mozes en Aäron en heel Israël voerden alles uit wat de HEER Mozes met betrekking tot de Levieten had opgedragen. 21 De Levieten reinigden zich en wasten hun kleren, en Aäron bood hen als offergave aan de HEER aan en voltrok de verzoeningsrite aan hen. Zo reinigde hij hen. 22 Daarna konden de Levieten hun werkzaamheden bij de ontmoetingstent verrichten, onder toezicht van Aäron en zijn zonen. Alles wat de HEER Mozes met betrekking tot de Levieten had opgedragen, werd uitgevoerd. 23 De HEER zei tegen Mozes: 24 ‘Voor de Levieten geldt dit voorschrift: iedereen van vijfentwintig jaar of ouder moet werkzaamheden bij de ontmoetingstent verrichten. 25 Wie vijftig jaar is, is van die verplichting ontslagen en hoeft niet langer dienst te doen. 26 Wel mag hij zijn verwanten nog behulpzaam zijn bij het verrichten van hun werk bij de ontmoetingstent. Zo moet je het w

Alles

Numeri 8:20-26. Kan en mag de Heilige Geest alles in en door jouw leven uitvoeren wat God ons opgedragen heeft en wat is dat dan? 20 Mozes en Aäron en heel Israël voerden alles uit wat de HEER Mozes met betrekking tot de Levieten had opgedragen. 21 De Levieten reinigden zich en wasten hun kleren, en Aäron bood hen als offergave aan de HEER aan en voltrok de verzoeningsrite aan hen. Zo reinigde hij hen. 22 Daarna konden de Levieten hun werkzaamheden bij de ontmoetingstent verrichten, onder toezicht van Aäron en zijn zonen. Alles wat de HEER Mozes met betrekking tot de Levieten had opgedragen, werd uitgevoerd. 23 De HEER zei tegen Mozes: 24 ‘Voor de Levieten geldt dit voorschrift: iedereen van vijfentwintig jaar of ouder moet werkzaamheden bij de ontmoetingstent verrichten. 25 Wie vijftig jaar is, is van die verplichting ontslagen en hoeft niet langer dienst te doen. 26 Wel mag hij zijn verwanten nog behulpzaam zijn bij het verrichten van hun werk bij de ontmoetingstent. Zo moet je het w

Vertegenwoordigen

Numeri 8:5-19. Wie vertegenwoordig jij? 5 De HEER zei tegen Mozes: 6 ‘Zonder de Levieten van de overige Israëlieten af en reinig hen. 7 Je moet hen besprenkelen met reinigingswater, en vervolgens moeten ze hun hele lichaam scheren en hun kleren wassen. Daarna zijn ze rein. 8 Dan moeten ze een jonge stier brengen met het bijbehorende graanoffer van tarwebloem vermengd met olijfolie. Laat zelf een tweede jonge stier brengen voor een reinigingsoffer. 9 Draag de Levieten op om naar de ruimte voor de ontmoetingstent te gaan en roep de voltallige gemeenschap van Israël bijeen. 10 Wanneer je de Levieten zo voor de HEER hebt gebracht, moeten de Israëlieten hun de hand opleggen 11 en moet Aäron hen namens de Israëlieten als offergave aan de HEER aanbieden; zij zijn bestemd voor de dienst van de HEER. 12 Laat de Levieten hun hand op de kop van de jonge stieren leggen, en draag daarna de ene stier als reinigingsoffer en de andere als brandoffer aan de HEER op om verzoening voor de Levieten te bew

Vertegenwoordigen

Numeri 8:5-19. Wie vertegenwoordig jij? 5 De HEER zei tegen Mozes: 6 ‘Zonder de Levieten van de overige Israëlieten af en reinig hen. 7 Je moet hen besprenkelen met reinigingswater, en vervolgens moeten ze hun hele lichaam scheren en hun kleren wassen. Daarna zijn ze rein. 8 Dan moeten ze een jonge stier brengen met het bijbehorende graanoffer van tarwebloem vermengd met olijfolie. Laat zelf een tweede jonge stier brengen voor een reinigingsoffer. 9 Draag de Levieten op om naar de ruimte voor de ontmoetingstent te gaan en roep de voltallige gemeenschap van Israël bijeen. 10 Wanneer je de Levieten zo voor de HEER hebt gebracht, moeten de Israëlieten hun de hand opleggen 11 en moet Aäron hen namens de Israëlieten als offergave aan de HEER aanbieden; zij zijn bestemd voor de dienst van de HEER. 12 Laat de Levieten hun hand op de kop van de jonge stieren leggen, en draag daarna de ene stier als reinigingsoffer en de andere als brandoffer aan de HEER op om verzoening voor de Levieten te bew