Posts

Posts uit 2013 tonen

Verbondenheid

Genesis 5:1-32. Leef jij in nauwe verbondenheid met God? Hoe? By the way: Hoe kwam het dat mensen toen veel ouder werden dan nu? Dit is de lijst van Adams nakomelingen. Toen God Adam schiep, de mens, maakte hij hem zo dat hij leek op God. Mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en noemde hen mens toen zij werden geschapen. Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set. Na de geboorte van Set duurde Adams leven nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 930 jaar. Daarna stierf hij. Toen Set 105 jaar was, verwekte hij Enos. Na de geboorte van Enos leefde Set nog 807 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 912 jaar. Daarna stierf hij. Toen Enos 90 jaar was, verwekte hij Kenan. Na de geboorte van Kenan leefde Enos nog 815 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 905 jaar. Daarna stierf hij. Toen Kenan 70 jaar was, verwekte hij Mahalalel. Na de geboo

Verbondenheid

Genesis 5:1-32. Leef jij in nauwe verbondenheid met God? Hoe? By the way: Hoe kwam het dat mensen toen veel ouder werden dan nu? Dit is de lijst van Adams nakomelingen. Toen God Adam schiep, de mens, maakte hij hem zo dat hij leek op God. Mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en noemde hen mens toen zij werden geschapen. Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set. Na de geboorte van Set duurde Adams leven nog 800 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 930 jaar. Daarna stierf hij. Toen Set 105 jaar was, verwekte hij Enos. Na de geboorte van Enos leefde Set nog 807 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 912 jaar. Daarna stierf hij. Toen Enos 90 jaar was, verwekte hij Kenan. Na de geboorte van Kenan leefde Enos nog 815 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 905 jaar. Daarna stierf hij. Toen Kenan 70 jaar was, verwekte hij Mahalalel. Na de geboo

Familie

Genesis 4:17-26. Hoe goed ken jij jouw familie? Wie roepen de naam van de Heer wel/niet aan? Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen: ‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal

Familie

Genesis 4:17-26. Hoe goed ken jij jouw familie? Wie roepen de naam van de Heer wel/niet aan? Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen: ‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal

Zonde

Genesis 4:1-16. Hoe pak jij het zonde-probleem aan? De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij. ’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen

Zonde

Genesis 4:1-16. Hoe pak jij het zonde-probleem aan? De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij. ’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen

Eeuwig leven

Genesis 3:20-24. Waarom wilde God voorkomen dat de mens eeuwig zou leven en bood Hij het later juist aan door het geloof in zijn Zoon, Jezus Christus? De mens noemde zijn vrouw Eva; zij is de moeder van alle levenden geworden. God, de HEER, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan. Toen dacht God, de HEER : Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven. Daarom stuurde hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen. En nadat hij hem had weggejaagd, plaatste hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken. (Genesis 3:20-24 NBV)

Eeuwig leven

Genesis 3:20-24. Waarom wilde God voorkomen dat de mens eeuwig zou leven en bood Hij het later juist aan door het geloof in zijn Zoon, Jezus Christus? De mens noemde zijn vrouw Eva; zij is de moeder van alle levenden geworden. God, de HEER, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan. Toen dacht God, de HEER : Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven. Daarom stuurde hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen. En nadat hij hem had weggejaagd, plaatste hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken. (Genesis 3:20-24 NBV)

Zeggen

Genesis 3:14-19. Tegen [ vul hier je eigen naam in ] zegt Hij?  God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’  Tegen de vrouw zei hij: ‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’  Tegen de mens zei hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’ (Genesis 3:14-19 NBV)

Zeggen

Genesis 3:14-19. Tegen [ vul hier je eigen naam in ] zegt Hij?  God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’  Tegen de vrouw zei hij: ‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’  Tegen de mens zei hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’ (Genesis 3:14-19 NBV)

Verbergen

Genesis 3:8-13. Waarom verberg jij je voor God? Wie heeft je verteld dat je dat moest doen? Durf je tevoorschijn te komen? Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’ (Genesis 3:8-13 NBV)

Verbergen

Genesis 3:8-13. Waarom verberg jij je voor God? Wie heeft je verteld dat je dat moest doen? Durf je tevoorschijn te komen? Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’ (Genesis 3:8-13 NBV)

Lust

Genesis 3:6-7. Van welke zaken weet je dat ze voor jou een lust voor het oog zijn, maar je ook af kunnen houden van God? Wat doe je daar mee? De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. (Genesis 3:6, 7 NBV)

Lust

Genesis 3:6-7. Van welke zaken weet je dat ze voor jou een lust voor het oog zijn, maar je ook af kunnen houden van God? Wat doe je daar mee? De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. (Genesis 3:6, 7 NBV)

Sluw

Genesis 3:1-5. Hoe ervaar jij de sluwheid van satan in je leven en hoe reageer je daarop? Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ (Genesis 3:1-5 NBV)

Sluw

Genesis 3:1-5. Hoe ervaar jij de sluwheid van satan in je leven en hoe reageer je daarop? Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ (Genesis 3:1-5 NBV)

Hechten

Genesis 2:18-25. Aan wie heb jij je gehecht of zou je je graag willen hechten en is dat zoals God het bedoeld heeft? God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ Zo komt het dat een man zich losmaakt v

Hechten

Genesis 2:18-25. Aan wie heb jij je gehecht of zou je je graag willen hechten en is dat zoals God het bedoeld heeft? God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. Toen liet God, de HEER, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ Zo komt het dat een man zich losmaakt v

Tuin

Genesis 2:4-17. God gaf ons de aarde als 'tuin', om die te bewerken en er over te waken. Wat doe jij met die opdracht? Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. Er ontsprin

Tuin

Genesis 2:4-17. God gaf ons de aarde als 'tuin', om die te bewerken en er over te waken. Wat doe jij met die opdracht? Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. Er ontsprin

Rust

Genesis 2:1-4. Wanneer en hoe rust jij uit? Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, (Genesis 2:1-4 NBV)

Rust

Genesis 2:1-4. Wanneer en hoe rust jij uit? Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, (Genesis 2:1-4 NBV)

Zeer goed

Genesis 1:24-31. Wat is er over van de zeer goede schepping van God en wat kun jij daar aan doen? God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was. God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en al

Zeer goed

Genesis 1:24-31. Wat is er over van de zeer goede schepping van God en wat kun jij daar aan doen? God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was. God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en al

Zegen

Genesis 1:20-22. Hoe kun jij een zegen zijn voor de levende wezens in het water en in de lucht? God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ (Genesis 1:20-22 NBV)

Zegen

Genesis 1:20-22. Hoe kun jij een zegen zijn voor de levende wezens in het water en in de lucht? God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ (Genesis 1:20-22 NBV)

Licht

Genesis 1:14-19. Hoe laat jij je licht schijnen voor de mensen, zodat ze je goede werken zien en de Vader, die in de hemel is, zullen verheerlijken? God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. (Genesis 1:14-19 NBV)

Licht

Genesis 1:14-19. Hoe laat jij je licht schijnen voor de mensen, zodat ze je goede werken zien en de Vader, die in de hemel is, zullen verheerlijken? God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. (Genesis 1:14-19 NBV)

Zaad

Genesis 1:9-13. Welke geestelijke lessen kun je leren uit 'zaad'? God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De derde dag. (Genesis 1:9-13 NBV)

Zaad

Genesis 1:9-13. Welke geestelijke lessen kun je leren uit 'zaad'? God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De derde dag. (Genesis 1:9-13 NBV)

Gewelf

Genesis 1:6-8. Geloof jij dat God de Schepper is van hemel en aarde? Waarom wel/niet? God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. (Genesis 1:6-8 NBV)

Gewelf

Genesis 1:6-8. Geloof jij dat God de Schepper is van hemel en aarde? Waarom wel/niet? God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. (Genesis 1:6-8 NBV)

Licht

Genesis 1:1-5. Wat voor 'licht' schijnt er in en door jouw leven of regeert de duisternis en is je uiteindelijke levensdoel de dood? In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. (Genesis 1:1-5 NBV)

Licht

Genesis 1:1-5. Wat voor 'licht' schijnt er in en door jouw leven of regeert de duisternis en is je uiteindelijke levensdoel de dood? In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. (Genesis 1:1-5 NBV)

Boek

Openbaring 22:18-21. Het boek is uit. Jezus komt terug. Wat doet dit met jou? Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn. Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’ Amen. Kom, Heer Jezus! De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. (Openbaring 22:18-21 NBV)

Boek

Openbaring 22:18-21. Het boek is uit. Jezus komt terug. Wat doet dit met jou? Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn. Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, ik kom spoedig!’ Amen. Kom, Heer Jezus! De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. (Openbaring 22:18-21 NBV)

Kom!

Openbaring 22:16-17. Ben jij al gekomen en heb jij al van het nieuwe leven 'geproefd'? Hoe 'smaakt' het? ‘Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.’ De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft. (Openbaring 22:16, 17 NBV)

Kom!

Openbaring 22:16-17. Ben jij al gekomen en heb jij al van het nieuwe leven 'geproefd'? Hoe 'smaakt' het? ‘Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.’ De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft. (Openbaring 22:16, 17 NBV)

Spoedig

Openbaring 22:12-15. Waaraan kun je zien dat Jezus spoedig terug komt en ben jij er klaar voor om Hem te ontmoeten? ‘Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt. (Openbaring 22:12-15 NBV)

Spoedig

Openbaring 22:12-15. Waaraan kun je zien dat Jezus spoedig terug komt en ben jij er klaar voor om Hem te ontmoeten? ‘Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.’ Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt. (Openbaring 22:12-15 NBV)

Aanbidding

Openbaring 22:8-11. Wie of wat aanbid jij en hoe doe je dat? Ik, Johannes, was het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik alles gehoord en gezien had, wierp ik me neer aan de voeten van de engel die me deze dingen liet zien, om hem te aanbidden. Maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en je medeprofeten, en zoals degenen die zich houden aan wat er in dit boek staat. Je moet God aanbidden.’ Verder zei hij tegen me: ‘Houd de profetie van dit boek niet geheim, want de tijd is nabij. Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie heilig is zal nog heiliger worden.’ (Openbaring 22:8-11 NBV)

Aanbidding

Openbaring 22:8-11. Wie of wat aanbid jij en hoe doe je dat? Ik, Johannes, was het die deze dingen hoorde en zag. En toen ik alles gehoord en gezien had, wierp ik me neer aan de voeten van de engel die me deze dingen liet zien, om hem te aanbidden. Maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en je medeprofeten, en zoals degenen die zich houden aan wat er in dit boek staat. Je moet God aanbidden.’ Verder zei hij tegen me: ‘Houd de profetie van dit boek niet geheim, want de tijd is nabij. Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie heilig is zal nog heiliger worden.’ (Openbaring 22:8-11 NBV)

Gelukkig

Openbaring 22:6-7. Ben jij gelukkig? Hoe kun je het worden? Toen zei hij tegen mij: ‘Wat hier gezegd is, is betrouwbaar en waar. De Heer, de God die profeten bezielt, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet.’ ‘Ik kom spoedig!’ Gelukkig is wie zich houdt aan de profetie van dit boek. (Openbaring 22:6, 7 NBV)

Gelukkig

Openbaring 22:6-7. Ben jij gelukkig? Hoe kun je het worden? Toen zei hij tegen mij: ‘Wat hier gezegd is, is betrouwbaar en waar. De Heer, de God die profeten bezielt, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet.’ ‘Ik kom spoedig!’ Gelukkig is wie zich houdt aan de profetie van dit boek. (Openbaring 22:6, 7 NBV)

Levensboom

Openbaring 22:1-5. Welke vrucht is er nu zichtbaar in jouw leven en hoe zal dat zijn in het nieuwe Jeruzalem? Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. (Openbaring 22:1-5 NBV)

Levensboom

Openbaring 22:1-5. Welke vrucht is er nu zichtbaar in jouw leven en hoe zal dat zijn in het nieuwe Jeruzalem? Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. (Openbaring 22:1-5 NBV)

Stad

Openbaring 21:9-27. Beschrijf deze stad eens in je eigen woorden en waar verschilt hij met de dichtstbijzijnde stad waar je nu woont? Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het lam.’ Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien, die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis. Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen. Vanuit het oosten gezien waren er drie poorten, vanuit het noorden drie, vanuit het zuiden drie en vanuit het westen drie. De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam. Degene die met mij sprak had een gouden mee

Stad

Openbaring 21:9-27. Beschrijf deze stad eens in je eigen woorden en waar verschilt hij met de dichtstbijzijnde stad waar je nu woont? Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het lam.’ Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien, die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis. Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen. Vanuit het oosten gezien waren er drie poorten, vanuit het noorden drie, vanuit het zuiden drie en vanuit het westen drie. De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam. Degene die met mij sprak had een gouden mee

Nieuw

Openbaring 21:5-8. Hoe zie jij uit naar het moment dat God alle dingen nieuw gaat maken en zal jij daar bij zijn? Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – Toen zei hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’ (Openbaring 21:5-8 NBV)

Nieuw

Openbaring 21:5-8. Hoe zie jij uit naar het moment dat God alle dingen nieuw gaat maken en zal jij daar bij zijn? Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – Toen zei hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’ (Openbaring 21:5-8 NBV)

Tranen

Openbaring 21:1-4. Welke tranen zijn er al in jouw leven gevloeid en wat doet het met je als je weet dat God al de tranen uit je ogen zal wissen, voorbij, over en uit? Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ (Openbaring 21:1-4 NBV)

Tranen

Openbaring 21:1-4. Welke tranen zijn er al in jouw leven gevloeid en wat doet het met je als je weet dat God al de tranen uit je ogen zal wissen, voorbij, over en uit? Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ (Openbaring 21:1-4 NBV)

Boek

Openbaring 20:11-15. Staat jouw naam in het boek van het leven? Op grond van welke daad/daden? Toen zag ik een grote witte troon en hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van hem weg en verdwenen in het niets. Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid. (Openbaring 20:11-15 NBV)

Boek

Openbaring 20:11-15. Staat jouw naam in het boek van het leven? Op grond van welke daad/daden? Toen zag ik een grote witte troon en hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van hem weg en verdwenen in het niets. Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid. (Openbaring 20:11-15 NBV)

Misleiding

Openbaring 20:7-10. Hoe komt het dat mensen die God zo duidelijk gezien en ervaren hebben zich toch laten misleiden en een andere weg gaan? Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid. (Openbaring 20:7-10 NBV)

Misleiding

Openbaring 20:7-10. Hoe komt het dat mensen die God zo duidelijk gezien en ervaren hebben zich toch laten misleiden en een andere weg gaan? Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid. (Openbaring 20:7-10 NBV)

Sleutel

Openbaring 20:1-6. Wie heeft de sleutelpositie in verleden, heden en toekomst en ben jij bereid onder alle omstandigheden trouw te blijven aan Hem die de sleutel in handen heeft? Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de messias. De andere doden

Sleutel

Openbaring 20:1-6. Wie heeft de sleutelpositie in verleden, heden en toekomst en ben jij bereid onder alle omstandigheden trouw te blijven aan Hem die de sleutel in handen heeft? Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de messias. De andere doden

Misleiding

Openbaring 19:17-21. Wie probeert jou te leiden naar een andere weg dan die God wijst en hoe ga jij daar mee om? Ben jij ten prooi gevallen aan misleiding? Toen zag ik een engel midden in de zon staan. Luid riep hij tegen de vogels die hoog in de lucht vlogen: ‘Kom naar Gods grote maaltijd. Dan krijg je het vlees te eten van koningen, legeraanvoerders en machthebbers, het vlees van paarden en hun ruiters, van slaven en van vrije mensen, het vlees van jong en oud.’ Ik zag dat het beest en de koningen op aarde zich met hun troepen hadden verzameld om oorlog te voeren met de ruiter op het paard en zijn legermacht. Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad. Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid. De rest werd gedood door het zwaard dat uit de mond van de ruiter op het paard kwam, en alle vogels aten zich vol aan hun vl

Misleiding

Openbaring 19:17-21. Wie probeert jou te leiden naar een andere weg dan die God wijst en hoe ga jij daar mee om? Ben jij ten prooi gevallen aan misleiding? Toen zag ik een engel midden in de zon staan. Luid riep hij tegen de vogels die hoog in de lucht vlogen: ‘Kom naar Gods grote maaltijd. Dan krijg je het vlees te eten van koningen, legeraanvoerders en machthebbers, het vlees van paarden en hun ruiters, van slaven en van vrije mensen, het vlees van jong en oud.’ Ik zag dat het beest en de koningen op aarde zich met hun troepen hadden verzameld om oorlog te voeren met de ruiter op het paard en zijn legermacht. Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad. Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid. De rest werd gedood door het zwaard dat uit de mond van de ruiter op het paard kwam, en alle vogels aten zich vol aan hun vl

Betrouwbaar

Openbaring 19:11-16. Hoe betrouwbaar ben jij? Hoe toont/toonde Jezus zijn betrouwbaarheid? Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert. Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op zijn hoofd had hij veel kronen. Er stond een naam op hem geschreven die niemand kende, alleen hijzelf. Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde ‘Woord van God’. De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde hem op witte paarden. Uit zijn mond komt een scherp zwaard waarmee hij de volken zal slaan, en hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede van de almachtige God treden. Op zijn kleding en op zijn dij staat de naam ‘Hoogste Heer en koning’. (Openbaring 19:11-16 NBV)

Betrouwbaar

Openbaring 19:11-16. Hoe betrouwbaar ben jij? Hoe toont/toonde Jezus zijn betrouwbaarheid? Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert. Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op zijn hoofd had hij veel kronen. Er stond een naam op hem geschreven die niemand kende, alleen hijzelf. Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde ‘Woord van God’. De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde hem op witte paarden. Uit zijn mond komt een scherp zwaard waarmee hij de volken zal slaan, en hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede van de almachtige God treden. Op zijn kleding en op zijn dij staat de naam ‘Hoogste Heer en koning’. (Openbaring 19:11-16 NBV)

Aanbidden

Openbaring 19:9-10. Naar wie of wat gaat jouw aanbidding uit en wat is daarvan het effect voor de eeuwigheid? Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’ Ik wierp me aan zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en zoals je broeders en zusters die van Jezus getuigen. Je moet God aanbidden.’ Want getuigen van Jezus is profeteren. (Openbaring 19:9, 10 NBV)

Aanbidden

Openbaring 19:9-10. Naar wie of wat gaat jouw aanbidding uit en wat is daarvan het effect voor de eeuwigheid? Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’ Ik wierp me aan zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en zoals je broeders en zusters die van Jezus getuigen. Je moet God aanbidden.’ Want getuigen van Jezus is profeteren. (Openbaring 19:9, 10 NBV)

Bruid

Openbaring 19:1-8. Wat voor een bruid ben jij en hoe bereid jij je voor op de komst van de bruidegom (Jezus)? Houd je van Hem? Hierna hoorde ik in de hemel een geweldige stem als van een grote menigte zeggen: ‘Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken.’ Opnieuw zeiden ze: ‘Halleluja! Haar rook stijgt op tot in eeuwigheid.’ De vierentwintig oudsten en de vier wezens wierpen zich neer voor God, die op de troon zit, en aanbaden hem met de woorden: ‘Amen! Halleluja!’ Vanaf de troon klonk een stem, die zei: ‘Loof onze God! Laat al zijn dienaren die ontzag voor hem hebben, jong en oud, hem loven!’ Toen hoorde ik iets als een stem van een grote menigte, van geweldige watermassa’s en van krachtige donderslagen zeggen: ‘Halleluja! De Heer, onze God, de Almachtige, heeft het ko

Bruid

Openbaring 19:1-8. Wat voor een bruid ben jij en hoe bereid jij je voor op de komst van de bruidegom (Jezus)? Houd je van Hem? Hierna hoorde ik in de hemel een geweldige stem als van een grote menigte zeggen: ‘Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken.’ Opnieuw zeiden ze: ‘Halleluja! Haar rook stijgt op tot in eeuwigheid.’ De vierentwintig oudsten en de vier wezens wierpen zich neer voor God, die op de troon zit, en aanbaden hem met de woorden: ‘Amen! Halleluja!’ Vanaf de troon klonk een stem, die zei: ‘Loof onze God! Laat al zijn dienaren die ontzag voor hem hebben, jong en oud, hem loven!’ Toen hoorde ik iets als een stem van een grote menigte, van geweldige watermassa’s en van krachtige donderslagen zeggen: ‘Halleluja! De Heer, onze God, de Almachtige, heeft het ko

Babylon

Openbaring 18:21-24. Met welke stad voel jij je het meest verwant; Babylon of het Nieuwe Jeruzalem? Wat zijn hun beider voorland? Toen tilde een sterke engel een steen zo groot als een molensteen op en smeet die in zee met de woorden: ‘Zo zal ook Babylon, die grote stad, worden weggeslingerd; ze zal voorgoed verdwijnen. De klank van lier en zang, bazuin en fluit zal in jou voorgoed verstommen, de bedrijvigheid van ieder ambacht zal in jou voorgoed stilvallen. Het geluid van de molen zal nooit meer in je klinken, het licht van de lamp nooit meer in je schijnen. Het feestgedruis rond bruid en bruidegom zal in jou nooit meer te horen zijn. Eens waren je handelaars de groten der aarde, alle volken bezweken voor je verleidende toverij. Maar ook vloeide in deze stad het bloed van profeten en heiligen, van al degenen die op aarde werden geslacht.’ (Openbaring 18:21-24 NBV)

Babylon

Openbaring 18:21-24. Met welke stad voel jij je het meest verwant; Babylon of het Nieuwe Jeruzalem? Wat zijn hun beider voorland? Toen tilde een sterke engel een steen zo groot als een molensteen op en smeet die in zee met de woorden: ‘Zo zal ook Babylon, die grote stad, worden weggeslingerd; ze zal voorgoed verdwijnen. De klank van lier en zang, bazuin en fluit zal in jou voorgoed verstommen, de bedrijvigheid van ieder ambacht zal in jou voorgoed stilvallen. Het geluid van de molen zal nooit meer in je klinken, het licht van de lamp nooit meer in je schijnen. Het feestgedruis rond bruid en bruidegom zal in jou nooit meer te horen zijn. Eens waren je handelaars de groten der aarde, alle volken bezweken voor je verleidende toverij. Maar ook vloeide in deze stad het bloed van profeten en heiligen, van al degenen die op aarde werden geslacht.’ (Openbaring 18:21-24 NBV)

Rijkdom

Openbaring 18:9-20. Waar gaat jouw hart naar uit en hoe vergankelijk/onvergankelijk is dat? De koningen op aarde, die ontucht met haar hebben gepleegd en in weelde hebben geleefd, zullen om haar jammeren en treuren als ze de rook boven haar zien opstijgen. Ze blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt, en zeggen: “Wee! Wee Babylon, grote, sterke stad! In één uur tijd is je vonnis voltrokken!” De handelaars op aarde treuren en rouwen om haar, want er is niemand die hun waren nog wil kopen: goud en zilver, edelstenen en parels, linnen, purperen stoffen, zijde, scharlaken stoffen, cipressenhout, allerlei voorwerpen van ivoor en van dure houtsoorten, van brons, ijzer en marmer, kaneel en kardemom, reukwerk en balsem, wierook, wijn en olijfolie, meel en tarwe, runderen en schapen, paarden en wagens, slaven en lijfeigenen. Verloren zijn de vruchten waar je hart naar uitging, verdwenen al je rijkdom, alle weelde – dat alles is voorgoed voorbij. Degenen die hierin handelden en

Rijkdom

Openbaring 18:9-20. Waar gaat jouw hart naar uit en hoe vergankelijk/onvergankelijk is dat? De koningen op aarde, die ontucht met haar hebben gepleegd en in weelde hebben geleefd, zullen om haar jammeren en treuren als ze de rook boven haar zien opstijgen. Ze blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt, en zeggen: “Wee! Wee Babylon, grote, sterke stad! In één uur tijd is je vonnis voltrokken!” De handelaars op aarde treuren en rouwen om haar, want er is niemand die hun waren nog wil kopen: goud en zilver, edelstenen en parels, linnen, purperen stoffen, zijde, scharlaken stoffen, cipressenhout, allerlei voorwerpen van ivoor en van dure houtsoorten, van brons, ijzer en marmer, kaneel en kardemom, reukwerk en balsem, wierook, wijn en olijfolie, meel en tarwe, runderen en schapen, paarden en wagens, slaven en lijfeigenen. Verloren zijn de vruchten waar je hart naar uitging, verdwenen al je rijkdom, alle weelde – dat alles is voorgoed voorbij. Degenen die hierin handelden en

Zonden

Openbaring 18:4-8. Van welke zonde(n) moet jij je afkeren en wat is de eerste stap die je daarvoor gaat zetten? Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: ‘Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden. Doe met haar wat zij met anderen deed, ja laat haar dubbel boeten. Laat haar het dubbele drinken uit de beker waaruit zij anderen te drinken gaf. Geef haar net zo veel pijn en rouw te dragen als zij zich luister en overvloed heeft gegund. Ze zegt bij zichzelf: Ik zit hier als een koningin, niet als een arme weduwe. Mij zal niets gebeuren! Daarom zullen alle plagen haar op één dag treffen: dodelijke ziekte, rouw en hongersnood, en ze zal in vlammen opgaan. Want God, de Heer, die dat vonnis heeft geveld, is machtig. (Openbaring 18:4-8 NBV)

Zonden

Openbaring 18:4-8. Van welke zonde(n) moet jij je afkeren en wat is de eerste stap die je daarvoor gaat zetten? Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: ‘Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden. Doe met haar wat zij met anderen deed, ja laat haar dubbel boeten. Laat haar het dubbele drinken uit de beker waaruit zij anderen te drinken gaf. Geef haar net zo veel pijn en rouw te dragen als zij zich luister en overvloed heeft gegund. Ze zegt bij zichzelf: Ik zit hier als een koningin, niet als een arme weduwe. Mij zal niets gebeuren! Daarom zullen alle plagen haar op één dag treffen: dodelijke ziekte, rouw en hongersnood, en ze zal in vlammen opgaan. Want God, de Heer, die dat vonnis heeft geveld, is machtig. (Openbaring 18:4-8 NBV)

Stad

Openbaring 18:1-3. Wat is de geestelijke gesteldheid van de stad/het dorp waar jij woont en wat is jouw aandeel daarin? Hierna zag ik een andere engel uit de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en zijn luister verlichtte de aarde. Met een krachtige stem riep hij: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier. Alle volken hebben door haar ontucht de wijn van haar wellust gedronken, de koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de handelaars op aarde zijn van haar overvloedige weelde rijk geworden.’ (Openbaring 18:1-3 NBV)

Stad

Openbaring 18:1-3. Wat is de geestelijke gesteldheid van de stad/het dorp waar jij woont en wat is jouw aandeel daarin? Hierna zag ik een andere engel uit de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en zijn luister verlichtte de aarde. Met een krachtige stem riep hij: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad! Ze is een woonplaats voor demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest, elke onreine vogel en elk onrein, afschuwelijk dier. Alle volken hebben door haar ontucht de wijn van haar wellust gedronken, de koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de handelaars op aarde zijn van haar overvloedige weelde rijk geworden.’ (Openbaring 18:1-3 NBV)

Wijsheid en inzicht

Openbaring 17:9-18. Hoe staat het met jouw wijsheid en inzicht aangaande dat wat nog komen gaat? Hier komt het aan op wijsheid en inzicht. ‘De zeven koppen zijn zeven heuvels waarop de vrouw zit, en het zijn zeven koningen. Vijf van hen zijn omgekomen, één is er nu, en de laatste moet nog komen en zal dan maar kort blijven. Het beest dat was, en niet is, is zelf de achtste koning, al is het een van de zeven, en het zal vernietigd worden. De tien horens die je zag zijn tien koningen die nu nog geen koning zijn, maar straks samen met het beest voor één uur koninklijke macht zullen krijgen. Ze hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen en dragen hun macht en gezag over aan het beest. Ze binden de strijd aan met het lam, maar het lam zal hen overwinnen. Want het lam is de hoogste heer en koning, en wie hem toebehoren, wie geroepen zijn en uitgekozen, zijn trouw. De waterstromen die je zag,’ zei de engel, ‘waar de hoer aan zit, zijn vele landen en volken en stammen. De tien horens die je zag

Wijsheid en inzicht

Openbaring 17:9-18. Hoe staat het met jouw wijsheid en inzicht aangaande dat wat nog komen gaat? Hier komt het aan op wijsheid en inzicht. ‘De zeven koppen zijn zeven heuvels waarop de vrouw zit, en het zijn zeven koningen. Vijf van hen zijn omgekomen, één is er nu, en de laatste moet nog komen en zal dan maar kort blijven. Het beest dat was, en niet is, is zelf de achtste koning, al is het een van de zeven, en het zal vernietigd worden. De tien horens die je zag zijn tien koningen die nu nog geen koning zijn, maar straks samen met het beest voor één uur koninklijke macht zullen krijgen. Ze hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen en dragen hun macht en gezag over aan het beest. Ze binden de strijd aan met het lam, maar het lam zal hen overwinnen. Want het lam is de hoogste heer en koning, en wie hem toebehoren, wie geroepen zijn en uitgekozen, zijn trouw. De waterstromen die je zag,’ zei de engel, ‘waar de hoer aan zit, zijn vele landen en volken en stammen. De tien horens die je zag

Gruwelijkheden

Openbaring 17:1-8. Zie jij al iets van die gruwelijkheden waar hier op gedoeld wordt en hoe ga jij daar mee om? Een van de zeven engelen met de offerschalen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je laten zien hoe de grote hoer die aan talrijke waterstromen zit, veroordeeld wordt. De koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd, en de mensen die op aarde leven hebben zich bedronken aan de wijn van haar ontucht.’ Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar de woestijn. Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens. Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden, en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’. Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en het bloed van hen die van Jezu

Gruwelijkheden

Openbaring 17:1-8. Zie jij al iets van die gruwelijkheden waar hier op gedoeld wordt en hoe ga jij daar mee om? Een van de zeven engelen met de offerschalen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je laten zien hoe de grote hoer die aan talrijke waterstromen zit, veroordeeld wordt. De koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd, en de mensen die op aarde leven hebben zich bedronken aan de wijn van haar ontucht.’ Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar de woestijn. Ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest vol godslasterlijke namen, met zeven koppen en tien horens. Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden, en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’. Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en het bloed van hen die van Jezu

Voorbij

Openbaring 16:16-21. Wat is er voorbij en wat is er nodig om jouw weerstand te breken? Ze brachten hen bijeen op de plaats die in het Hebreeuws Harmagedon heet. De zevende engel goot zijn offerschaal leeg over de lucht. Toen klonk er uit de tempel een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Het is voorbij!’ Er volgden bliksemschichten en groot geraas en donderslagen. Er kwam een zware aardbeving, zo zwaar als nog niet was voorgekomen sinds er mensen op aarde waren; verschrikkelijk was die aardbeving. De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van zijn hevige woede. Alle eilanden verdwenen in het niets en van de bergen was geen spoor meer te vinden. Uit de hemel vielen loodzware hagelstenen op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van die hagel, want het was een vreselijke plaag. (Openbaring 16:16-21 NBV)

Voorbij

Openbaring 16:16-21. Wat is er voorbij en wat is er nodig om jouw weerstand te breken? Ze brachten hen bijeen op de plaats die in het Hebreeuws Harmagedon heet. De zevende engel goot zijn offerschaal leeg over de lucht. Toen klonk er uit de tempel een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Het is voorbij!’ Er volgden bliksemschichten en groot geraas en donderslagen. Er kwam een zware aardbeving, zo zwaar als nog niet was voorgekomen sinds er mensen op aarde waren; verschrikkelijk was die aardbeving. De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van zijn hevige woede. Alle eilanden verdwenen in het niets en van de bergen was geen spoor meer te vinden. Uit de hemel vielen loodzware hagelstenen op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van die hagel, want het was een vreselijke plaag. (Openbaring 16:16-21 NBV)

Onverwacht

Openbaring 16:8-15. Ben jij er klaar voor om Jezus te ontmoeten als Hij onverwacht komt? De vierde engel goot zijn offerschaal leeg over de zon, waardoor ze de mensen kon verbranden met haar vuur. De grote hitte verzengde de mensen en ze lasterden de naam van God, die macht heeft over deze plagen. Ze toonden geen berouw en bewezen hem geen eer. De vijfde engel goot zijn offerschaal leeg over de troon van het beest. Zijn rijk werd in duisternis gehuld. De mensen beten op hun tong van de pijn. Ze lasterden de God van de hemel, vanwege hun pijn en hun zweren, en ze braken niet met het leven dat ze leidden. De zesde engel goot zijn offerschaal leeg over de grote rivier de Eufraat. De rivier viel droog en maakte de weg vrij voor de koningen uit het oosten. Toen zag ik dat uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten tevoorschijn kwamen in de vorm van kikkers. Dat zijn demonische geesten die tekenen verrichten en eropuit gaan om a

Onverwacht

Openbaring 16:8-15. Ben jij er klaar voor om Jezus te ontmoeten als Hij onverwacht komt? De vierde engel goot zijn offerschaal leeg over de zon, waardoor ze de mensen kon verbranden met haar vuur. De grote hitte verzengde de mensen en ze lasterden de naam van God, die macht heeft over deze plagen. Ze toonden geen berouw en bewezen hem geen eer. De vijfde engel goot zijn offerschaal leeg over de troon van het beest. Zijn rijk werd in duisternis gehuld. De mensen beten op hun tong van de pijn. Ze lasterden de God van de hemel, vanwege hun pijn en hun zweren, en ze braken niet met het leven dat ze leidden. De zesde engel goot zijn offerschaal leeg over de grote rivier de Eufraat. De rivier viel droog en maakte de weg vrij voor de koningen uit het oosten. Toen zag ik dat uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten tevoorschijn kwamen in de vorm van kikkers. Dat zijn demonische geesten die tekenen verrichten en eropuit gaan om a

Bloed

Openbaring 16:1-7. Wat betekent het beeld van het bloed voor jou en kun je beamen wat de engel en het altaar zeggen over God? Toen hoorde ik een luide stem uit de tempel komen die tegen de zeven engelen zei: ‘Ga nu! Giet de zeven offerschalen met Gods woede leeg op de aarde!’ De eerste engel ging weg en goot zijn offerschaal leeg over de aarde. Alle mensen die het merkteken van het beest droegen en zijn beeld aanbaden, kregen kwaadaardige en pijnlijke zweren. De tweede engel goot zijn offerschaal leeg over de zee. Het water werd bloed, als het bloed van een dode, en alle wezens die in zee leefden kwamen om. De derde engel goot zijn offerschaal leeg over rivieren en waterbronnen, en het water werd bloed. Ik hoorde de engel van al het water zeggen: ‘Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was, omdat u op deze manier straft. Bloed van heiligen en profeten hebben zij vergoten, en bloed laat u hen drinken. Ze hebben het verdiend.’ Ik hoorde het altaar antwoorden: ‘Ja, Heer, onze God,

Bloed

Openbaring 16:1-7. Wat betekent het beeld van het bloed voor jou en kun je beamen wat de engel en het altaar zeggen over God? Toen hoorde ik een luide stem uit de tempel komen die tegen de zeven engelen zei: ‘Ga nu! Giet de zeven offerschalen met Gods woede leeg op de aarde!’ De eerste engel ging weg en goot zijn offerschaal leeg over de aarde. Alle mensen die het merkteken van het beest droegen en zijn beeld aanbaden, kregen kwaadaardige en pijnlijke zweren. De tweede engel goot zijn offerschaal leeg over de zee. Het water werd bloed, als het bloed van een dode, en alle wezens die in zee leefden kwamen om. De derde engel goot zijn offerschaal leeg over rivieren en waterbronnen, en het water werd bloed. Ik hoorde de engel van al het water zeggen: ‘Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was, omdat u op deze manier straft. Bloed van heiligen en profeten hebben zij vergoten, en bloed laat u hen drinken. Ze hebben het verdiend.’ Ik hoorde het altaar antwoorden: ‘Ja, Heer, onze God,

Woede

Openbaring 15:1-8. Waarom openbaart Gods woede zich in de laatste dagen en tegen wie/wat is die gericht? Ik zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede een einde komt. Toen zag ik iets als een zee van glas, vermengd met vuur. Op de glazen zee stonden zij die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam hadden overwonnen. Ze hadden lieren om daarop te spelen voor God. Ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes en het lied van het lam: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God, Almachtige, rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken. Wie zou u, Heer, niet vereren, uw naam niet prijzen? Want u alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’ De zeven engelen met de zeven plagen kwamen naar buiten, in stralende kleren van zuiver linnen en met een gouden band om hun borst. Toen gaf een van d

Woede

Openbaring 15:1-8. Waarom openbaart Gods woede zich in de laatste dagen en tegen wie/wat is die gericht? Ik zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede een einde komt. Toen zag ik iets als een zee van glas, vermengd met vuur. Op de glazen zee stonden zij die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam hadden overwonnen. Ze hadden lieren om daarop te spelen voor God. Ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes en het lied van het lam: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God, Almachtige, rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken. Wie zou u, Heer, niet vereren, uw naam niet prijzen? Want u alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’ De zeven engelen met de zeven plagen kwamen naar buiten, in stralende kleren van zuiver linnen en met een gouden band om hun borst. Toen gaf een van d

Oogsten

Openbaring 14:14-20. Wat oogst jij met jouw leven? Toen zag ik dit: een witte wolk, en daarop zat iemand die eruitzag als een mens. Hij had een gouden krans op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. Uit de tempel kwam een andere engel, die hem die op de wolk zat met luide stem toeriep: ‘Laat uw sikkel komen om te oogsten. Want de tijd om te oogsten is gekomen; de aarde is meer dan rijp voor de oogst.’ Toen wierp degene die op de wolk zat zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd geoogst. Er kwam een andere engel uit de hemelse tempel, die ook zo’n scherpe sikkel had. Bij het altaar vandaan kwam weer een andere engel, degene die zeggenschap heeft over het vuur. Hij riep de engel met de scherpe sikkel luid toe: ‘Laat je scherpe sikkel komen om de druiven te oogsten in de wijngaard op de aarde, want de druiven zijn rijp.’ Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde, en hij oogstte de druiven in de wijngaard op de aarde en gooide ze in de grote perskuip van Gods woede. De wijnpers

Oogsten

Openbaring 14:14-20. Wat oogst jij met jouw leven? Toen zag ik dit: een witte wolk, en daarop zat iemand die eruitzag als een mens. Hij had een gouden krans op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. Uit de tempel kwam een andere engel, die hem die op de wolk zat met luide stem toeriep: ‘Laat uw sikkel komen om te oogsten. Want de tijd om te oogsten is gekomen; de aarde is meer dan rijp voor de oogst.’ Toen wierp degene die op de wolk zat zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd geoogst. Er kwam een andere engel uit de hemelse tempel, die ook zo’n scherpe sikkel had. Bij het altaar vandaan kwam weer een andere engel, degene die zeggenschap heeft over het vuur. Hij riep de engel met de scherpe sikkel luid toe: ‘Laat je scherpe sikkel komen om de druiven te oogsten in de wijngaard op de aarde, want de druiven zijn rijp.’ Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde, en hij oogstte de druiven in de wijngaard op de aarde en gooide ze in de grote perskuip van Gods woede. De wijnpers

Verbondenheid

Openbaring 14:12-13. Hoe raak je verbonden met en blijf je verbonden bij de Heer? Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus. Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’ (Openbaring 14:12, 13 NBV)

Verbondenheid

Openbaring 14:12-13. Hoe raak je verbonden met en blijf je verbonden bij de Heer? Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus. Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’ (Openbaring 14:12, 13 NBV)

Merkteken

Openbaring 14:6-11. Wat ga jij doen als iedereen een merkteken op zijn voorhoofd of hand moet krijgen om te kunnen kopen en verkopen? Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’ Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’ Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd,

Merkteken

Openbaring 14:6-11. Wat ga jij doen als iedereen een merkteken op zijn voorhoofd of hand moet krijgen om te kunnen kopen en verkopen? Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’ Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’ Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd,

144.000

Openbaring 14:1-5. Wie zijn die 144.000 en welke kenmerken die er over ze geschreven staan herken jij in je eigen leven? Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken. (Openba

144.000

Openbaring 14:1-5. Wie zijn die 144.000 en welke kenmerken die er over ze geschreven staan herken jij in je eigen leven? Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden. Ik hoorde uit de hemel een geluid komen dat klonk als het geluid van geweldige watermassa’s, van zware donderslagen; het klonk als het geluid dat muzikanten maken die op de lier spelen. Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht. Dat zijn degenen die zich niet met vrouwen hebben afgegeven maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst te worden aangeboden aan God en aan het lam. Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken. (Openba

Wijsheid

Openbaring 13:11-18. Waar heb je wijsheid voor nodig als je dit gedeelte leest? Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens, net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkte

Wijsheid

Openbaring 13:11-18. Waar heb je wijsheid voor nodig als je dit gedeelte leest? Toen zag ik een tweede beest, dat opkwam uit de aarde. Het had twee horens, net als een lam, en het sprak als een draak. Voor de ogen van het eerste beest oefende het heel diens macht uit. Het dwong de aarde en alle mensen die erop leefden het eerste beest, dat van zijn dodelijke verwonding genezen was, te aanbidden. Het verrichtte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest kon verrichten. Het droeg hun op een beeld te maken voor het beest dat ondanks zijn steekwond toch leefde. Het kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkte