Posts

Posts uit september, 2014 tonen

Stelen

Exodus 20:15. Wat zou jij eigenlijk terug moeten geven aan de rechtmatige eigenaar? Steel niet.

Stelen

Exodus 20:15. Wat zou jij eigenlijk terug moeten geven aan de rechtmatige eigenaar? Steel niet.

Overspel

Exodus 20:14. Hoe staat het met jouw relatie met je echtgenoot/echtgenote en je relatie met God? Zet jij de poorten van je denken open voor overspel of blijf je trouw? Pleeg geen overspel. (Exodus 20:14 NBV)

Overspel

Exodus 20:14. Hoe staat het met jouw relatie met je echtgenoot/echtgenote en je relatie met God? Zet jij de poorten van je denken open voor overspel of blijf je trouw? Pleeg geen overspel. (Exodus 20:14 NBV)

Moord

Exodus 20:13. Heb je weleens iemand dood gewenst in je gedachten en hoe ga je daar mee om in relatie tot dit gebod? Pleeg geen moord. (Exodus 20:13 NBV)

Moord

Exodus 20:13. Heb je weleens iemand dood gewenst in je gedachten en hoe ga je daar mee om in relatie tot dit gebod? Pleeg geen moord. (Exodus 20:13 NBV)

Eerbied

Exodus 20:12. Heb jij eerbied voor je vader en moeder en hoe uit je dat? Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. (Exodus 20:12 NBV)

Eerbied

Exodus 20:12. Heb jij eerbied voor je vader en moeder en hoe uit je dat? Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. (Exodus 20:12 NBV)

Rustdag

Exodus 20:8-11. Wanneer kom jij tot rust en hoe? Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. (Exodus 20:8-11 NBV)

Rustdag

Exodus 20:8-11. Wanneer kom jij tot rust en hoe? Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. (Exodus 20:8-11 NBV)

Misbruiken

Exodus 20:7. Hoe ga jij om met de naam van de Heer, je God? Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. (Exodus 20:7 NBV)

Misbruiken

Exodus 20:7. Hoe ga jij om met de naam van de Heer, je God? Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. (Exodus 20:7 NBV)

Afgoden

Exodus 20:1-6. Met welke afgoden heb jij te maken in je leven en hoe reageer jij op die afgoden? Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. (Exodus 20:1-6 NBV)

Afgoden

Exodus 20:1-6. Met welke afgoden heb jij te maken in je leven en hoe reageer jij op die afgoden? Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. (Exodus 20:1-6 NBV)

Komen

Exodus 19:20-25. Wat zijn de belemmeringen in jouw leven om antwoord te geven op de roepstem van God om bij Hem te komen en wat ga je daar aan/mee doen? De HEER was op de top van de Sinai neergedaald. Hij vroeg Mozes naar hem toe te komen, en Mozes ging naar boven. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar beneden en waarschuw het volk dat ze niet te dichtbij komen in de hoop de HEER te zien, want dan zullen velen van hen het leven verliezen. Ook de priesters, die gewoonlijk wel in de nabijheid van de HEER mogen komen, moeten op eerbiedige afstand blijven, anders zal de toorn van de HEER tegen hen losbarsten.’ Mozes antwoordde de HEER: ‘Het volk kan de Sinai niet op gaan. U hebt ons immers zelf bevolen de berg af te grenzen en als heilig te beschouwen.’ De HEER zei: ‘Ga naar beneden, en kom samen met Aäron weer terug. Maar de priesters en het volk mogen niet dichterbij komen, zij mogen de berg niet op gaan, anders zal mijn toorn tegen hen losbarsten.’ Mozes ging terug naar het volk en bracht h

Komen

Exodus 19:20-25. Wat zijn de belemmeringen in jouw leven om antwoord te geven op de roepstem van God om bij Hem te komen en wat ga je daar aan/mee doen? De HEER was op de top van de Sinai neergedaald. Hij vroeg Mozes naar hem toe te komen, en Mozes ging naar boven. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar beneden en waarschuw het volk dat ze niet te dichtbij komen in de hoop de HEER te zien, want dan zullen velen van hen het leven verliezen. Ook de priesters, die gewoonlijk wel in de nabijheid van de HEER mogen komen, moeten op eerbiedige afstand blijven, anders zal de toorn van de HEER tegen hen losbarsten.’ Mozes antwoordde de HEER: ‘Het volk kan de Sinai niet op gaan. U hebt ons immers zelf bevolen de berg af te grenzen en als heilig te beschouwen.’ De HEER zei: ‘Ga naar beneden, en kom samen met Aäron weer terug. Maar de priesters en het volk mogen niet dichterbij komen, zij mogen de berg niet op gaan, anders zal mijn toorn tegen hen losbarsten.’ Mozes ging terug naar het volk en bracht h

Geweldig

Exodus 19:16-19. Hoe groot, machtig en ontzagwekkend is God voor jou? Op de derde dag, bij het aanbreken van de morgen, begon het te donderen en te bliksemen, er hing een dreigende wolk boven de berg, en zeer luid weerklonk het geschal van een ramshoorn. Iedereen in het kamp beefde. Mozes leidde het volk het kamp uit, God tegemoet. Aan de voet van de berg bleven ze staan. De Sinai was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. De rook steeg op als de rook uit een smeltoven, en de berg trilde hevig. Het geschal van de ramshoorn werd luider en luider. Mozes sprak, en God antwoordde met geweldig stemgeluid. (Exodus 19:16-19 NBV)

Geweldig

Exodus 19:16-19. Hoe groot, machtig en ontzagwekkend is God voor jou? Op de derde dag, bij het aanbreken van de morgen, begon het te donderen en te bliksemen, er hing een dreigende wolk boven de berg, en zeer luid weerklonk het geschal van een ramshoorn. Iedereen in het kamp beefde. Mozes leidde het volk het kamp uit, God tegemoet. Aan de voet van de berg bleven ze staan. De Sinai was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. De rook steeg op als de rook uit een smeltoven, en de berg trilde hevig. Het geschal van de ramshoorn werd luider en luider. Mozes sprak, en God antwoordde met geweldig stemgeluid. (Exodus 19:16-19 NBV)

Adelaarsvleugels

Exodus 19:1-15. Wat betekent het voor jou dat God je op adelaarsvleugels draagt en waar brengt Hij je naar toe? In de derde maand, op precies dezelfde dag dat ze uit Egypte waren weggetrokken, kwamen de Israëlieten in de Sinaiwoestijn. Ze waren vanuit Refidim verder getrokken en in de Sinaiwoestijn gekomen. Daar sloegen de Israëlieten hun kamp op, vlak bij de berg. Mozes ging de berg op, naar God. De HEER riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: “Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.’ Mozes ging terug, riep de oudsten van het volk bijeen en deelde hun

Adelaarsvleugels

Exodus 19:1-15. Wat betekent het voor jou dat God je op adelaarsvleugels draagt en waar brengt Hij je naar toe? In de derde maand, op precies dezelfde dag dat ze uit Egypte waren weggetrokken, kwamen de Israëlieten in de Sinaiwoestijn. Ze waren vanuit Refidim verder getrokken en in de Sinaiwoestijn gekomen. Daar sloegen de Israëlieten hun kamp op, vlak bij de berg. Mozes ging de berg op, naar God. De HEER riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: “Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.’ Mozes ging terug, riep de oudsten van het volk bijeen en deelde hun

Raad

Exodus 18:24-27. Welke raadgeving heb jij als laatste van wie gehad en wat heb je er mee gedaan? Mozes luisterde naar zijn schoonvader en deed wat deze hem had aangeraden. Hij koos uit heel Israël doortastende mannen en stelde hen over het volk aan: hij gaf hun de leiding over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en van tien. Zij stonden altijd klaar om over het volk recht te spreken. Moeilijke zaken legden ze aan Mozes voor, in eenvoudiger zaken deden ze zelf uitspraak. Daarna deed Mozes zijn schoonvader uitgeleide, en deze keerde naar zijn land terug. (Exodus 18:24-27 NBV)

Raad

Exodus 18:24-27. Welke raadgeving heb jij als laatste van wie gehad en wat heb je er mee gedaan? Mozes luisterde naar zijn schoonvader en deed wat deze hem had aangeraden. Hij koos uit heel Israël doortastende mannen en stelde hen over het volk aan: hij gaf hun de leiding over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en van tien. Zij stonden altijd klaar om over het volk recht te spreken. Moeilijke zaken legden ze aan Mozes voor, in eenvoudiger zaken deden ze zelf uitspraak. Daarna deed Mozes zijn schoonvader uitgeleide, en deze keerde naar zijn land terug. (Exodus 18:24-27 NBV)

Last

Exodus 18:13-23. Welke last(en) heb jij te dragen, kun je dat wel alleen en hoe kan het ook anders? De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stonden de mensen om hem heen. Toen zijn schoonvader zag hoezeer hij door hen in beslag werd genomen, vroeg hij: ‘Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan? Waarom houd jij als enige zitting, terwijl de mensen zich van ’s ochtends tot ’s avonds om je verdringen?’ Mozes antwoordde zijn schoonvader: ‘Omdat het volk bij mij komt om God te raadplegen. Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’ ‘Het is niet verstandig wat je doet,’ zei zijn schoonvader, ‘je zult er nog onder bezwijken, en de mensen die bij je komen ook. Dit is een veel te zware taak voor je, je kunt die niet alleen aan. Luister, ik zal je een goede raad geven, en moge God je dan terzijde staan. Jij moet het volk bij G

Last

Exodus 18:13-23. Welke last(en) heb jij te dragen, kun je dat wel alleen en hoe kan het ook anders? De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stonden de mensen om hem heen. Toen zijn schoonvader zag hoezeer hij door hen in beslag werd genomen, vroeg hij: ‘Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan? Waarom houd jij als enige zitting, terwijl de mensen zich van ’s ochtends tot ’s avonds om je verdringen?’ Mozes antwoordde zijn schoonvader: ‘Omdat het volk bij mij komt om God te raadplegen. Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’ ‘Het is niet verstandig wat je doet,’ zei zijn schoonvader, ‘je zult er nog onder bezwijken, en de mensen die bij je komen ook. Dit is een veel te zware taak voor je, je kunt die niet alleen aan. Luister, ik zal je een goede raad geven, en moge God je dan terzijde staan. Jij moet het volk bij G

Weldaden

Exodus 18:8-12. Wat zijn de weldaden die God aan jou bewezen heeft en hoe verheug jij je daarover? Mozes vertelde zijn schoonvader uitvoerig hoe de HEER omwille van Israël tegen de farao en Egypte was opgetreden, en ook welke moeilijkheden ze op hun tocht ondervonden hadden en hoe de HEER hen daaruit had gered. Jetro verheugde zich erover dat de HEER Israël zo veel weldaden had bewezen en hen had gered uit de handen van de Egyptenaren. ‘Geprezen zij de HEER, dat hij jullie uit de macht van de Egyptenaren en de farao heeft bevrijd,’ zei hij, ‘dat hij het volk verlost heeft van de onderdrukking door de Egyptenaren, door wie jullie met zo veel minachting behandeld zijn. Nu zie ik in dat de HEER machtiger is dan alle andere goden.’ Mozes’ schoonvader Jetro bracht God een brandoffer en een vredeoffer, en Aäron en alle oudsten van Israël namen samen met hem aan het offermaal deel, ten overstaan van God. (Exodus 18:8-12 NBV)

Weldaden

Exodus 18:8-12. Wat zijn de weldaden die God aan jou bewezen heeft en hoe verheug jij je daarover? Mozes vertelde zijn schoonvader uitvoerig hoe de HEER omwille van Israël tegen de farao en Egypte was opgetreden, en ook welke moeilijkheden ze op hun tocht ondervonden hadden en hoe de HEER hen daaruit had gered. Jetro verheugde zich erover dat de HEER Israël zo veel weldaden had bewezen en hen had gered uit de handen van de Egyptenaren. ‘Geprezen zij de HEER, dat hij jullie uit de macht van de Egyptenaren en de farao heeft bevrijd,’ zei hij, ‘dat hij het volk verlost heeft van de onderdrukking door de Egyptenaren, door wie jullie met zo veel minachting behandeld zijn. Nu zie ik in dat de HEER machtiger is dan alle andere goden.’ Mozes’ schoonvader Jetro bracht God een brandoffer en een vredeoffer, en Aäron en alle oudsten van Israël namen samen met hem aan het offermaal deel, ten overstaan van God. (Exodus 18:8-12 NBV)

Begroeten

Exodus 18:1-7. Hoe begroet jij je naaste familie en waarom doe je dat op die manier? Jetro, Mozes’ schoonvader, die priester was in Midjan, hoorde wat God allemaal voor Mozes en voor Israël had gedaan, hoe de HEER zijn volk uit Egypte had weggeleid. Daarom ging Jetro naar Mozes op weg. Hij nam Mozes’ vrouw Sippora met zich mee – zij was door Mozes teruggestuurd – en ook haar twee zonen. De een heette Gersom, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘ik ben een vreemdeling geworden, ik woon in een land dat ik niet ken.’ De ander heette Eliëzer, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘de God van mijn vader is mij te hulp gekomen, hij heeft mij aan het zwaard van de farao laten ontkomen.’ Toen Jetro samen met Mozes’ vrouw en zonen aangekomen was in de woestijn waar Mozes zijn kamp had opgeslagen, bij de berg van God,  liet hij Mozes weten: ‘Ik, je schoonvader Jetro, kom je bezoeken, met je vrouw en haar beide zonen.’ Mozes ging zijn schoonvader tegemoet, boog zich voor hem neer en kuste hem. Nadat ze elkaar begroet

Begroeten

Exodus 18:1-7. Hoe begroet jij je naaste familie en waarom doe je dat op die manier? Jetro, Mozes’ schoonvader, die priester was in Midjan, hoorde wat God allemaal voor Mozes en voor Israël had gedaan, hoe de HEER zijn volk uit Egypte had weggeleid. Daarom ging Jetro naar Mozes op weg. Hij nam Mozes’ vrouw Sippora met zich mee – zij was door Mozes teruggestuurd – en ook haar twee zonen. De een heette Gersom, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘ik ben een vreemdeling geworden, ik woon in een land dat ik niet ken.’ De ander heette Eliëzer, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘de God van mijn vader is mij te hulp gekomen, hij heeft mij aan het zwaard van de farao laten ontkomen.’ Toen Jetro samen met Mozes’ vrouw en zonen aangekomen was in de woestijn waar Mozes zijn kamp had opgeslagen, bij de berg van God,  liet hij Mozes weten: ‘Ik, je schoonvader Jetro, kom je bezoeken, met je vrouw en haar beide zonen.’ Mozes ging zijn schoonvader tegemoet, boog zich voor hem neer en kuste hem. Nadat ze elkaar begroet

Oorkonde

Exodus 17:14-16. Welke oorkondes van Gods grote daden in jouw leven heb jij? Of ben je ze vergeten? De HEER zei tegen Mozes: ‘Leg deze overwinning in een oorkonde vast, zodat niemand die ooit zal vergeten, en overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.’ Toen bouwde Mozes een altaar, en hij noemde het ‘De HEER is mijn banier’. Hij zei: ‘Omdat Amalek de hand heeft durven opheffen tegen de troon van de HEER, zal de HEER strijd voeren tegen Amalek, in alle komende generaties.’ (Exodus 17:14-16 NBV)

Oorkonde

Exodus 17:14-16. Welke oorkondes van Gods grote daden in jouw leven heb jij? Of ben je ze vergeten? De HEER zei tegen Mozes: ‘Leg deze overwinning in een oorkonde vast, zodat niemand die ooit zal vergeten, en overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.’ Toen bouwde Mozes een altaar, en hij noemde het ‘De HEER is mijn banier’. Hij zei: ‘Omdat Amalek de hand heeft durven opheffen tegen de troon van de HEER, zal de HEER strijd voeren tegen Amalek, in alle komende generaties.’ (Exodus 17:14-16 NBV)

Strijd

Exodus 17:813. Met welke strijd heb jij als christen te maken en hoe strijd je die strijd? In Refidim werd Israël aangevallen door de Amalekieten. Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies een aantal mannen uit en trek met hen tegen Amalek ten strijde. Ikzelf zal morgen op de top van de heuvel gaan staan, met in mijn hand de staf van God.’ Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen en trok tegen Amalek ten strijde, en Mozes ging naar de top van de heuvel, samen met Aäron en Chur. Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste. Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging. Zo versloeg Jozua het leger van Amalek tot de laatste man. (Exodus 17:8-13 NBV)

Strijd

Exodus 17:813. Met welke strijd heb jij als christen te maken en hoe strijd je die strijd? In Refidim werd Israël aangevallen door de Amalekieten. Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies een aantal mannen uit en trek met hen tegen Amalek ten strijde. Ikzelf zal morgen op de top van de heuvel gaan staan, met in mijn hand de staf van God.’ Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen en trok tegen Amalek ten strijde, en Mozes ging naar de top van de heuvel, samen met Aäron en Chur. Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste. Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging. Zo versloeg Jozua het leger van Amalek tot de laatste man. (Exodus 17:8-13 NBV)

Aanroepen

Exodus 17:4-7. Waarvoor heb jij God wel eens luid aangeroepen en wat was zijn antwoord? Mozes riep luid de HEER aan. ‘Wat moet ik met dit volk beginnen?’ vroeg hij. ‘Er hoeft niet veel meer te gebeuren of ze stenigen mij!’ De HEER antwoordde Mozes: ‘Ga samen met een aantal van de oudsten van Israël voor het volk uit. Neem de staf waarmee je op de Nijl hebt geslagen in je hand en ga op weg. Ik zal je opwachten op de rots bij de Horeb. Als je op de rots slaat, zal er water uit stromen, zodat het volk te drinken heeft.’ Mozes deed dit, in het bijzijn van de oudsten van Israël. Hij noemde die plaats Massa en Meriba, omdat de Israëlieten Mozes daar verwijten hadden gemaakt en omdat ze daar de HEER op de proef hadden gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’ (Exodus 17:4-7 NBV)

Aanroepen

Exodus 17:4-7. Waarvoor heb jij God wel eens luid aangeroepen en wat was zijn antwoord? Mozes riep luid de HEER aan. ‘Wat moet ik met dit volk beginnen?’ vroeg hij. ‘Er hoeft niet veel meer te gebeuren of ze stenigen mij!’ De HEER antwoordde Mozes: ‘Ga samen met een aantal van de oudsten van Israël voor het volk uit. Neem de staf waarmee je op de Nijl hebt geslagen in je hand en ga op weg. Ik zal je opwachten op de rots bij de Horeb. Als je op de rots slaat, zal er water uit stromen, zodat het volk te drinken heeft.’ Mozes deed dit, in het bijzijn van de oudsten van Israël. Hij noemde die plaats Massa en Meriba, omdat de Israëlieten Mozes daar verwijten hadden gemaakt en omdat ze daar de HEER op de proef hadden gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’ (Exodus 17:4-7 NBV)

Aanwijzingen

Exodus 17:1-3. Wat zijn de aanwijzigingen van de Heer voor jouw leven en luister je er naar? Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk van Israël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken. Ze maakten Mozes verwijten. ‘Geef ons te drinken, geef ons water!’ zeiden ze. Mozes zei: ‘Waarom maakt u mij verwijten? Waarom stelt u de HEER op de proef?’ Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen. ‘Waarom hebt u ons uit Egypte weggevoerd?’ zeiden ze tegen Mozes. ‘Om ons van dorst te laten sterven, met onze kinderen en ons vee?’ (Exodus 17:1-3 NBV)

Aanwijzingen

Exodus 17:1-3. Wat zijn de aanwijzigingen van de Heer voor jouw leven en luister je er naar? Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk van Israël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken. Ze maakten Mozes verwijten. ‘Geef ons te drinken, geef ons water!’ zeiden ze. Mozes zei: ‘Waarom maakt u mij verwijten? Waarom stelt u de HEER op de proef?’ Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen. ‘Waarom hebt u ons uit Egypte weggevoerd?’ zeiden ze tegen Mozes. ‘Om ons van dorst te laten sterven, met onze kinderen en ons vee?’ (Exodus 17:1-3 NBV)

Generaties

Exodus 16:31-36. Hoe zorg jij er voor dat de volgende generaties niet vergeten wat God gedaan heeft? Het volk van Israël noemde het voedsel manna. Het leek op korianderzaad, maar dan wit, en het smaakte als honingkoek. Mozes zei: ‘De HEER heeft het volgende bevolen: “Er moet één volle omer bewaard blijven voor de generaties die na jullie komen, want zij moeten het brood kunnen zien dat ik jullie in de woestijn te eten heb gegeven toen ik jullie uit Egypte leidde.”’ Daarom zei Mozes tegen Aäron: ‘Doe een volle omer manna in een kruik en leg die op de plaats waar de HEER wordt vereerd, om het manna daar voor de komende generaties te bewaren.’ Zoals de HEER Mozes had opgedragen, legde Aäron de kruik neer voor de verbondstekst, om het manna daar te bewaren. Veertig jaar lang aten de Israëlieten manna, tot ze in bewoond gebied kwamen; ze aten manna tot ze de grens van Kanaän bereikten. (Een omer is een tiende efa.) (Exodus 16:31-36 NBV)

Generaties

Exodus 16:31-36. Hoe zorg jij er voor dat de volgende generaties niet vergeten wat God gedaan heeft? Het volk van Israël noemde het voedsel manna. Het leek op korianderzaad, maar dan wit, en het smaakte als honingkoek. Mozes zei: ‘De HEER heeft het volgende bevolen: “Er moet één volle omer bewaard blijven voor de generaties die na jullie komen, want zij moeten het brood kunnen zien dat ik jullie in de woestijn te eten heb gegeven toen ik jullie uit Egypte leidde.”’ Daarom zei Mozes tegen Aäron: ‘Doe een volle omer manna in een kruik en leg die op de plaats waar de HEER wordt vereerd, om het manna daar voor de komende generaties te bewaren.’ Zoals de HEER Mozes had opgedragen, legde Aäron de kruik neer voor de verbondstekst, om het manna daar te bewaren. Veertig jaar lang aten de Israëlieten manna, tot ze in bewoond gebied kwamen; ze aten manna tot ze de grens van Kanaän bereikten. (Een omer is een tiende efa.) (Exodus 16:31-36 NBV)

Rust

Exodus 16:21-30. Wanneer en hoe kom jij tot rust en is dat op een wijze zoals God het bedoeld heeft? Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee omer per persoon. De leiders van het volk kwamen dit bij Mozes melden. Mozes zei tegen hen: ‘De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag van rust, een heilige sabbat ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.’ Ze lieten dus iets over voor de volgende dag, zoals Mozes had opgedragen; nu stonk het niet en zaten er geen wormen in. ‘Dit moet u vandaag eten,’ zei Mozes, ‘want vandaag is het sabbat, een rustdag ter ere van de HEER, en zult u buiten het kamp niets vinden. Zes dagen kunt u voedsel verzamelen, maar de zevende dag is het sabbat, dan is het er niet.’ Toch gingen sommigen ook op de zevende dag op zoek, maar ze vonden niets. Toen zei de HEER tegen Moz

Rust

Exodus 16:21-30. Wanneer en hoe kom jij tot rust en is dat op een wijze zoals God het bedoeld heeft? Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee omer per persoon. De leiders van het volk kwamen dit bij Mozes melden. Mozes zei tegen hen: ‘De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag van rust, een heilige sabbat ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.’ Ze lieten dus iets over voor de volgende dag, zoals Mozes had opgedragen; nu stonk het niet en zaten er geen wormen in. ‘Dit moet u vandaag eten,’ zei Mozes, ‘want vandaag is het sabbat, een rustdag ter ere van de HEER, en zult u buiten het kamp niets vinden. Zes dagen kunt u voedsel verzamelen, maar de zevende dag is het sabbat, dan is het er niet.’ Toch gingen sommigen ook op de zevende dag op zoek, maar ze vonden niets. Toen zei de HEER tegen Moz

Brood

Exodus 16:13-20. Wat is jouw geestelijke ontbijt? Diezelfde avond kwamen er grote zwermen kwartels aangevlogen, die in het kamp neerstreken, en de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. ‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had. Mozes verbood om ook maar iets ervan tot de volgende dag te bewaren. Sommigen luisterden niet naar hem

Brood

Exodus 16:13-20. Wat is jouw geestelijke ontbijt? Diezelfde avond kwamen er grote zwermen kwartels aangevlogen, die in het kamp neerstreken, en de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. ‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had. Mozes verbood om ook maar iets ervan tot de volgende dag te bewaren. Sommigen luisterden niet naar hem

Inzien

Exodus 16:9-12. Wat is er bij jou nodig, zodat je inziet dat de Heer God is en je Hem gaat volgen? Mozes zei tegen Aäron: ‘Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Wend u tot de HEER, want hij heeft uw geklaag gehoord.”’ Zodra Aäron dit aan het volk had opgedragen en allen zich met het gezicht naar de woestijn hadden opgesteld, verscheen in een wolk de majesteit van de HEER. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik heb gehoord hoe de Israëlieten zich beklagen. Zeg tegen hen: “Wanneer de avond valt zullen jullie vlees eten, en morgenochtend brood in overvloed. Dan zullen jullie inzien dat ik, de HEER, jullie God ben.”’ (Exodus 16:9-12 NBV)

Inzien

Exodus 16:9-12. Wat is er bij jou nodig, zodat je inziet dat de Heer God is en je Hem gaat volgen? Mozes zei tegen Aäron: ‘Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Wend u tot de HEER, want hij heeft uw geklaag gehoord.”’ Zodra Aäron dit aan het volk had opgedragen en allen zich met het gezicht naar de woestijn hadden opgesteld, verscheen in een wolk de majesteit van de HEER. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik heb gehoord hoe de Israëlieten zich beklagen. Zeg tegen hen: “Wanneer de avond valt zullen jullie vlees eten, en morgenochtend brood in overvloed. Dan zullen jullie inzien dat ik, de HEER, jullie God ben.”’ (Exodus 16:9-12 NBV)

Verzamelen

Exodus 16:4-8. Hoe verzamel jij je geestelijke voedsel en hoe regelmatig doe je dat? De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’ Hierop zeiden Mozes en Aäron tegen de Israëlieten: ‘Vanavond nog zult u inzien dat de HEER zelf u uit Egypte heeft geleid, en morgen, in de ochtend, zult u de majesteit van de HEER zien. Hij heeft gehoord hoe u zich beklaagt. Dat is tegen hem gericht, want wie zijn wij dat u zich bij ons zou beklagen?’ Mozes vervolgde: ‘Vanavond zal de HEER u vlees te eten geven, en morgenochtend zult u volop brood hebben, want de HEER heeft uw geklaag gehoord. Dat is immers tegen hem gericht en niet tegen ons – want wie zijn wij?’ (Exodus 16:4-8 NBV)

Verzamelen

Exodus 16:4-8. Hoe verzamel jij je geestelijke voedsel en hoe regelmatig doe je dat? De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’ Hierop zeiden Mozes en Aäron tegen de Israëlieten: ‘Vanavond nog zult u inzien dat de HEER zelf u uit Egypte heeft geleid, en morgen, in de ochtend, zult u de majesteit van de HEER zien. Hij heeft gehoord hoe u zich beklaagt. Dat is tegen hem gericht, want wie zijn wij dat u zich bij ons zou beklagen?’ Mozes vervolgde: ‘Vanavond zal de HEER u vlees te eten geven, en morgenochtend zult u volop brood hebben, want de HEER heeft uw geklaag gehoord. Dat is immers tegen hem gericht en niet tegen ons – want wie zijn wij?’ (Exodus 16:4-8 NBV)

Beklagen

Exodus 16:1-3. Waarover heb jij je weleens beklaagd naar God toe en hoe reageerde Hij? Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt. Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’ (Exodus 16:1-3 NBV)

Beklagen

Exodus 16:1-3. Waarover heb jij je weleens beklaagd naar God toe en hoe reageerde Hij? Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt. Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’ (Exodus 16:1-3 NBV)

Proef

Exodus 15:22-27. Hoe is jouw geloof door God weleens op de proef gesteld en hoe heb je die proef doorstaan? Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’ Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbro

Proef

Exodus 15:22-27. Hoe is jouw geloof door God weleens op de proef gesteld en hoe heb je die proef doorstaan? Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’ Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbro

Tamboerijn

Exodus 15:10-21. Welke blijde, dankbare noot klinkt er vandaag in jouw leven? Toen de paarden, wagens en ruiters van de farao de zee in waren getrokken, had de HEER het water over hen heen terug laten stromen, maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land. De profetes Mirjam, Aärons zuster, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en op de tamboerijn spelend. En Mirjam zong dit refrein: ‘Zing voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee.’ (Exodus 15:19-21 NBV)

Tamboerijn

Exodus 15:10-21. Welke blijde, dankbare noot klinkt er vandaag in jouw leven? Toen de paarden, wagens en ruiters van de farao de zee in waren getrokken, had de HEER het water over hen heen terug laten stromen, maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land. De profetes Mirjam, Aärons zuster, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en op de tamboerijn spelend. En Mirjam zong dit refrein: ‘Zing voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee.’ (Exodus 15:19-21 NBV)

Liefdevol

Exodus 15:12-18. Hoe liefdevol gaat God jou voor en volg je Hem? Hoe dan? U strekte uw hand uit en de aarde verzwolg hen. U bevrijdde dit volk en ging het liefdevol voor, sterk en machtig leidde u het naar uw heilige woning. Alle volken hoorden het, alle volken huiverden, de Filistijnen beefden, ze krompen van angst ineen, ontzetting maakte zich meester van de stamvorsten van Edom, van de machtigen van Moab. Ze waren verlamd van schrik. De Kanaänieten sidderden, allen waren doodsbang. Angst overviel hen, vrees beving hen toen zij hoorden van uw machtige daden, zij werden stom als steen, terwijl uw volk voorbijtrok, HEER, terwijl uw volk voorbijtrok, het volk door u geschapen. U brengt hen naar de berg die uw domein is, HEER, en daar zult u hen planten, in uw eigen woning, het heiligdom door u gebouwd. De HEER is koning voor eeuwig en altijd!’ (Exodus 15:12-18 NBV)

Liefdevol

Exodus 15:12-18. Hoe liefdevol gaat God jou voor en volg je Hem? Hoe dan? U strekte uw hand uit en de aarde verzwolg hen. U bevrijdde dit volk en ging het liefdevol voor, sterk en machtig leidde u het naar uw heilige woning. Alle volken hoorden het, alle volken huiverden, de Filistijnen beefden, ze krompen van angst ineen, ontzetting maakte zich meester van de stamvorsten van Edom, van de machtigen van Moab. Ze waren verlamd van schrik. De Kanaänieten sidderden, allen waren doodsbang. Angst overviel hen, vrees beving hen toen zij hoorden van uw machtige daden, zij werden stom als steen, terwijl uw volk voorbijtrok, HEER, terwijl uw volk voorbijtrok, het volk door u geschapen. U brengt hen naar de berg die uw domein is, HEER, en daar zult u hen planten, in uw eigen woning, het heiligdom door u gebouwd. De HEER is koning voor eeuwig en altijd!’ (Exodus 15:12-18 NBV)

Eerbied

Exodus 15:7-11. Hoe staat het met jouw eerbied voor God en waar is die op gebaseerd? U toont uw majesteit en breekt uw tegenstanders, uw toorn ontbrandt en verteert hen als stro. De adem van uw neus stuwde het water omhoog, de wilde watermassa’s stonden als een wal, het kolkende water stolde in het diepst van de zee. De vijand dacht: Ik achtervolg hen, haal hen in, verdeel de buit. Weldra wordt mijn wraaklust bevredigd, ik trek mijn zwaard, ik onderwerp hen weer. Maar u blies, uw adem waaide en de zee bedekte hen, zij kwamen om in het ontzagwekkende water, ze zonken weg als lood. Wie onder de goden is uw gelijke, HEER? Wie is uw gelijke, zo ontzagwekkend en heilig, wie dwingt zo veel eerbied af met roemrijke daden, wie anders verricht zulke wonderen? (Exodus 15:7-11 NBV)

Eerbied

Exodus 15:7-11. Hoe staat het met jouw eerbied voor God en waar is die op gebaseerd? U toont uw majesteit en breekt uw tegenstanders, uw toorn ontbrandt en verteert hen als stro. De adem van uw neus stuwde het water omhoog, de wilde watermassa’s stonden als een wal, het kolkende water stolde in het diepst van de zee. De vijand dacht: Ik achtervolg hen, haal hen in, verdeel de buit. Weldra wordt mijn wraaklust bevredigd, ik trek mijn zwaard, ik onderwerp hen weer. Maar u blies, uw adem waaide en de zee bedekte hen, zij kwamen om in het ontzagwekkende water, ze zonken weg als lood. Wie onder de goden is uw gelijke, HEER? Wie is uw gelijke, zo ontzagwekkend en heilig, wie dwingt zo veel eerbied af met roemrijke daden, wie anders verricht zulke wonderen? (Exodus 15:7-11 NBV)

Zingen

Exodus 15:1-6. Welk loflied zou jij graag willen zingen voor wat de Heer in/voor jou heeft gedaan? Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER: ‘Ik wil zingen voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee. De HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, hem wil ik eren, de God van mijn vader, hem loof en prijs ik. Zijn naam is HEER, hij is een krijgsheld. De wagens van de farao slingerde hij in zee. Daar, in de Rietzee, verdronk het leger, zijn beste officieren kwamen om. Wild kolkend water overspoelde hen, ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen. Uw hand, HEER, ontzagwekkend in kracht, uw hand, HEER, verplettert de vijand. (Exodus 15:1-6 NBV)

Zingen

Exodus 15:1-6. Welk loflied zou jij graag willen zingen voor wat de Heer in/voor jou heeft gedaan? Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER: ‘Ik wil zingen voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee. De HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, hem wil ik eren, de God van mijn vader, hem loof en prijs ik. Zijn naam is HEER, hij is een krijgsheld. De wagens van de farao slingerde hij in zee. Daar, in de Rietzee, verdronk het leger, zijn beste officieren kwamen om. Wild kolkend water overspoelde hen, ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen. Uw hand, HEER, ontzagwekkend in kracht, uw hand, HEER, verplettert de vijand. (Exodus 15:1-6 NBV)

Ontzag

Exodus 14:26-31. Heb jij ontzag voor God? Waarom wel/niet en wat zijn de gevolgen in/voor je leven? De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in. Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven. Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees. Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor de HEER en stelden ze hun vertrou

Ontzag

Exodus 14:26-31. Heb jij ontzag voor God? Waarom wel/niet en wat zijn de gevolgen in/voor je leven? De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in. Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven. Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees. Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor de HEER en stelden ze hun vertrou