Posts

Posts uit april, 2014 tonen

Polygamie

Genesis 36:1-8. Wat is jouw zienswijze op het hebben van meerdere vrouwen (polygamie) en welke huwelijksvorm past volgens jou en volgens de Bijbel bij het oorspronkelijke plan van God? Dit zijn de nakomelingen van Esau, ook Edom genoemd. Esau trouwde met vrouwen uit Kanaän: met Ada, de dochter van de Hethiet Elon, met Oholibama, die een dochter was van Ana en een kleindochter van de Chiwwiet Sibon, en met Basemat, de dochter van Ismaël en de zuster van Nebajot. Ada baarde hem Elifaz, Basemat baarde Reüel, en Oholibama baarde Jeüs, Jalam en Korach. Dit waren de zonen van Esau, die hij in Kanaän kreeg. Met zijn vrouwen, zijn zonen en dochters en al zijn slaven en slavinnen, met zijn hele veestapel en alle bezittingen die hij in Kanaän verworven had, trok Esau naar een ander land, weg van zijn broer Jakob. Beiden bezaten namelijk zo veel vee dat het land waar zij toen woonden niet groot genoeg was om bij elkaar te blijven. Esau, ook Edom genoemd, vestigde zich in het Seïrgebergte. (Genesi

Polygamie

Genesis 36:1-8. Wat is jouw zienswijze op het hebben van meerdere vrouwen (polygamie) en welke huwelijksvorm past volgens jou en volgens de Bijbel bij het oorspronkelijke plan van God? Dit zijn de nakomelingen van Esau, ook Edom genoemd. Esau trouwde met vrouwen uit Kanaän: met Ada, de dochter van de Hethiet Elon, met Oholibama, die een dochter was van Ana en een kleindochter van de Chiwwiet Sibon, en met Basemat, de dochter van Ismaël en de zuster van Nebajot. Ada baarde hem Elifaz, Basemat baarde Reüel, en Oholibama baarde Jeüs, Jalam en Korach. Dit waren de zonen van Esau, die hij in Kanaän kreeg. Met zijn vrouwen, zijn zonen en dochters en al zijn slaven en slavinnen, met zijn hele veestapel en alle bezittingen die hij in Kanaän verworven had, trok Esau naar een ander land, weg van zijn broer Jakob. Beiden bezaten namelijk zo veel vee dat het land waar zij toen woonden niet groot genoeg was om bij elkaar te blijven. Esau, ook Edom genoemd, vestigde zich in het Seïrgebergte. (Genesi

Voorouders

Wordt jij met je voorouders verenigd als je je laatste adem uitgeblazen hebt en hoe weet je dat? Israël reisde verder en sloeg zijn tent op even voorbij Migdal-Eder. Tijdens Israëls verblijf in deze streek sliep Ruben eens met Bilha, zijn vaders bijvrouw. Israël hoorde ervan. Twaalf zonen had Jakob. Zonen van Lea: Jakobs oudste zoon Ruben, en verder Simeon, Levi, Juda, Issachar en Zebulon. Zonen van Rachel: Jozef en Benjamin. Zonen van Rachels slavin Bilha: Dan en Naftali. Zonen van Lea’s slavin Zilpa: Gad en Aser. Dit waren de zonen van Jakob, die hij in Paddan-Aram kreeg. Ten slotte kwam Jakob terug bij zijn vader Isaak in Mamre, bij Kirjat-Arba, dat nu Hebron heet, de woonplaats van Abraham en van Isaak. Isaak leefde honderdtachtig jaar. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd, na een lang leven. Hij werd begraven door zijn zonen Esau en Jakob. (Genesis 35:21-29 NBV)

Voorouders

Wordt jij met je voorouders verenigd als je je laatste adem uitgeblazen hebt en hoe weet je dat? Israël reisde verder en sloeg zijn tent op even voorbij Migdal-Eder. Tijdens Israëls verblijf in deze streek sliep Ruben eens met Bilha, zijn vaders bijvrouw. Israël hoorde ervan. Twaalf zonen had Jakob. Zonen van Lea: Jakobs oudste zoon Ruben, en verder Simeon, Levi, Juda, Issachar en Zebulon. Zonen van Rachel: Jozef en Benjamin. Zonen van Rachels slavin Bilha: Dan en Naftali. Zonen van Lea’s slavin Zilpa: Gad en Aser. Dit waren de zonen van Jakob, die hij in Paddan-Aram kreeg. Ten slotte kwam Jakob terug bij zijn vader Isaak in Mamre, bij Kirjat-Arba, dat nu Hebron heet, de woonplaats van Abraham en van Isaak. Isaak leefde honderdtachtig jaar. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd, na een lang leven. Hij werd begraven door zijn zonen Esau en Jakob. (Genesis 35:21-29 NBV)

Smart en geluk

Genesis 35:16-20. Wanneer hebben smart en geluk in jouw leven zo dicht bij elkaar gelegen als in deze geschiedenis en hoe ging jij daar mee om? Toen ze weer uit Betel waren vertrokken en nog maar een uur of twee van Efrat verwijderd waren, moest Rachel bevallen. Het was een moeizame bevalling en ze had het erg zwaar, maar de vroedvrouw zei tegen haar: ‘Troost je: je hebt er een zoon bij!’ En terwijl het leven al van haar week – want ze stierf – gaf zij hem de naam Ben-Oni. Maar zijn vader noemde hem Benjamin. Toen Rachel overleden was, werd ze begraven langs de weg naar Efrat, het tegenwoordige Betlehem. Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft. (Genesis 35:16-20 NBV)

Smart en geluk

Genesis 35:16-20. Wanneer hebben smart en geluk in jouw leven zo dicht bij elkaar gelegen als in deze geschiedenis en hoe ging jij daar mee om? Toen ze weer uit Betel waren vertrokken en nog maar een uur of twee van Efrat verwijderd waren, moest Rachel bevallen. Het was een moeizame bevalling en ze had het erg zwaar, maar de vroedvrouw zei tegen haar: ‘Troost je: je hebt er een zoon bij!’ En terwijl het leven al van haar week – want ze stierf – gaf zij hem de naam Ben-Oni. Maar zijn vader noemde hem Benjamin. Toen Rachel overleden was, werd ze begraven langs de weg naar Efrat, het tegenwoordige Betlehem. Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft. (Genesis 35:16-20 NBV)

Ontzagwekkende

Genesis 35:6-15. Wekt God ontzag op in jouw leven en hoe toon jij dat ontzag voor Hem? Toen Jakob met alle mensen die met hem meetrokken in Luz was aangekomen, het huidige Betel, in Kanaän, bouwde hij er een altaar; hij noemde die plaats ‘God is in Betel’, omdat God zich daar aan hem geopenbaard had toen hij op de vlucht was voor zijn broer. (De voedster van Rebekka, Debora, stierf daar. Ze werd ten zuiden van Betel begraven, onder een eik die daarom Eik van geween werd genoemd.) Nu Jakob was teruggekeerd uit Paddan-Aram, verscheen God hem opnieuw, en hij zegende hem. Hij zei: ‘Tot nu toe heette je Jakob. Die naam zul je niet langer dragen: Israël is je nieuwe naam.’ Zo gaf God hem de naam Israël. En hij vervolgde: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Wees vruchtbaar en word talrijk; je zult uitgroeien tot een volk, tot een hele menigte volken, en er zullen koningen uit je voortkomen. Ik geef jou het land dat ik aan Abraham en aan Isaak heb gegeven; ook aan je nakomelingen geef ik dit land.

Ontzagwekkende

Genesis 35:6-15. Wekt God ontzag op in jouw leven en hoe toon jij dat ontzag voor Hem? Toen Jakob met alle mensen die met hem meetrokken in Luz was aangekomen, het huidige Betel, in Kanaän, bouwde hij er een altaar; hij noemde die plaats ‘God is in Betel’, omdat God zich daar aan hem geopenbaard had toen hij op de vlucht was voor zijn broer. (De voedster van Rebekka, Debora, stierf daar. Ze werd ten zuiden van Betel begraven, onder een eik die daarom Eik van geween werd genoemd.) Nu Jakob was teruggekeerd uit Paddan-Aram, verscheen God hem opnieuw, en hij zegende hem. Hij zei: ‘Tot nu toe heette je Jakob. Die naam zul je niet langer dragen: Israël is je nieuwe naam.’ Zo gaf God hem de naam Israël. En hij vervolgde: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Wees vruchtbaar en word talrijk; je zult uitgroeien tot een volk, tot een hele menigte volken, en er zullen koningen uit je voortkomen. Ik geef jou het land dat ik aan Abraham en aan Isaak heb gegeven; ook aan je nakomelingen geef ik dit land.

Reis

Genesis 35:1-5. Wat is de bestemming van jouw levensreis, hoe heb je je er op voorbereid en ben je nog onderweg? God zei tegen Jakob: ‘Ga naar Betel. Blijf daar en bouw er een altaar voor de God die daar aan jou verschenen is toen je op de vlucht was voor je broer Esau.’ Toen zei Jakob tegen zijn familieleden en tegen alle anderen die bij hem waren: ‘Doe de vreemde goden die jullie hebben weg, reinig je en trek schone kleren aan. Laten we naar Betel gaan: daar wil ik een altaar bouwen voor de God die naar mij heeft omgezien toen ik diep in de ellende zat en die mij op mijn hele reis terzijde heeft gestaan.’ Ze gaven Jakob alle afgodsbeelden die ze in hun bezit hadden, en ook hun oorringen, en Jakob begroef alles onder de terebint bij Sichem. Daarna braken ze op. God joeg de inwoners van de steden in de omtrek zo’n angst aan dat ze het niet waagden Jakobs zonen te achtervolgen. (Genesis 35:1-5 NBV)

Reis

Genesis 35:1-5. Wat is de bestemming van jouw levensreis, hoe heb je je er op voorbereid en ben je nog onderweg? God zei tegen Jakob: ‘Ga naar Betel. Blijf daar en bouw er een altaar voor de God die daar aan jou verschenen is toen je op de vlucht was voor je broer Esau.’ Toen zei Jakob tegen zijn familieleden en tegen alle anderen die bij hem waren: ‘Doe de vreemde goden die jullie hebben weg, reinig je en trek schone kleren aan. Laten we naar Betel gaan: daar wil ik een altaar bouwen voor de God die naar mij heeft omgezien toen ik diep in de ellende zat en die mij op mijn hele reis terzijde heeft gestaan.’ Ze gaven Jakob alle afgodsbeelden die ze in hun bezit hadden, en ook hun oorringen, en Jakob begroef alles onder de terebint bij Sichem. Daarna braken ze op. God joeg de inwoners van de steden in de omtrek zo’n angst aan dat ze het niet waagden Jakobs zonen te achtervolgen. (Genesis 35:1-5 NBV)

Verwijten

Genesis 34:25-31. Was het verwijt van Jacob terecht en wat valt hem te verwijten? Verwijt jij mensen iets en zo ja, wat is dan de bron van dat verwijt en wat doe je er mee? Drie dagen later, toen de mannen van Sichem koortsig waren, pakten twee van Jakobs zonen, Simeon en Levi, die volle broers van Dina waren, hun zwaard en overvielen de stad, waar niemand op onraad bedacht was. Ze doodden alle mannen. Ook Chamor en zijn zoon Sichem brachten ze om het leven. Ze haalden Dina uit Sichems huis en vertrokken. Daarop beroofden Jakobs andere zonen de slachtoffers en plunderden de stad, omdat hun zuster onteerd was. Schapen, geiten, runderen, ezels, en alles wat er in de stad of op het veld te vinden was maakten ze buit. Alle bezittingen namen ze mee, en de vrouwen en kinderen voerden ze als gevangenen weg; ze roofden de huizen helemaal leeg. Jakob maakte Simeon en Levi verwijten. ‘Jullie hebben mij in het ongeluk gestort,’ zei hij, ‘want jullie hebben mij een slechte naam bezorgd bij de inwo

Verwijten

Genesis 34:25-31. Was het verwijt van Jacob terecht en wat valt hem te verwijten? Verwijt jij mensen iets en zo ja, wat is dan de bron van dat verwijt en wat doe je er mee? Drie dagen later, toen de mannen van Sichem koortsig waren, pakten twee van Jakobs zonen, Simeon en Levi, die volle broers van Dina waren, hun zwaard en overvielen de stad, waar niemand op onraad bedacht was. Ze doodden alle mannen. Ook Chamor en zijn zoon Sichem brachten ze om het leven. Ze haalden Dina uit Sichems huis en vertrokken. Daarop beroofden Jakobs andere zonen de slachtoffers en plunderden de stad, omdat hun zuster onteerd was. Schapen, geiten, runderen, ezels, en alles wat er in de stad of op het veld te vinden was maakten ze buit. Alle bezittingen namen ze mee, en de vrouwen en kinderen voerden ze als gevangenen weg; ze roofden de huizen helemaal leeg. Jakob maakte Simeon en Levi verwijten. ‘Jullie hebben mij in het ongeluk gestort,’ zei hij, ‘want jullie hebben mij een slechte naam bezorgd bij de inwo

Invloed

Genesis 34:19-24. Wat is de invloed die jij hebt op mensen en hoe ge(mis)bruik je die? De jongeman wilde geen moment wachten met de uitvoering ervan, want hij begeerde Jakobs dochter vurig. Hij had meer invloed dan wie ook van zijn familieleden. Samen met zijn vader Chamor ging hij naar de stadspoort. Tegen de mannen die daar bijeen waren, zeiden ze: ‘Die mensen hebben vredelievende bedoelingen. Laat hen daarom hier wonen en vrij in ons land rondtrekken; er is immers ruimte genoeg voor hen in ons land. Wij kunnen met hun dochters trouwen, en onze dochters kunnen we aan hen geven. Maar ze stellen één voorwaarde voordat ze bereid zijn om bij ons te wonen en één volk met ons te worden: al onze mannen en jongens moeten worden besneden, net als zij. Denk u eens in – hun hele veestapel en al hun bezittingen zullen voor ons zijn! Laten we hun dus ter wille zijn, dan blijven ze bij ons.’ Allen die in de stadspoort bijeen waren gekomen gaven gehoor aan de oproep van Chamor en Sichem, en zo werd

Invloed

Genesis 34:19-24. Wat is de invloed die jij hebt op mensen en hoe ge(mis)bruik je die? De jongeman wilde geen moment wachten met de uitvoering ervan, want hij begeerde Jakobs dochter vurig. Hij had meer invloed dan wie ook van zijn familieleden. Samen met zijn vader Chamor ging hij naar de stadspoort. Tegen de mannen die daar bijeen waren, zeiden ze: ‘Die mensen hebben vredelievende bedoelingen. Laat hen daarom hier wonen en vrij in ons land rondtrekken; er is immers ruimte genoeg voor hen in ons land. Wij kunnen met hun dochters trouwen, en onze dochters kunnen we aan hen geven. Maar ze stellen één voorwaarde voordat ze bereid zijn om bij ons te wonen en één volk met ons te worden: al onze mannen en jongens moeten worden besneden, net als zij. Denk u eens in – hun hele veestapel en al hun bezittingen zullen voor ons zijn! Laten we hun dus ter wille zijn, dan blijven ze bij ons.’ Allen die in de stadspoort bijeen waren gekomen gaven gehoor aan de oproep van Chamor en Sichem, en zo werd

Onteerd

Genesis 34:5-18. Wat is jouw eer en dat van jouw geliefden waard en hoe zou jij reageren als die eer ontnomen zou worden? Het was Jakob wel ter ore gekomen dat Sichem zijn dochter had onteerd, maar zijn zonen waren op dat moment in het veld bij het vee, en hij ondernam niets zolang zij niet thuis waren. Chamor, Sichems vader, kwam bij Jakob om met hem te praten. Zodra Jakobs zonen van het gebeurde hadden gehoord, waren zij naar huis gekomen. Ze voelden zich diep gekrenkt en waren woedend omdat Sichem gemeenschap had gehad met hun zuster en zich schuldig had gemaakt aan iets dat voor de Israëlieten een schandelijk en ontoelaatbaar vergrijp is. Chamor deed hun een voorstel: ‘Sichem, mijn zoon, houdt zielsveel van uw zuster. Daarom verzoek ik u haar aan hem uit te huwelijken. En verbind u ook door andere huwelijken met ons: geef ons uw dochters en trouw zelf met die van ons. En blijf dan bij ons, het land ligt voor u open: u kunt er wonen, er vrij in rondtrekken en er grond kopen.’ Sichem

Onteerd

Genesis 34:5-18. Wat is jouw eer en dat van jouw geliefden waard en hoe zou jij reageren als die eer ontnomen zou worden? Het was Jakob wel ter ore gekomen dat Sichem zijn dochter had onteerd, maar zijn zonen waren op dat moment in het veld bij het vee, en hij ondernam niets zolang zij niet thuis waren. Chamor, Sichems vader, kwam bij Jakob om met hem te praten. Zodra Jakobs zonen van het gebeurde hadden gehoord, waren zij naar huis gekomen. Ze voelden zich diep gekrenkt en waren woedend omdat Sichem gemeenschap had gehad met hun zuster en zich schuldig had gemaakt aan iets dat voor de Israëlieten een schandelijk en ontoelaatbaar vergrijp is. Chamor deed hun een voorstel: ‘Sichem, mijn zoon, houdt zielsveel van uw zuster. Daarom verzoek ik u haar aan hem uit te huwelijken. En verbind u ook door andere huwelijken met ons: geef ons uw dochters en trouw zelf met die van ons. En blijf dan bij ons, het land ligt voor u open: u kunt er wonen, er vrij in rondtrekken en er grond kopen.’ Sichem

Onweerstaanbaar

Genesis 33:18-20 en 34:1-4. Hoe staat het met jouw zelfbeheersing als het om zaken gaat waar jij je onweerstaanbaar toe aangetrokken voelt, maar zonde is als je er aan toegeeft? Op zijn tocht vanuit Paddan-Aram kwam Jakob ook in Sichem, een stad in Kanaän. Toen hij daar behouden aangekomen was, sloeg hij ten oosten van die stad zijn kamp op. Het stuk land waarop zijn tenten stonden, kocht hij voor honderd kesita van de zonen van Chamor, onder wie Sichem. Hij bouwde daar een altaar, dat hij ‘El is de God van Israël’ noemde.  Op een dag ging Dina, de dochter van Lea en Jakob, eens kijken bij de meisjes van dat land. Zij werd opgemerkt door Sichem, een van de zonen van de Chiwwiet Chamor, die over dat gebied heerste. Hij overweldigde en verkrachtte haar. Maar omdat hij zich onweerstaanbaar tot Dina aangetrokken voelde en verliefd op haar was, deed hij zijn best om het meisje voor zich te winnen. ‘Zorg ervoor dat dat kind mijn vrouw wordt,’ zei hij tegen zijn vader Chamor. (Genesis 34:1-4

Onweerstaanbaar

Genesis 33:18-20 en 34:1-4. Hoe staat het met jouw zelfbeheersing als het om zaken gaat waar jij je onweerstaanbaar toe aangetrokken voelt, maar zonde is als je er aan toegeeft? Op zijn tocht vanuit Paddan-Aram kwam Jakob ook in Sichem, een stad in Kanaän. Toen hij daar behouden aangekomen was, sloeg hij ten oosten van die stad zijn kamp op. Het stuk land waarop zijn tenten stonden, kocht hij voor honderd kesita van de zonen van Chamor, onder wie Sichem. Hij bouwde daar een altaar, dat hij ‘El is de God van Israël’ noemde.  Op een dag ging Dina, de dochter van Lea en Jakob, eens kijken bij de meisjes van dat land. Zij werd opgemerkt door Sichem, een van de zonen van de Chiwwiet Chamor, die over dat gebied heerste. Hij overweldigde en verkrachtte haar. Maar omdat hij zich onweerstaanbaar tot Dina aangetrokken voelde en verliefd op haar was, deed hij zijn best om het meisje voor zich te winnen. ‘Zorg ervoor dat dat kind mijn vrouw wordt,’ zei hij tegen zijn vader Chamor. (Genesis 34:1-4

Vergezellen

Genesis 33:12-17. Wie mag jou vergezellen op jouw levenspad en ben je wel op weg naar de plaats waar je zegt dat je naar op weg bent of heb je andere plannen? Hierna zei Esau: ‘Laten we verdergaan, ik zal je vergezellen.’ Maar Jakob antwoordde: ‘Mijn heer weet hoe zwak kinderen zijn, en ik heb de zorg voor zogende schapen, geiten en runderen. Als die ook maar één dag worden opgejaagd, gaan ze allemaal dood. Laat mijn heer toch voor zijn dienaar uit trekken, dan zal ik hem op mijn gemak naar Seïr volgen en mij aanpassen aan het tempo van het vee dat ik bij me heb en aan dat van de kinderen.’ Esau zei: ‘Laat me dan tenminste een paar van mijn mannen bij je achterlaten.’ Maar Jakob sloeg dat af: ‘Waarom al die moeite? Het is mij voldoende dat mijn heer mij goedgezind is.’ Diezelfde dag nog keerde Esau terug naar Seïr. Jakob echter reisde naar Sukkot en bouwde er een huis. Ook maakte hij hutten voor zijn vee; vandaar dat die plaats Sukkot heet. (Genesis 33:12-17 NBV)

Vergezellen

Genesis 33:12-17. Wie mag jou vergezellen op jouw levenspad en ben je wel op weg naar de plaats waar je zegt dat je naar op weg bent of heb je andere plannen? Hierna zei Esau: ‘Laten we verdergaan, ik zal je vergezellen.’ Maar Jakob antwoordde: ‘Mijn heer weet hoe zwak kinderen zijn, en ik heb de zorg voor zogende schapen, geiten en runderen. Als die ook maar één dag worden opgejaagd, gaan ze allemaal dood. Laat mijn heer toch voor zijn dienaar uit trekken, dan zal ik hem op mijn gemak naar Seïr volgen en mij aanpassen aan het tempo van het vee dat ik bij me heb en aan dat van de kinderen.’ Esau zei: ‘Laat me dan tenminste een paar van mijn mannen bij je achterlaten.’ Maar Jakob sloeg dat af: ‘Waarom al die moeite? Het is mij voldoende dat mijn heer mij goedgezind is.’ Diezelfde dag nog keerde Esau terug naar Seïr. Jakob echter reisde naar Sukkot en bouwde er een huis. Ook maakte hij hutten voor zijn vee; vandaar dat die plaats Sukkot heet. (Genesis 33:12-17 NBV)

Bedoeling

Genesis 33:1-11. Wat is de laatste situatie die jij volkomen verkeerd hebt ingeschat en wat was je reactie toen je daar achter kwam? 1 Plotseling zag Jakob Esau op zich afkomen, met vierhonderd man. Toen verdeelde hij de kinderen over Lea, Rachel en zijn twee bijvrouwen. 2 De bijvrouwen en hun kinderen liet hij voorop gaan, Lea en haar kinderen daarachter, en Rachel en Jozef helemaal achteraan. 3 Zelf liep hij voor iedereen uit, en terwijl hij zijn broer naderde boog hij zevenmaal diep voorover. 4 Esau rende hem tegemoet, sloot hem in zijn armen en kuste hem. Beiden lieten hun tranen de vrije loop. 5 Toen Esau opkeek en de vrouwen en kinderen zag, vroeg hij: ‘Wie heb je daar bij je?' Jakob antwoordde: ‘Dat zijn de kinderen die God in zijn goedheid aan mij, je dienaar, heeft geschonken.' 6 Toen kwamen de bijvrouwen met hun kinderen dichterbij, en zij bogen diep. 7 Daarna kwam Lea met haar kinderen, en ook zij bogen diep. Ten slotte kwamen Jozef en Rachel, die eveneens diep bogen

Bedoeling

Genesis 33:1-11. Wat is de laatste situatie die jij volkomen verkeerd hebt ingeschat en wat was je reactie toen je daar achter kwam? 1 Plotseling zag Jakob Esau op zich afkomen, met vierhonderd man. Toen verdeelde hij de kinderen over Lea, Rachel en zijn twee bijvrouwen. 2 De bijvrouwen en hun kinderen liet hij voorop gaan, Lea en haar kinderen daarachter, en Rachel en Jozef helemaal achteraan. 3 Zelf liep hij voor iedereen uit, en terwijl hij zijn broer naderde boog hij zevenmaal diep voorover. 4 Esau rende hem tegemoet, sloot hem in zijn armen en kuste hem. Beiden lieten hun tranen de vrije loop. 5 Toen Esau opkeek en de vrouwen en kinderen zag, vroeg hij: ‘Wie heb je daar bij je?' Jakob antwoordde: ‘Dat zijn de kinderen die God in zijn goedheid aan mij, je dienaar, heeft geschonken.' 6 Toen kwamen de bijvrouwen met hun kinderen dichterbij, en zij bogen diep. 7 Daarna kwam Lea met haar kinderen, en ook zij bogen diep. Ten slotte kwamen Jozef en Rachel, die eveneens diep bogen

Worsteling

Genesis 32:23-33. Heb jij weleens een worsteling met God gehad waar je als gezegend mens uit gekomen bent? Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je

Worsteling

Genesis 32:23-33. Heb jij weleens een worsteling met God gehad waar je als gezegend mens uit gekomen bent? Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je

Misschien

Genesis 32:14-22. Wat doe jij allemaal om invloed uit te oefenen op zaken die misschien zullen gaan gebeuren en hoe staat dat in relatie tot je vertrouwen op God? Nadat Jakob de nacht daar had doorgebracht, stelde hij uit het vee dat hij bezat een geschenk voor zijn broer Esau samen: tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen, dertig nog zogende kamelen met hun veulens, veertig koeien, tien stieren, twintig ezelinnen en tien ezelshengsten. Elk van die kudden stelde hij onder het toezicht van een knecht, en hij gaf de knechten opdracht om voor hem uit te trekken en tussen de verschillende kudden een ruime afstand te laten. Tegen de eerste knecht zei hij: ‘Als je mijn broer Esau tegenkomt en hij vraagt je bij wie je hoort en waar je heen gaat, en van wie de dieren zijn die je voor je uit drijft, dan moet je zeggen: “Ik hoor bij uw dienaar Jakob, en dit is een geschenk dat bestemd is voor zijn heer, voor Esau. Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Ook de tweede

Misschien

Genesis 32:14-22. Wat doe jij allemaal om invloed uit te oefenen op zaken die misschien zullen gaan gebeuren en hoe staat dat in relatie tot je vertrouwen op God? Nadat Jakob de nacht daar had doorgebracht, stelde hij uit het vee dat hij bezat een geschenk voor zijn broer Esau samen: tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen, dertig nog zogende kamelen met hun veulens, veertig koeien, tien stieren, twintig ezelinnen en tien ezelshengsten. Elk van die kudden stelde hij onder het toezicht van een knecht, en hij gaf de knechten opdracht om voor hem uit te trekken en tussen de verschillende kudden een ruime afstand te laten. Tegen de eerste knecht zei hij: ‘Als je mijn broer Esau tegenkomt en hij vraagt je bij wie je hoort en waar je heen gaat, en van wie de dieren zijn die je voor je uit drijft, dan moet je zeggen: “Ik hoor bij uw dienaar Jakob, en dit is een geschenk dat bestemd is voor zijn heer, voor Esau. Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Ook de tweede

Angst

Genesis 32:7-13. Wat doet angst met jou, waar komt komt het vandaan en hoe ga je er mee om? Toen de boden bij Jakob terugkwamen, meldden ze hem: ‘We zijn bij uw broer Esau geweest, en hij komt u tegemoet, met vierhonderd man.’ Jakob schrok hevig, het angstzweet brak hem uit. Daarom verdeelde hij zijn mensen over twee kampen, evenals zijn schapen en geiten en zijn runderen en kamelen. Als Esau op het ene kamp afkomt en daar alles doodt, dacht hij, kan het andere kamp tenminste nog ontkomen. En hij bad: ‘God van mijn voorvader Abraham, God van mijn vader Isaak, HEER, die tegen mij gezegd heeft: “Ga terug naar je land, naar je familie, ik zal jou voorspoed geven” – ik ben alle weldaden en al de trouw die u aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen. Ik smeek u, red mij uit de handen van Esau, mijn broer, ik vrees dat hij ons zal aanvallen en mij en iedereen zal d

Angst

Genesis 32:7-13. Wat doet angst met jou, waar komt komt het vandaan en hoe ga je er mee om? Toen de boden bij Jakob terugkwamen, meldden ze hem: ‘We zijn bij uw broer Esau geweest, en hij komt u tegemoet, met vierhonderd man.’ Jakob schrok hevig, het angstzweet brak hem uit. Daarom verdeelde hij zijn mensen over twee kampen, evenals zijn schapen en geiten en zijn runderen en kamelen. Als Esau op het ene kamp afkomt en daar alles doodt, dacht hij, kan het andere kamp tenminste nog ontkomen. En hij bad: ‘God van mijn voorvader Abraham, God van mijn vader Isaak, HEER, die tegen mij gezegd heeft: “Ga terug naar je land, naar je familie, ik zal jou voorspoed geven” – ik ben alle weldaden en al de trouw die u aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen. Ik smeek u, red mij uit de handen van Esau, mijn broer, ik vrees dat hij ons zal aanvallen en mij en iedereen zal d

Engelen

Genesis 32:1-6. Waarom verschijnen er engelen op Jacobs pad? Zijn ze weleens op jouw pad verschenen? Waarom? De volgende morgen vroeg kuste Laban zijn kleinkinderen en zijn dochters, en zegende hen. Daarna ging hij terug naar huis. Jakob trok verder. Plotseling verschenen er engelen van God op zijn weg. ‘Een leger van God!’ riep Jakob uit toen hij hen zag, en hij noemde die plaats Machanaïm. Jakob stuurde boden vooruit naar zijn broer Esau in Seïr, het gebied van Edom, en droeg hun het volgende op: ‘Jullie moeten tegen mijn heer, tegen Esau, zeggen: “Uw dienaar Jakob laat u weten dat hij een tijdlang bij Laban heeft gewoond en pas nu bij hem is weggegaan. Hij heeft daar runderen, ezels en schapen en geiten in bezit gekregen, en ook slaven en slavinnen. Deze boodschap laat hij aan u, zijn heer, overbrengen in de hoop dat u hem goedgezind zult zijn.”’ (Genesis 32:1-6 NBV)

Engelen

Genesis 32:1-6. Waarom verschijnen er engelen op Jacobs pad? Zijn ze weleens op jouw pad verschenen? Waarom? De volgende morgen vroeg kuste Laban zijn kleinkinderen en zijn dochters, en zegende hen. Daarna ging hij terug naar huis. Jakob trok verder. Plotseling verschenen er engelen van God op zijn weg. ‘Een leger van God!’ riep Jakob uit toen hij hen zag, en hij noemde die plaats Machanaïm. Jakob stuurde boden vooruit naar zijn broer Esau in Seïr, het gebied van Edom, en droeg hun het volgende op: ‘Jullie moeten tegen mijn heer, tegen Esau, zeggen: “Uw dienaar Jakob laat u weten dat hij een tijdlang bij Laban heeft gewoond en pas nu bij hem is weggegaan. Hij heeft daar runderen, ezels en schapen en geiten in bezit gekregen, en ook slaven en slavinnen. Deze boodschap laat hij aan u, zijn heer, overbrengen in de hoop dat u hem goedgezind zult zijn.”’ (Genesis 32:1-6 NBV)

Maaltijd

Genesis 31:43-54. Welke functies kan een maaltijd hebben en heeft een maaltijd wel eens bijgedragen aan het oplossen van een conflict wat jij had met een ander of anderen? Toen zei Laban tegen Jakob: ‘Dit zijn mijn eigen dochters, mijn eigen kleinkinderen en mijn eigen dieren; alles wat je ziet is van mij. Hoe zou ik nu mijn eigen dochters iets kunnen aandoen, of de kinderen die zij ter wereld hebben gebracht? Laten we daarom een overeenkomst sluiten en iets zoeken dat voor ons beiden als getuige kan dienen.’ Daarop koos Jakob een steen uit en zette hem rechtop als gedenksteen; hij droeg zijn verwanten op nog meer stenen te verzamelen. Dat deden ze. Ze stapelden ze op en hielden bij die steenhoop een maaltijd. Laban noemde de steenhoop in zijn taal Jegar-Sahaduta, Jakob noemde hem Gal-Ed. ‘Deze steenhoop,’ zei Laban, ‘is getuige van de overeenkomst tussen jou en mij.’ Daarom kreeg hij de naam Gal-Ed. Een andere naam die hij kreeg was Mispa, want Laban zei daar ook: ‘Moge de HEER toezic

Maaltijd

Genesis 31:43-54. Welke functies kan een maaltijd hebben en heeft een maaltijd wel eens bijgedragen aan het oplossen van een conflict wat jij had met een ander of anderen? Toen zei Laban tegen Jakob: ‘Dit zijn mijn eigen dochters, mijn eigen kleinkinderen en mijn eigen dieren; alles wat je ziet is van mij. Hoe zou ik nu mijn eigen dochters iets kunnen aandoen, of de kinderen die zij ter wereld hebben gebracht? Laten we daarom een overeenkomst sluiten en iets zoeken dat voor ons beiden als getuige kan dienen.’ Daarop koos Jakob een steen uit en zette hem rechtop als gedenksteen; hij droeg zijn verwanten op nog meer stenen te verzamelen. Dat deden ze. Ze stapelden ze op en hielden bij die steenhoop een maaltijd. Laban noemde de steenhoop in zijn taal Jegar-Sahaduta, Jakob noemde hem Gal-Ed. ‘Deze steenhoop,’ zei Laban, ‘is getuige van de overeenkomst tussen jou en mij.’ Daarom kreeg hij de naam Gal-Ed. Een andere naam die hij kreeg was Mispa, want Laban zei daar ook: ‘Moge de HEER toezic

Kwaad

Genesis 31:36-42. Wanneer ben jij voor het laatst kwaad geweest op iemand en tegen hem/haar uitgevallen. Hoe is dat verder uitgepakt en moet je daar nog wat mee doen? Jakob werd kwaad en eiste verantwoording van Laban. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan,’ viel hij tegen hem uit , ‘wat heb ik misdreven, dat u mij zo hardnekkig hebt achtervolgd, en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan hier neer en laat het zien aan mijn en uw verwanten, dan moeten zij maar uitmaken wie van ons beiden in zijn recht staat. Al die twintig jaar dat ik bij u was, hebben uw ooien en uw geiten geen enkele misdracht gehad, nooit heb ik ook maar één ram van uw kudde gegeten. Met de verscheurde dieren ben ik nooit bij u aangekomen: ik moest ze zelf vergoeden. En ook eiste u van mij een vergoeding voor al het gestolen vee, of het nu overdag was gestolen of ’s nachts. Wat heb ik niet moeten doorstaan? Overdag werd ik bevangen door de hitte, ’s nachts door de kou

Kwaad

Genesis 31:36-42. Wanneer ben jij voor het laatst kwaad geweest op iemand en tegen hem/haar uitgevallen. Hoe is dat verder uitgepakt en moet je daar nog wat mee doen? Jakob werd kwaad en eiste verantwoording van Laban. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan,’ viel hij tegen hem uit , ‘wat heb ik misdreven, dat u mij zo hardnekkig hebt achtervolgd, en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan hier neer en laat het zien aan mijn en uw verwanten, dan moeten zij maar uitmaken wie van ons beiden in zijn recht staat. Al die twintig jaar dat ik bij u was, hebben uw ooien en uw geiten geen enkele misdracht gehad, nooit heb ik ook maar één ram van uw kudde gegeten. Met de verscheurde dieren ben ik nooit bij u aangekomen: ik moest ze zelf vergoeden. En ook eiste u van mij een vergoeding voor al het gestolen vee, of het nu overdag was gestolen of ’s nachts. Wat heb ik niet moeten doorstaan? Overdag werd ik bevangen door de hitte, ’s nachts door de kou

Dom

Genesis 31:25-35. Wanneer is de laatste keer geweest dat iemand jou beticht heeft van een domme actie? Was het ook werkelijk dom en hoe reageerde je? Kort daarna haalde Laban hem in. (Zowel Jakob als Laban en zijn verwanten hadden hun kamp opgeslagen in het bergland van Gilead.) ‘Wat heb je gedaan!’ zei hij tegen Jakob. ‘Mij bedriegen en mijn dochters wegvoeren alsof het krijgsgevangenen zijn! Waarom ben je er heimelijk vandoor gegaan en heb je me bestolen, zonder ook maar iets te zeggen? Ik zou je een feestelijk afscheid hebben bezorgd; er zou gezongen zijn en op de tamboerijn en de lier zijn gespeeld. Je hebt me niet eens de gelegenheid gegeven om mijn kleinkinderen en mijn dochters vaarwel te kussen. Daar heb je dom aan gedaan. Ik zou het jullie gemakkelijk betaald kunnen zetten, maar de God van jullie vader heeft mij de afgelopen nacht gewaarschuwd dat ik je niets in de weg mocht leggen. Alleen, je mag dan vertrokken zijn omdat je verteerd werd door heimwee – maar waarom heb je mi

Dom

Genesis 31:25-35. Wanneer is de laatste keer geweest dat iemand jou beticht heeft van een domme actie? Was het ook werkelijk dom en hoe reageerde je? Kort daarna haalde Laban hem in. (Zowel Jakob als Laban en zijn verwanten hadden hun kamp opgeslagen in het bergland van Gilead.) ‘Wat heb je gedaan!’ zei hij tegen Jakob. ‘Mij bedriegen en mijn dochters wegvoeren alsof het krijgsgevangenen zijn! Waarom ben je er heimelijk vandoor gegaan en heb je me bestolen, zonder ook maar iets te zeggen? Ik zou je een feestelijk afscheid hebben bezorgd; er zou gezongen zijn en op de tamboerijn en de lier zijn gespeeld. Je hebt me niet eens de gelegenheid gegeven om mijn kleinkinderen en mijn dochters vaarwel te kussen. Daar heb je dom aan gedaan. Ik zou het jullie gemakkelijk betaald kunnen zetten, maar de God van jullie vader heeft mij de afgelopen nacht gewaarschuwd dat ik je niets in de weg mocht leggen. Alleen, je mag dan vertrokken zijn omdat je verteerd werd door heimwee – maar waarom heb je mi

Heimelijk

Genesis 31:17-24. Welke heimelijke actie heb jij weleens uitgevoerd en wat waren de consequenties of zouden ze kunnen zijn? 17  Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen, 18  bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn vader Isaak in Kanaän. 19  Laban was van huis gegaan om zijn schapen te scheren. Rachel nam de kans waar om de godenbeeldjes van haar vader te stelen, 20  en Jakob bedroog de Arameeër Laban door er heimelijk vandoor te gaan. 21  Zo vluchtte hij met alles wat hij bezat. Hij stak de Eufraat over en trok verder in de richting van het bergland van Gilead. 22  Jakob was al drie dagen onderweg toen Laban het bericht ontving dat hij gevlucht was. 23  Samen met zijn verwanten zette Laban de achtervolging in. Zeven dagen lang joeg hij Jakob achterna. Bijna had hij hem in het bergland van Gilead ingehaald, 24  toen God ’s nachts in

Heimelijk

Genesis 31:17-24. Welke heimelijke actie heb jij weleens uitgevoerd en wat waren de consequenties of zouden ze kunnen zijn? 17  Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen, 18  bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn vader Isaak in Kanaän. 19  Laban was van huis gegaan om zijn schapen te scheren. Rachel nam de kans waar om de godenbeeldjes van haar vader te stelen, 20  en Jakob bedroog de Arameeër Laban door er heimelijk vandoor te gaan. 21  Zo vluchtte hij met alles wat hij bezat. Hij stak de Eufraat over en trok verder in de richting van het bergland van Gilead. 22  Jakob was al drie dagen onderweg toen Laban het bericht ontving dat hij gevlucht was. 23  Samen met zijn verwanten zette Laban de achtervolging in. Zeven dagen lang joeg hij Jakob achterna. Bijna had hij hem in het bergland van Gilead ingehaald, 24  toen God ’s nacht

Aarzelen

Genesis 31:4-16. Aarzel jij om te doen wat God jou heeft opgedragen? Waarom wel/niet? Jakob liet Rachel en Lea naar het veld roepen, waar zijn vee was, en zei tegen hen: ‘Ik merk dat jullie vader niet meer zo vriendelijk tegen mij is als eerst, maar de God van mijn vader heeft mij geholpen. Jullie weten dat ik zo hard als ik kon voor je vader heb gewerkt. Toch heeft hij mij om de tuin geleid en mijn loon wel tien keer veranderd. Maar God heeft niet toegelaten dat hij me benadeelde. Als hij zei: “Je krijgt de gespikkelde dieren als loon,” dan wierp al het vee gespikkelde jongen. En als hij zei: “Je krijgt de gestreepte als loon,” dan kreeg al het vee gestreepte jongen. Zo heeft God het vee van jullie vader afgenomen en aan mij gegeven. Op een keer, toen het vee bronstig werd, had ik een droom en daarin zag ik dat de bokken die de geiten besprongen, allemaal gestreept, gespikkeld of gevlekt waren. Ik werd in die droom aangesproken door een engel van God. “Jakob,” zei hij, en ik antwoordd

Aarzelen

Genesis 31:4-16. Aarzel jij om te doen wat God jou heeft opgedragen? Waarom wel/niet? Jakob liet Rachel en Lea naar het veld roepen, waar zijn vee was, en zei tegen hen: ‘Ik merk dat jullie vader niet meer zo vriendelijk tegen mij is als eerst, maar de God van mijn vader heeft mij geholpen. Jullie weten dat ik zo hard als ik kon voor je vader heb gewerkt. Toch heeft hij mij om de tuin geleid en mijn loon wel tien keer veranderd. Maar God heeft niet toegelaten dat hij me benadeelde. Als hij zei: “Je krijgt de gespikkelde dieren als loon,” dan wierp al het vee gespikkelde jongen. En als hij zei: “Je krijgt de gestreepte als loon,” dan kreeg al het vee gestreepte jongen. Zo heeft God het vee van jullie vader afgenomen en aan mij gegeven. Op een keer, toen het vee bronstig werd, had ik een droom en daarin zag ik dat de bokken die de geiten besprongen, allemaal gestreept, gespikkeld of gevlekt waren. Ik werd in die droom aangesproken door een engel van God. “Jakob,” zei hij, en ik antwoordd

Conflicten

Genesis 31:1-3. Hoe merken anderen dat jij een conflict met ze hebt, direct of indirect via anderen of door je veranderende gedrag? Wat is de goede weg? Eens hoorde hij Labans zonen zeggen: ‘Jakob heeft onze vader alles wat hij bezat afhandig gemaakt, al zijn rijkdom heeft hij verworven ten koste van onze vader.’ Ook merkte Jakob dat Laban niet meer zo vriendelijk tegen hem was als voorheen. Toen zei de HEER tegen Jakob: ‘Ga terug naar het land van je voorouders, naar je familie. Ik zal je terzijde staan.’ (Genesis 31:1-3 NBV)

Conflicten

Genesis 31:1-3. Hoe merken anderen dat jij een conflict met ze hebt, direct of indirect via anderen of door je veranderende gedrag? Wat is de goede weg? Eens hoorde hij Labans zonen zeggen: ‘Jakob heeft onze vader alles wat hij bezat afhandig gemaakt, al zijn rijkdom heeft hij verworven ten koste van onze vader.’ Ook merkte Jakob dat Laban niet meer zo vriendelijk tegen hem was als voorheen. Toen zei de HEER tegen Jakob: ‘Ga terug naar het land van je voorouders, naar je familie. Ik zal je terzijde staan.’ (Genesis 31:1-3 NBV)

Kudde

Genesis 30:37-43. Wie is de herder van de kudde waar jij bij hoort en wat maakt dat die kudde sterk of zwak is? Jakob brak jonge takken van populieren, amandelbomen en platanen en schilde ze zo dat het wit van de takken in strepen bloot kwam. Die afgeschilde takken legde hij in de drinkbakken. Wanneer de geiten kwamen drinken, werden de wijfjes, die tegenover de bokken stonden, namelijk bronstig. Als ze bij de takken besprongen werden, wierpen ze gestreepte, gespikkelde en gevlekte jongen. De schapen zette Jakob apart en hij zorgde ervoor dat hun koppen bij het paren gericht waren naar de dieren van Laban die gestreept of zwart waren. Zo vormde hij zijn eigen kudden, die hij gescheiden hield van Labans vee. Steeds als de sterke geiten bronstig werden, legde Jakob de takken vlak voor hun ogen in de drinkbak, zodat ze bij de takken besprongen zouden worden. Maar was het zwak vee, dan gebruikte hij de takken niet. Zo kreeg Laban de zwakke dieren en Jakob de sterke. Jakobs bezit werd grote

Kudde

Genesis 30:37-43. Wie is de herder van de kudde waar jij bij hoort en wat maakt dat die kudde sterk of zwak is? Jakob brak jonge takken van populieren, amandelbomen en platanen en schilde ze zo dat het wit van de takken in strepen bloot kwam. Die afgeschilde takken legde hij in de drinkbakken. Wanneer de geiten kwamen drinken, werden de wijfjes, die tegenover de bokken stonden, namelijk bronstig. Als ze bij de takken besprongen werden, wierpen ze gestreepte, gespikkelde en gevlekte jongen. De schapen zette Jakob apart en hij zorgde ervoor dat hun koppen bij het paren gericht waren naar de dieren van Laban die gestreept of zwart waren. Zo vormde hij zijn eigen kudden, die hij gescheiden hield van Labans vee. Steeds als de sterke geiten bronstig werden, legde Jakob de takken vlak voor hun ogen in de drinkbak, zodat ze bij de takken besprongen zouden worden. Maar was het zwak vee, dan gebruikte hij de takken niet. Zo kreeg Laban de zwakke dieren en Jakob de sterke. Jakobs bezit werd grote

Tekenen

Genesis 30:22-36. Uit welke tekenen zie jij dat God jou of anderen zegent? Toen dacht God eindelijk aan Rachel: hij verhoorde haar en opende haar moederschoot. Ze werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. ‘God heeft me van mijn schande verlost,’ zei ze. Ze noemde het kind Jozef en zei: ‘Ik hoop dat de HEER mij er nog een zoon bij geeft.’ Toen Rachel Jozef ter wereld had gebracht, zei Jakob tegen Laban: ‘Ik zou graag vertrekken: laat mij teruggaan naar het land waar ik vandaan kom. Geef me mijn vrouwen mee, voor wie ik bij u heb gewerkt, en mijn kinderen, en dan ga ik. U weet hoe hard ik al die tijd voor u heb gewerkt.’ Laban antwoordde: ‘Neem me vooral niet kwalijk – ik heb uit verschillende tekenen opgemaakt dat de HEER mij omwille van jou heeft gezegend. Stel het loon maar vast dat je van me wilt, ik geef je wat je vraagt.’ Hierop zei Jakob: ‘U weet hoe hard ik voor u heb gewerkt en hoe het met uw vee is gegaan sinds ik het verzorg. Uit het weinige vee dat u voor mijn komst had, is

Tekenen

Genesis 30:22-36. Uit welke tekenen zie jij dat God jou of anderen zegent? Toen dacht God eindelijk aan Rachel: hij verhoorde haar en opende haar moederschoot. Ze werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. ‘God heeft me van mijn schande verlost,’ zei ze. Ze noemde het kind Jozef en zei: ‘Ik hoop dat de HEER mij er nog een zoon bij geeft.’ Toen Rachel Jozef ter wereld had gebracht, zei Jakob tegen Laban: ‘Ik zou graag vertrekken: laat mij teruggaan naar het land waar ik vandaan kom. Geef me mijn vrouwen mee, voor wie ik bij u heb gewerkt, en mijn kinderen, en dan ga ik. U weet hoe hard ik al die tijd voor u heb gewerkt.’ Laban antwoordde: ‘Neem me vooral niet kwalijk – ik heb uit verschillende tekenen opgemaakt dat de HEER mij omwille van jou heeft gezegend. Stel het loon maar vast dat je van me wilt, ik geef je wat je vraagt.’ Hierop zei Jakob: ‘U weet hoe hard ik voor u heb gewerkt en hoe het met uw vee is gegaan sinds ik het verzorg. Uit het weinige vee dat u voor mijn komst had, is

Gehuurd

Genesis 30:9-21. Wat doe jij er aan om de basis van de seksuele relatie met je echtgenoot/echtgenote niet 'huur' te laten zijn, maar liefde? Omdat Lea geen kinderen meer kreeg, gaf zij Jakob haar slavin Zilpa tot vrouw. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon. ‘Het geluk is met mij!’ zei Lea, en ze noemde hem Gad. Toen haar slavin Zilpa Jakob een tweede zoon baarde, zei Lea: ‘Wat ben ik nu gelukkig! Alle vrouwen zullen mij gelukkig prijzen.’ Ze noemde het kind Aser. In de tijd van de tarweoogst vond Ruben buiten in het veld liefdesappels, die hij aan zijn moeder Lea gaf. ‘Geef mij ook eens wat van die liefdesappels van je zoon,’ vroeg Rachel haar. Maar Lea antwoordde: ‘Is het soms niet genoeg dat je mijn man hebt afgepakt? Wil je nu ook nog de liefdesappels van mijn zoon?’ Rachel zei: ‘In ruil voor de liefdesappels van je zoon mag Jakob vannacht met jou slapen.’ Toen Jakob ’s avonds thuiskwam uit het veld, ging Lea hem tegemoet en zei: ‘Je moet met mij slapen, ik heb

Gehuurd

Genesis 30:9-21. Wat doe jij er aan om de basis van de seksuele relatie met je echtgenoot/echtgenote niet 'huur' te laten zijn, maar liefde? Omdat Lea geen kinderen meer kreeg, gaf zij Jakob haar slavin Zilpa tot vrouw. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon. ‘Het geluk is met mij!’ zei Lea, en ze noemde hem Gad. Toen haar slavin Zilpa Jakob een tweede zoon baarde, zei Lea: ‘Wat ben ik nu gelukkig! Alle vrouwen zullen mij gelukkig prijzen.’ Ze noemde het kind Aser. In de tijd van de tarweoogst vond Ruben buiten in het veld liefdesappels, die hij aan zijn moeder Lea gaf. ‘Geef mij ook eens wat van die liefdesappels van je zoon,’ vroeg Rachel haar. Maar Lea antwoordde: ‘Is het soms niet genoeg dat je mijn man hebt afgepakt? Wil je nu ook nog de liefdesappels van mijn zoon?’ Rachel zei: ‘In ruil voor de liefdesappels van je zoon mag Jakob vannacht met jou slapen.’ Toen Jakob ’s avonds thuiskwam uit het veld, ging Lea hem tegemoet en zei: ‘Je moet met mij slapen, ik heb

Jaloers

Welke plannen zijn bij jou voortgekomen uit jaloersheid en welke plaats had God daar in? Omdat Rachel geen kinderen van Jakob kreeg, was ze jaloers op haar zuster. ‘Geef mij kinderen,’ zei ze tegen Jakob, ‘anders ga ik dood!’ Jakob werd kwaad en antwoordde: ‘Ik ben toch zeker God niet? Híj onthoudt jou het moederschap!’ ‘Neem mijn slavin Bilha dan,’ zei ze, ‘en slaap met haar. Als zij kinderen baart, zal ik die op mijn knieën nemen; dan krijg ik door haar toch nakomelingen.’ Dus gaf ze hem haar slavin Bilha tot vrouw en Jakob sliep met haar. Toen zei Rachel: ‘God heeft mij recht gedaan: hij heeft mij verhoord en mij een zoon gegeven.’ Daarom noemde ze hem Dan. Opnieuw werd haar slavin Bilha zwanger, en ze baarde Jakob nog een zoon. ‘Ik heb een zware strijd met mijn zuster gevoerd,’ zei Rachel, ‘maar ik heb gewonnen.’ Ze noemde het kind Naftali. (Genesis 30:1-4, 6-8 NBV)

Jaloers

Welke plannen zijn bij jou voortgekomen uit jaloersheid en welke plaats had God daar in? Omdat Rachel geen kinderen van Jakob kreeg, was ze jaloers op haar zuster. ‘Geef mij kinderen,’ zei ze tegen Jakob, ‘anders ga ik dood!’ Jakob werd kwaad en antwoordde: ‘Ik ben toch zeker God niet? Híj onthoudt jou het moederschap!’ ‘Neem mijn slavin Bilha dan,’ zei ze, ‘en slaap met haar. Als zij kinderen baart, zal ik die op mijn knieën nemen; dan krijg ik door haar toch nakomelingen.’ Dus gaf ze hem haar slavin Bilha tot vrouw en Jakob sliep met haar. Toen zei Rachel: ‘God heeft mij recht gedaan: hij heeft mij verhoord en mij een zoon gegeven.’ Daarom noemde ze hem Dan. Opnieuw werd haar slavin Bilha zwanger, en ze baarde Jakob nog een zoon. ‘Ik heb een zware strijd met mijn zuster gevoerd,’ zei Rachel, ‘maar ik heb gewonnen.’ Ze noemde het kind Naftali. (Genesis 30:1-4, 6-8 NBV)

Geliefd

Genesis 29:31-35. Ben jij geliefd en gewenst en wat doet dat met je? Toen de HEER zag dat Jakob minder van Lea hield, opende hij haar moederschoot, terwijl Rachel kinderloos bleef. Lea werd zwanger en bracht een zoon ter wereld, die ze Ruben noemde, ‘want,’ zei ze, ‘de HEER heeft gezien wat ik te verduren heb. Nu zal mijn man van mij houden.’ Ze werd opnieuw zwanger en bracht nog een zoon ter wereld. ‘De HEER heeft gehoord hoe weinig mijn man van me houdt; daarom heeft hij mij er nog een zoon bij gegeven,’ zei ze, en ze noemde hem Simeon. En weer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu ik hem drie zonen heb gebaard, zal mijn man zich eindelijk aan mij hechten,’ zei ze. Daarom werd hij Levi genoemd. En nog een keer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu zal ik de HEER loven!’ riep ze uit, en ze noemde hem Juda. Hierna kreeg ze geen kinderen meer. (Genesis 29:31-35 NBV)

Geliefd

Genesis 29:31-35. Ben jij geliefd en gewenst en wat doet dat met je? Toen de HEER zag dat Jakob minder van Lea hield, opende hij haar moederschoot, terwijl Rachel kinderloos bleef. Lea werd zwanger en bracht een zoon ter wereld, die ze Ruben noemde, ‘want,’ zei ze, ‘de HEER heeft gezien wat ik te verduren heb. Nu zal mijn man van mij houden.’ Ze werd opnieuw zwanger en bracht nog een zoon ter wereld. ‘De HEER heeft gehoord hoe weinig mijn man van me houdt; daarom heeft hij mij er nog een zoon bij gegeven,’ zei ze, en ze noemde hem Simeon. En weer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu ik hem drie zonen heb gebaard, zal mijn man zich eindelijk aan mij hechten,’ zei ze. Daarom werd hij Levi genoemd. En nog een keer werd ze zwanger en bracht ze een zoon ter wereld. ‘Nu zal ik de HEER loven!’ riep ze uit, en ze noemde hem Juda. Hierna kreeg ze geen kinderen meer. (Genesis 29:31-35 NBV)

Bedrogen

Genesis 29:21-30. Welke les leer jij uit het feit dat Jacob nu zelf bedrogen wordt i.p.v. dat hij bedriegt? Toen zei Jakob tegen Laban: ‘De termijn is om. Geef me nu mijn vrouw, ik wil met haar slapen.’ Laban nodigde alle inwoners van de stad uit en gaf een feest. Toen de avond was gevallen bracht hij zijn dochter Lea bij Jakob, en Jakob sliep met haar. Ook gaf Laban haar een van zijn slavinnen mee, Zilpa. ’s Morgens ontdekte Jakob dat het Lea was met wie hij had geslapen. ‘Hoe hebt u mij dit kunnen aandoen!’ wierp hij Laban voor. ‘Ik heb toch om Rachel bij u gewerkt? Waarom hebt u me zo bedrogen!’ Laban antwoordde: ‘Het is hier niet de gewoonte om de jongste vóór de oudste uit te huwelijken. Wacht daarom tot de bruiloftsweek met de een voorbij is, dan krijg je ook de ander, op voorwaarde dat je nog eens zeven jaar voor me werkt.’ Jakob stemde toe en wachtte tot de week om was; daarna gaf Laban hem zijn dochter Rachel tot vrouw. Ook gaf Laban haar een van zijn slavinnen mee, Bilha. Toe

Bedrogen

Genesis 29:21-30. Welke les leer jij uit het feit dat Jacob nu zelf bedrogen wordt i.p.v. dat hij bedriegt? Toen zei Jakob tegen Laban: ‘De termijn is om. Geef me nu mijn vrouw, ik wil met haar slapen.’ Laban nodigde alle inwoners van de stad uit en gaf een feest. Toen de avond was gevallen bracht hij zijn dochter Lea bij Jakob, en Jakob sliep met haar. Ook gaf Laban haar een van zijn slavinnen mee, Zilpa. ’s Morgens ontdekte Jakob dat het Lea was met wie hij had geslapen. ‘Hoe hebt u mij dit kunnen aandoen!’ wierp hij Laban voor. ‘Ik heb toch om Rachel bij u gewerkt? Waarom hebt u me zo bedrogen!’ Laban antwoordde: ‘Het is hier niet de gewoonte om de jongste vóór de oudste uit te huwelijken. Wacht daarom tot de bruiloftsweek met de een voorbij is, dan krijg je ook de ander, op voorwaarde dat je nog eens zeven jaar voor me werkt.’ Jakob stemde toe en wachtte tot de week om was; daarna gaf Laban hem zijn dochter Rachel tot vrouw. Ook gaf Laban haar een van zijn slavinnen mee, Bilha. Toe

Verliefd

Genesis 29:14-20. Wat doet verliefdheid met jou of heeft het met jou gedaan? Hoe staat het met jouw liefde voor God? ‘Het is duidelijk,’ zei Laban, ‘dat je familie van me bent!’ Jakob was een volle maand bij Laban in huis toen deze tegen hem zei: ‘Het is niet nodig dat je voor niets voor mij werkt, alleen omdat je familie van me bent. Zeg me maar wat je loon moet zijn.’ Nu had Laban twee dochters; de oudste heette Lea, de jongste Rachel. Lea’s ogen hadden geen glans, maar Rachel was mooi en aantrekkelijk. Jakob was verliefd op Rachel, daarom zei hij tegen Laban: ‘Ik zal zeven jaar voor u werken om Rachel, uw jongste dochter.’ Laban antwoordde: ‘Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een ander. Je kunt dus blijven.’ Zo werkte Jakob zeven jaar om Rachel, maar voor zijn gevoel waren het maar een paar dagen, zo veel hield hij van haar. (Genesis 29:14-20 NBV)

Verliefd

Genesis 29:14-20. Wat doet verliefdheid met jou of heeft het met jou gedaan? Hoe staat het met jouw liefde voor God? ‘Het is duidelijk,’ zei Laban, ‘dat je familie van me bent!’ Jakob was een volle maand bij Laban in huis toen deze tegen hem zei: ‘Het is niet nodig dat je voor niets voor mij werkt, alleen omdat je familie van me bent. Zeg me maar wat je loon moet zijn.’ Nu had Laban twee dochters; de oudste heette Lea, de jongste Rachel. Lea’s ogen hadden geen glans, maar Rachel was mooi en aantrekkelijk. Jakob was verliefd op Rachel, daarom zei hij tegen Laban: ‘Ik zal zeven jaar voor u werken om Rachel, uw jongste dochter.’ Laban antwoordde: ‘Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een ander. Je kunt dus blijven.’ Zo werkte Jakob zeven jaar om Rachel, maar voor zijn gevoel waren het maar een paar dagen, zo veel hield hij van haar. (Genesis 29:14-20 NBV)

Familie

Genesis 29:9-14. Hoe sta jij in relatie tot jouw familie en zijn ze welkom in je huis? Terwijl hij nog met hen stond te praten, kwam Rachel eraan met de schapen van haar vader; zij was herderin. Zodra Jakob Rachel zag, de dochter van zijn moeders broer Laban, met Labans vee, liep hij naar de put, rolde de steen van de opening en gaf de dieren van zijn oom te drinken. Daarna kuste hij Rachel, terwijl hij zijn tranen de vrije loop liet. Zodra hij Rachel had verteld dat hij familie van haar vader was, een zoon van Rebekka, rende ze naar haar vader en vertelde het hem. Nauwelijks had Laban het nieuws over Jakob, de zoon van zijn zuster, gehoord of hij snelde hem tegemoet, omhelsde hem, kuste hem hartelijk en nam hem mee naar zijn huis. Daar vertelde Jakob zijn hele geschiedenis aan Laban. ‘Het is duidelijk,’ zei Laban, ‘dat je familie van me bent!’ Jakob was een volle maand bij Laban in huis (Genesis 29:9-14 NBV)

Familie

Genesis 29:9-14. Hoe sta jij in relatie tot jouw familie en zijn ze welkom in je huis? Terwijl hij nog met hen stond te praten, kwam Rachel eraan met de schapen van haar vader; zij was herderin. Zodra Jakob Rachel zag, de dochter van zijn moeders broer Laban, met Labans vee, liep hij naar de put, rolde de steen van de opening en gaf de dieren van zijn oom te drinken. Daarna kuste hij Rachel, terwijl hij zijn tranen de vrije loop liet. Zodra hij Rachel had verteld dat hij familie van haar vader was, een zoon van Rebekka, rende ze naar haar vader en vertelde het hem. Nauwelijks had Laban het nieuws over Jakob, de zoon van zijn zuster, gehoord of hij snelde hem tegemoet, omhelsde hem, kuste hem hartelijk en nam hem mee naar zijn huis. Daar vertelde Jakob zijn hele geschiedenis aan Laban. ‘Het is duidelijk,’ zei Laban, ‘dat je familie van me bent!’ Jakob was een volle maand bij Laban in huis (Genesis 29:9-14 NBV)

Maar

Genesis 29:1-8. Maar waarom houd jij toch vast aan gewoontes/tradities die helemaal niet logisch zijn en hoe doorbreek je die? Jakob vervolgde zijn reis naar het land waar de volken van het Oosten wonen. Op een dag zag hij ergens in het open veld een put waar drie kudden schapen omheen lagen; de dieren kregen altijd uit die put te drinken. Over de opening van de put lag een grote steen. Als alle kudden daar bijeen waren gedreven, werd de steen van de opening gerold en kreeg het vee te drinken. Daarna werd de steen op de put teruggelegd. Jakob vroeg de herders: ‘Waar komen jullie vandaan, vrienden?’ ‘Uit Charan,’ antwoordden ze. ‘Kennen jullie dan misschien Laban, de kleinzoon van Nachor?’ ‘Jazeker,’ zeiden ze. ‘Hoe maakt hij het?’ vroeg hij. ‘Goed,’ antwoordden ze. ‘Kijk, daar komt zijn dochter Rachel juist aan met de schapen.’ ‘Maar het is nog volop dag,’ zei Jakob, ‘het is toch nog geen tijd om het vee bijeen te drijven? Jullie kunnen de dieren toch te drinken geven en ze daarna weer

Maar

Genesis 29:1-8. Maar waarom houd jij toch vast aan gewoontes/tradities die helemaal niet logisch zijn en hoe doorbreek je die? Jakob vervolgde zijn reis naar het land waar de volken van het Oosten wonen. Op een dag zag hij ergens in het open veld een put waar drie kudden schapen omheen lagen; de dieren kregen altijd uit die put te drinken. Over de opening van de put lag een grote steen. Als alle kudden daar bijeen waren gedreven, werd de steen van de opening gerold en kreeg het vee te drinken. Daarna werd de steen op de put teruggelegd. Jakob vroeg de herders: ‘Waar komen jullie vandaan, vrienden?’ ‘Uit Charan,’ antwoordden ze. ‘Kennen jullie dan misschien Laban, de kleinzoon van Nachor?’ ‘Jazeker,’ zeiden ze. ‘Hoe maakt hij het?’ vroeg hij. ‘Goed,’ antwoordden ze. ‘Kijk, daar komt zijn dochter Rachel juist aan met de schapen.’ ‘Maar het is nog volop dag,’ zei Jakob, ‘het is toch nog geen tijd om het vee bijeen te drijven? Jullie kunnen de dieren toch te drinken geven en ze daarna weer