Posts

Posts uit maart, 2015 tonen

Vader en moeder

Leviticus 20:9. Hoe spreek jij over je ouders? 9 Wie een vloek uitspreekt over zijn vader of zijn moeder, moet ter dood gebracht worden. Hij heeft zijn eigen vader of moeder vervloekt en heeft zijn dood aan zichzelf te wijten. 

Vader en moeder

Leviticus 20:9. Hoe spreek jij over je ouders? 9 Wie een vloek uitspreekt over zijn vader of zijn moeder, moet ter dood gebracht worden. Hij heeft zijn eigen vader of moeder vervloekt en heeft zijn dood aan zichzelf te wijten. 

Heilig

Leviticus 20:8. In hoeverre is heiligheid in jouw leven eigen werk of Gods werk? 8 Houd je aan mijn bepalingen en leef ze na; ik ben de HEER, ik heilig jullie.

Heilig

Leviticus 20:8. In hoeverre is heiligheid in jouw leven eigen werk of Gods werk? 8 Houd je aan mijn bepalingen en leef ze na; ik ben de HEER, ik heilig jullie.

Verontreinigd

Leviticus 20:1-7. Hoe kunnen wij voorkomen dat de gemeente verontreinigd raakt en de heilige naam van God ontwijd wordt? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een Israëliet of een vreemdeling die in Israël woont een van zijn kinderen aan Moloch offert, moet hij ter dood gebracht worden; het volk moet hem stenigen. 3 Ikzelf zal mij tegen zo iemand keren en hem uit de gemeenschap stoten, omdat hij een van zijn kinderen aan Moloch heeft geofferd en daarmee mijn heiligdom heeft verontreinigd en mijn heilige naam heeft ontwijd. 4 Mocht het volk oogluikend toestaan dat zo'n man zijn kinderen aan Moloch offert en hem niet ter dood brengen, 5 dan zal ik mij tegen die man en zijn familie keren. Ik zal hem en allen die zich met hem en met Moloch inlaten, uit de gemeenschap stoten. 6 Ook wie zich met geesten en schimmen inlaat zal ik straffen en uitstoten. 7 Zorg ervoor dat jullie heilig zijn, en blijf heilig, want ik ben de HEER, jullie God.

Verontreinigd

Leviticus 20:1-7. Hoe kunnen wij voorkomen dat de gemeente verontreinigd raakt en de heilige naam van God ontwijd wordt? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een Israëliet of een vreemdeling die in Israël woont een van zijn kinderen aan Moloch offert, moet hij ter dood gebracht worden; het volk moet hem stenigen. 3 Ikzelf zal mij tegen zo iemand keren en hem uit de gemeenschap stoten, omdat hij een van zijn kinderen aan Moloch heeft geofferd en daarmee mijn heiligdom heeft verontreinigd en mijn heilige naam heeft ontwijd. 4 Mocht het volk oogluikend toestaan dat zo'n man zijn kinderen aan Moloch offert en hem niet ter dood brengen, 5 dan zal ik mij tegen die man en zijn familie keren. Ik zal hem en allen die zich met hem en met Moloch inlaten, uit de gemeenschap stoten. 6 Ook wie zich met geesten en schimmen inlaat zal ik straffen en uitstoten. 7 Zorg ervoor dat jullie heilig zijn, en blijf heilig, want ik ben de HEER, jullie God.

Zuiver

Leviticus 19:35-37. Hoe zuiver handel jij? 35 Knoei niet met lengtematen, gewichten en inhoudsmaten. 36 Gebruik een zuivere weegschaal met zuivere gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin. Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid. 37 Houd je aan al mijn bepalingen en regels en leef ze na. Ik ben de HEER.”'

Zuiver

Leviticus 19:35-37. Hoe zuiver handel jij? 35 Knoei niet met lengtematen, gewichten en inhoudsmaten. 36 Gebruik een zuivere weegschaal met zuivere gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin. Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid. 37 Houd je aan al mijn bepalingen en regels en leef ze na. Ik ben de HEER.”'

Vreemdelingen

Leviticus 19:33-34. Hoe ga jij om met de vreemdelingen in ons land? 33 Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. 34 Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.

Vreemdelingen

Leviticus 19:33-34. Hoe ga jij om met de vreemdelingen in ons land? 33 Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. 34 Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.

Ouderen

Leviticus 19:32. Hoe staat het met jouw respect voor ouderen en hoe uit die zich? 32 Sta op voor oude mensen en betoon hun respect. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.

Ouderen

Leviticus 19:32. Hoe staat het met jouw respect voor ouderen en hoe uit die zich? 32 Sta op voor oude mensen en betoon hun respect. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.

Raadplegen

Leviticus 19:31. Naar wie ga jij toe als je raad nodig hebt? 31 Raadpleeg geen geesten en schimmen van doden. Wie zich tot hen wendt, verontreinigt zichzelf. Ik ben de HEER, jullie God.

Raadplegen

Leviticus 19:31. Naar wie ga jij toe als je raad nodig hebt? 31 Raadpleeg geen geesten en schimmen van doden. Wie zich tot hen wendt, verontreinigt zichzelf. Ik ben de HEER, jullie God.

Zedeloosheid

Leviticus 19:29-30. Hoe staat het met de zedeloosheid in jouw gezin, familie en het land waar je woont? 29 Ontwijd je dochters niet door hoeren van hen te maken, want dan verspreidt de ontucht zich onder het volk en zal er in het hele land zedeloosheid heersen. 30 Neem steeds mijn sabbat in acht en heb eerbied voor mijn heiligdom. Ik ben de HEER.

Zedeloosheid

Leviticus 19:29-30. Hoe staat het met de zedeloosheid in jouw gezin, familie en het land waar je woont? 29 Ontwijd je dochters niet door hoeren van hen te maken, want dan verspreidt de ontucht zich onder het volk en zal er in het hele land zedeloosheid heersen. 30 Neem steeds mijn sabbat in acht en heb eerbied voor mijn heiligdom. Ik ben de HEER.

Ik ben de Heer

Leviticus 19:26-28. Is Jezus de Heer van jouw leven? 26 Eet geen vlees waar nog bloed in zit. Laat je niet in met waarzeggerij en wolkenschouwerij. 27-28 Wanneer je een dode te betreuren hebt, scheer dan het haar aan je slapen niet weg en knip geen stukken uit je baard, kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER.

Ik ben de Heer

Leviticus 19:26-28. Is Jezus de Heer van jouw leven? 26 Eet geen vlees waar nog bloed in zit. Laat je niet in met waarzeggerij en wolkenschouwerij. 27-28 Wanneer je een dode te betreuren hebt, scheer dan het haar aan je slapen niet weg en knip geen stukken uit je baard, kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER.

Afstaan

Leviticus 19:23-25. Wat sta jij aan de Heer af? 23 Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven en je daar vruchtbomen plant, moet je de eerste vruchten laten hangen. De eerste drie jaar moet je de vruchten laten hangen en mag je er niet van eten. 24 In het vierde jaar moeten jullie alle vruchten tijdens een dankfeest aan de HEER afstaan. 25 In het vijfde jaar mag je de vruchten eten. De opbrengst zal des te groter zijn. Ik ben de HEER, jullie God.

Afstaan

Leviticus 19:23-25. Wat sta jij aan de Heer af? 23 Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik je zal geven en je daar vruchtbomen plant, moet je de eerste vruchten laten hangen. De eerste drie jaar moet je de vruchten laten hangen en mag je er niet van eten. 24 In het vierde jaar moeten jullie alle vruchten tijdens een dankfeest aan de HEER afstaan. 25 In het vijfde jaar mag je de vruchten eten. De opbrengst zal des te groter zijn. Ik ben de HEER, jullie God.

Bepalingen

Leviticus 19:19-22. Wie of wat bepaalt de keuzes die jij maakt in je leven en waarom? 19 Leef mijn bepalingen na. Laat je vee niet paren met dieren van een andere soort. Zaai je akker niet in met verschillende soorten gewassen. Draag geen kleren die zijn geweven uit twee soorten garen. 20 Als een man seksuele omgang heeft met een slavin die voor een andere man bestemd was, en ze was nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, moet hij een schadeloosstelling betalen. Ze hoeven niet ter dood gebracht te worden, want de vrouw was nog niet vrij. 21 De man moet als hersteloffer voor de HEER een ram naar de ingang van de ontmoetingstent brengen. 22 Door de ram ten overstaan van de HEER te offeren, voltrekt de priester voor de man in kwestie de verzoeningsrite voor datgene waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, en krijgt hij vergeving voor zijn zonde.

Bepalingen

Leviticus 19:19-22. Wie of wat bepaalt de keuzes die jij maakt in je leven en waarom? 19 Leef mijn bepalingen na. Laat je vee niet paren met dieren van een andere soort. Zaai je akker niet in met verschillende soorten gewassen. Draag geen kleren die zijn geweven uit twee soorten garen. 20 Als een man seksuele omgang heeft met een slavin die voor een andere man bestemd was, en ze was nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, moet hij een schadeloosstelling betalen. Ze hoeven niet ter dood gebracht te worden, want de vrouw was nog niet vrij. 21 De man moet als hersteloffer voor de HEER een ram naar de ingang van de ontmoetingstent brengen. 22 Door de ram ten overstaan van de HEER te offeren, voltrekt de priester voor de man in kwestie de verzoeningsrite voor datgene waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, en krijgt hij vergeving voor zijn zonde.

Naastenliefde

Leviticus 19:15-18. Hoe breng jij naastenliefde in de praktijk? 15 Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. 16 Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. 17 Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je 18 door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER.

Naastenliefde

Leviticus 19:15-18. Hoe breng jij naastenliefde in de praktijk? 15 Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. 16 Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. 17 Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je 18 door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER.

Ontzag

Leviticus 19:11-14. Heb jij ontzag voor God en hoe toon je dat? 11 Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. 12 Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. 13 Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. 14 Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.

Ontzag

Leviticus 19:11-14. Heb jij ontzag voor God en hoe toon je dat? 11 Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. 12 Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. 13 Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. 14 Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.

Armen en vreemdelingen

Leviticus 19:9-10. Wat is jouw houding tov de armen en vreemdelingen? Hoe vrijgevig ben jij? 9 Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. 10 En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God.

Armen en vreemdelingen

Leviticus 19:9-10. Wat is jouw houding tov de armen en vreemdelingen? Hoe vrijgevig ben jij? 9 Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. 10 En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God.

Heilig

Leviticus 19:1-8. Hoe staat het met de relatie met je ouders? Wat is jouw rustdag? Staat God altijd op de eerste plaats in je leven? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3 Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4 Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. 5 Wanneer je de HEER een vredeoffer aanbiedt, moet je, wil het offer aanvaard worden, 6 het vlees eten op de dag dat het dier wordt geslacht, of op de volgende dag. Wat er op de derde dag nog over is, moet worden verbrand. 7 Als er op de derde dag nog van het offervlees gegeten wordt, is dat verwerpelijk en zal het offer niet worden aanvaard. 8 Wie ervan eet moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Hij heeft ontwijd wat de HEER toebehoort en wordt uit de gemeenschap gestoten.

Heilig

Leviticus 19:1-8. Hoe staat het met de relatie met je ouders? Wat is jouw rustdag? Staat God altijd op de eerste plaats in je leven? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3 Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4 Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. 5 Wanneer je de HEER een vredeoffer aanbiedt, moet je, wil het offer aanvaard worden, 6 het vlees eten op de dag dat het dier wordt geslacht, of op de volgende dag. Wat er op de derde dag nog over is, moet worden verbrand. 7 Als er op de derde dag nog van het offervlees gegeten wordt, is dat verwerpelijk en zal het offer niet worden aanvaard. 8 Wie ervan eet moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Hij heeft ontwijd wat de HEER toebehoort en wordt uit de gemeenschap gestoten.

Gruwelijk

Leviticus 18:19-30. Welke gruwelijke gewoonten zijn er in het land waar jij woont en hoe ga je daar mee om? 19 Heb geen gemeenschap met een vrouw wanneer zij vanwege haar menstruatie onrein is. 20 Verontreinig jezelf niet door seksuele omgang te hebben met de vrouw van een ander. 21 Ontwijd de naam van je God niet door een van je kinderen aan Moloch te offeren. Ik ben de HEER. 22 Je mag niet het bed delen met een man zoals met een vrouw, dat is gruwelijk. 23 Verontreinig jezelf niet door de geslachtsdaad te verrichten met een dier. En een vrouw mag niet een dier uitlokken om met haar te paren, dat is pervers. 24 Verontreinig jezelf niet door dergelijke dingen te doen. De volken die ik voor jullie verdrijf hebben zich met al deze dingen verontreinigd, 25 waardoor het land onrein werd. Vanwege de wandaden die er gepleegd zijn, heb ik het land geteisterd, zodat het zijn inwoners is gaan uitbraken. 26 Jullie echter moeten mijn bepalingen en regels in ere houden, jullie mogen geen van deze

Gruwelijk

Leviticus 18:19-30. Welke gruwelijke gewoonten zijn er in het land waar jij woont en hoe ga je daar mee om? 19 Heb geen gemeenschap met een vrouw wanneer zij vanwege haar menstruatie onrein is. 20 Verontreinig jezelf niet door seksuele omgang te hebben met de vrouw van een ander. 21 Ontwijd de naam van je God niet door een van je kinderen aan Moloch te offeren. Ik ben de HEER. 22 Je mag niet het bed delen met een man zoals met een vrouw, dat is gruwelijk. 23 Verontreinig jezelf niet door de geslachtsdaad te verrichten met een dier. En een vrouw mag niet een dier uitlokken om met haar te paren, dat is pervers. 24 Verontreinig jezelf niet door dergelijke dingen te doen. De volken die ik voor jullie verdrijf hebben zich met al deze dingen verontreinigd, 25 waardoor het land onrein werd. Vanwege de wandaden die er gepleegd zijn, heb ik het land geteisterd, zodat het zijn inwoners is gaan uitbraken. 26 Jullie echter moeten mijn bepalingen en regels in ere houden, jullie mogen geen van deze

Bloedverwanten

Leviticus 18:6-18. Hoe staat het met de eer van jouw bloedverwanten? 6 Niemand van jullie mag de eer van een bloedverwant aantasten. Ik ben de HEER. 7 Je mag geen gemeenschap hebben met je moeder, daarmee onteer je je vader; zij is je moeder en je mag geen gemeenschap met haar hebben. 8 Heb geen gemeenschap met een andere vrouw van je vader, daarmee onteer je je vader. 9 Heb geen gemeenschap met je zuster, of ze nu de dochter van je vader of van je moeder is; zelfs al is ze niet uit hetzelfde huwelijk geboren als jij, je mag geen gemeenschap met haar hebben. 10 Heb geen gemeenschap met de dochter van je zoon of de dochter van je dochter, daarmee onteer je jezelf. 11 Heb geen gemeenschap met de dochter van een vrouw van je vader die door je vader verwekt is; zij is je zuster en je mag geen gemeenschap met haar hebben. 12 Heb geen gemeenschap met de zuster van je vader; zij is een bloedverwante van je vader. 13 Heb geen gemeenschap met de zuster van je moeder; zij is een bloedverwante va

Bloedverwanten

Leviticus 18:6-18. Hoe staat het met de eer van jouw bloedverwanten? 6 Niemand van jullie mag de eer van een bloedverwant aantasten. Ik ben de HEER. 7 Je mag geen gemeenschap hebben met je moeder, daarmee onteer je je vader; zij is je moeder en je mag geen gemeenschap met haar hebben. 8 Heb geen gemeenschap met een andere vrouw van je vader, daarmee onteer je je vader. 9 Heb geen gemeenschap met je zuster, of ze nu de dochter van je vader of van je moeder is; zelfs al is ze niet uit hetzelfde huwelijk geboren als jij, je mag geen gemeenschap met haar hebben. 10 Heb geen gemeenschap met de dochter van je zoon of de dochter van je dochter, daarmee onteer je jezelf. 11 Heb geen gemeenschap met de dochter van een vrouw van je vader die door je vader verwekt is; zij is je zuster en je mag geen gemeenschap met haar hebben. 12 Heb geen gemeenschap met de zuster van je vader; zij is een bloedverwante van je vader. 13 Heb geen gemeenschap met de zuster van je moeder; zij is een bloedverwante va

Levenswijze

Leviticus 18:1-5. In hoeverre heeft de levenswijze van het land/continent waar jij woont invloed op jou en je geestelijk leven? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Ik ben de HEER, jullie God. 3 Volg niet de levenswijze van de Egyptenaren, bij wie je gewoond hebt, noch de levenswijze van de Kanaänieten, naar wie ik je breng. Leef niet volgens hun bepalingen, 4 maar volgens mijn regels, houd je aan mijn bepalingen en leef ze na. Ik ben de HEER, jullie God. 5 Mijn bepalingen en regels schenken leven aan wie ze volgt, houd ze dus in ere. Ik ben de HEER.

Levenswijze

Leviticus 18:1-5. In hoeverre heeft de levenswijze van het land/continent waar jij woont invloed op jou en je geestelijk leven? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Ik ben de HEER, jullie God. 3 Volg niet de levenswijze van de Egyptenaren, bij wie je gewoond hebt, noch de levenswijze van de Kanaänieten, naar wie ik je breng. Leef niet volgens hun bepalingen, 4 maar volgens mijn regels, houd je aan mijn bepalingen en leef ze na. Ik ben de HEER, jullie God. 5 Mijn bepalingen en regels schenken leven aan wie ze volgt, houd ze dus in ere. Ik ben de HEER.

Bepaling

Leviticus 17:1-9. Jezus, het Lam van God dat 'geslacht' is op Golgotha voor onze zonden. Hoe staat het dan met de bepaling uit dit gedeelte? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen en tegen alle Israëlieten: “De HEER heeft het volgende bepaald: 3 ‘Wanneer een Israëliet een rund, een schaap of een geit slacht, hetzij binnen hetzij buiten het kamp, 4 zonder het dier naar de ingang van de ontmoetingstent te brengen om het bij de tabernakel van de HEER als offergave aan de HEER aan te bieden, wordt hem dat als doodslag aangerekend. Hij heeft bloed vergoten en zal uit de gemeenschap gestoten worden.' 5 De Israëlieten moeten dus de offerdieren die ze nu nog in het open veld slachten, aan de HEER aanbieden en ze naar de priester brengen, bij de ingang van de ontmoetingstent, om ze te slachten als vredeoffer voor de HEER. 6 De priester moet immers het bloed tegen het altaar van de HEER gieten, dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat, en het vet verbranden

Bepaling

Leviticus 17:1-9. Jezus, het Lam van God dat 'geslacht' is op Golgotha voor onze zonden. Hoe staat het dan met de bepaling uit dit gedeelte? 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen en tegen alle Israëlieten: “De HEER heeft het volgende bepaald: 3 ‘Wanneer een Israëliet een rund, een schaap of een geit slacht, hetzij binnen hetzij buiten het kamp, 4 zonder het dier naar de ingang van de ontmoetingstent te brengen om het bij de tabernakel van de HEER als offergave aan de HEER aan te bieden, wordt hem dat als doodslag aangerekend. Hij heeft bloed vergoten en zal uit de gemeenschap gestoten worden.' 5 De Israëlieten moeten dus de offerdieren die ze nu nog in het open veld slachten, aan de HEER aanbieden en ze naar de priester brengen, bij de ingang van de ontmoetingstent, om ze te slachten als vredeoffer voor de HEER. 6 De priester moet immers het bloed tegen het altaar van de HEER gieten, dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat, en het vet verbranden

Verzoenining

Leviticus 16:29-34. Jezus stierf voor de zonden van de wereld en heeft ons verzoend met God. Wat betekent dat voor jou? 29 De volgende bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht: De tiende dag van de zevende maand moeten jullie in onthouding doorbrengen en je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, geboren Israëlieten evenmin als de vreemdelingen die bij jullie wonen. 30 Want op die dag wordt voor jullie de verzoeningsrite voltrokken opdat jullie van al je zonden gereinigd worden en de HEER weer rein tegemoet kunnen treden. 31 Die dag moet in volstrekte rust en onthouding worden doorgebracht; deze bepaling blijft voor altijd van kracht. 32 De priester die gezalfd is en tot opvolger van zijn vader is aangesteld, zal dan de verzoeningsrite voltrekken. Gehuld in zijn heilige linnen kleding 33 moet hij de verzoeningsrite voltrekken aan de heilige ruimte in het heiligdom, en ook aan het voorste deel van de ontmoetingstent en aan het altaar. Zo bewerkt hij verzoening voor de priest

Verzoenining

Leviticus 16:29-34. Jezus stierf voor de zonden van de wereld en heeft ons verzoend met God. Wat betekent dat voor jou? 29 De volgende bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht: De tiende dag van de zevende maand moeten jullie in onthouding doorbrengen en je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, geboren Israëlieten evenmin als de vreemdelingen die bij jullie wonen. 30 Want op die dag wordt voor jullie de verzoeningsrite voltrokken opdat jullie van al je zonden gereinigd worden en de HEER weer rein tegemoet kunnen treden. 31 Die dag moet in volstrekte rust en onthouding worden doorgebracht; deze bepaling blijft voor altijd van kracht. 32 De priester die gezalfd is en tot opvolger van zijn vader is aangesteld, zal dan de verzoeningsrite voltrekken. Gehuld in zijn heilige linnen kleding 33 moet hij de verzoeningsrite voltrekken aan de heilige ruimte in het heiligdom, en ook aan het voorste deel van de ontmoetingstent en aan het altaar. Zo bewerkt hij verzoening voor de priest

Wassen

Leviticus 16:22-28. Door je handel en wandel in deze wereld raak je ook 'bevuild' met zonden. Hoe regelmatig 'was' jij je en hoe doe je dat? Nadat de bok in de woestijn is losgelaten, 23 moet Aäron de ontmoetingstent binnengaan. Hij moet de linnen kleren uitdoen die hij had aangetrokken toen hij de heilige ruimte binnenging, en ze daar laten liggen. 24 Op een heilige plaats moet hij zijn lichaam met water wassen en zijn gewone kleren weer aantrekken. Dan gaat hij naar buiten en brengt zijn eigen brandoffer en het brandoffer van het volk, om voor zichzelf en voor het volk verzoening te bewerken. 25 Het vet van de reinigingsoffers moet hij op het altaar verbranden. 26 De man die de bok naar Azazel heeft gestuurd, moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen voordat hij het kamp weer in mag. 27 De stier en de bok voor het reinigingsoffer, waarvan het bloed het heiligdom is binnengebracht voor de verzoeningsrite, worden buiten het kamp gebracht, waar de huid en het vle

Wassen

Leviticus 16:22-28. Door je handel en wandel in deze wereld raak je ook 'bevuild' met zonden. Hoe regelmatig 'was' jij je en hoe doe je dat? Nadat de bok in de woestijn is losgelaten, 23 moet Aäron de ontmoetingstent binnengaan. Hij moet de linnen kleren uitdoen die hij had aangetrokken toen hij de heilige ruimte binnenging, en ze daar laten liggen. 24 Op een heilige plaats moet hij zijn lichaam met water wassen en zijn gewone kleren weer aantrekken. Dan gaat hij naar buiten en brengt zijn eigen brandoffer en het brandoffer van het volk, om voor zichzelf en voor het volk verzoening te bewerken. 25 Het vet van de reinigingsoffers moet hij op het altaar verbranden. 26 De man die de bok naar Azazel heeft gestuurd, moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen voordat hij het kamp weer in mag. 27 De stier en de bok voor het reinigingsoffer, waarvan het bloed het heiligdom is binnengebracht voor de verzoeningsrite, worden buiten het kamp gebracht, waar de huid en het vle

Uitspreken

Leviticus 16:20-22. Als je werkelijk vrij wilt zijn/worden van de zonden die jij hebt begaan, overweeg dan eens die openlijk uit te spreken naar een betrouwbaar persoon, er samen voor te bidden en ze af te leggen bij Jezus, het Lam van God. Mij heeft het geholpen. 20 Nadat Aäron de verzoeningsrite heeft voltrokken aan de heilige ruimte, het voorste deel van de ontmoetingstent en het altaar, moet hij de andere, nog levende bok laten brengen. 21 Hij legt dan zijn beide handen op de kop van de bok en spreekt alle wandaden en vergrijpen van de Israëlieten openlijk uit, alle zonden die ze hebben begaan. Zo legt hij alle zonden op de kop van de bok. Daarna moet hij het dier de woestijn in sturen, onder de hoede van iemand die daarvoor is aangewezen. 22 De bok neemt alle zonden van het volk met zich mee, naar een verlaten gebied.

Uitspreken

Leviticus 16:20-22. Als je werkelijk vrij wilt zijn/worden van de zonden die jij hebt begaan, overweeg dan eens die openlijk uit te spreken naar een betrouwbaar persoon, er samen voor te bidden en ze af te leggen bij Jezus, het Lam van God. Mij heeft het geholpen. 20 Nadat Aäron de verzoeningsrite heeft voltrokken aan de heilige ruimte, het voorste deel van de ontmoetingstent en het altaar, moet hij de andere, nog levende bok laten brengen. 21 Hij legt dan zijn beide handen op de kop van de bok en spreekt alle wandaden en vergrijpen van de Israëlieten openlijk uit, alle zonden die ze hebben begaan. Zo legt hij alle zonden op de kop van de bok. Daarna moet hij het dier de woestijn in sturen, onder de hoede van iemand die daarvoor is aangewezen. 22 De bok neemt alle zonden van het volk met zich mee, naar een verlaten gebied.

Volk

Leviticus 16:11-19. Wat kun jij doen voor ons volk en voor Israël, zodat er verzoening met God plaats zal vinden? 11 Aäron moet de stier voor zijn eigen reinigingsoffer aan de HEER opdragen, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. Hij moet de stier slachten 12 en een vuurbak vullen met gloeiende houtskool van het altaar dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat. Hij moet twee handen fijngestampt geurig reukwerk nemen en dat alles naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. 13 Daar moet hij het reukwerk ten overstaan van de HEER op het vuur leggen opdat de wolk van het reukwerk de verzoeningsplaat op de ark met de verbondstekst aan het oog onttrekt, anders sterft hij. 14 Hij moet met zijn vinger wat bloed van de stier op de verzoeningsplaat sprenkelen en zevenmaal wat bloed op de grond ervoor. 15 Daarna moet hij de bok voor het reinigingsoffer van het volk slachten, en het bloed naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. Met het bloed moet hi

Volk

Leviticus 16:11-19. Wat kun jij doen voor ons volk en voor Israël, zodat er verzoening met God plaats zal vinden? 11 Aäron moet de stier voor zijn eigen reinigingsoffer aan de HEER opdragen, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. Hij moet de stier slachten 12 en een vuurbak vullen met gloeiende houtskool van het altaar dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat. Hij moet twee handen fijngestampt geurig reukwerk nemen en dat alles naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. 13 Daar moet hij het reukwerk ten overstaan van de HEER op het vuur leggen opdat de wolk van het reukwerk de verzoeningsplaat op de ark met de verbondstekst aan het oog onttrekt, anders sterft hij. 14 Hij moet met zijn vinger wat bloed van de stier op de verzoeningsplaat sprenkelen en zevenmaal wat bloed op de grond ervoor. 15 Daarna moet hij de bok voor het reinigingsoffer van het volk slachten, en het bloed naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. Met het bloed moet hi

Familie

Leviticus 16:6-10. Jezus heeft voor jou en voor je familie verzoening bewerkt. Wat betekent dat voor jou en voor je familie? 6 De stier biedt Aäron aan als reinigingsoffer namens zichzelf, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. 7 De beide bokken moet hij naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, 8 moet hij door loting vaststellen welke bok bestemd is voor de HEER en welke voor Azazel. 9 De bok die door het lot voor de HEER bestemd is, moet hij als reinigingsoffer opdragen; 10 de bok die door het lot bestemd is voor Azazel moet levend voor de HEER blijven staan om verzoening mee te bewerken, en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar Azazel.

Familie

Leviticus 16:6-10. Jezus heeft voor jou en voor je familie verzoening bewerkt. Wat betekent dat voor jou en voor je familie? 6 De stier biedt Aäron aan als reinigingsoffer namens zichzelf, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. 7 De beide bokken moet hij naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, 8 moet hij door loting vaststellen welke bok bestemd is voor de HEER en welke voor Azazel. 9 De bok die door het lot voor de HEER bestemd is, moet hij als reinigingsoffer opdragen; 10 de bok die door het lot bestemd is voor Azazel moet levend voor de HEER blijven staan om verzoening mee te bewerken, en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar Azazel.

Nabijheid

Leviticus 16:1-5. Leef jij in Gods nabijheid en wat doe je daar voor? 1 Na de dood van de twee zonen van Aäron die stierven toen ze in de nabijheid van de HEER kwamen, 2 zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar de heilige ruimte achter het voorhangsel mag binnengaan. Het zou zijn dood betekenen, want daar, boven de verzoeningsplaat die op de ark ligt, is de plaats waar ik in een wolk verschijn. 3 Dit moet Aäron bij zich hebben wanneer hij de heilige ruimte betreedt: een stier voor een reinigingsoffer en een ram voor een brandoffer. 4 Hij moet een heilige linnen tuniek aantrekken en een linnen broek dragen. Hij moet een linnen gordel om zijn middel binden en zijn hoofd met een linnen tulband bedekken. Dat is heilige kleding; voordat hij die aantrekt, moet hij zijn lichaam met water wassen. 5 Van de Israëlieten moet hij twee bokken voor een reinigingsoffer in ontvangst nemen en een ram voor een brandoffer.

Nabijheid

Leviticus 16:1-5. Leef jij in Gods nabijheid en wat doe je daar voor? 1 Na de dood van de twee zonen van Aäron die stierven toen ze in de nabijheid van de HEER kwamen, 2 zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar de heilige ruimte achter het voorhangsel mag binnengaan. Het zou zijn dood betekenen, want daar, boven de verzoeningsplaat die op de ark ligt, is de plaats waar ik in een wolk verschijn. 3 Dit moet Aäron bij zich hebben wanneer hij de heilige ruimte betreedt: een stier voor een reinigingsoffer en een ram voor een brandoffer. 4 Hij moet een heilige linnen tuniek aantrekken en een linnen broek dragen. Hij moet een linnen gordel om zijn middel binden en zijn hoofd met een linnen tulband bedekken. Dat is heilige kleding; voordat hij die aantrekt, moet hij zijn lichaam met water wassen. 5 Van de Israëlieten moet hij twee bokken voor een reinigingsoffer in ontvangst nemen en een ram voor een brandoffer.

Sterven

Leviticus 15:31-33. Wat heeft het sterven van Jezus veranderd aan deze situatie? 31 Wijs de Israëlieten erop dat ze zich bewust moeten zijn van hun onreinheid, anders sterven ze wanneer ze in hun onreinheid mijn tabernakel, die in hun midden staat, verontreinigen.' 32-33 Tot zover de voorschriften omtrent mensen die vloeien uit hun geslachtsorganen: mannen die onrein zijn geworden door een zaadlozing, vrouwen die menstrueren, mannen die onrein vocht verliezen, vrouwen die aan bloedingen lijden, en mannen die gemeenschap hebben gehad met een vrouw die onrein was.

Sterven

Leviticus 15:31-33. Wat heeft het sterven van Jezus veranderd aan deze situatie? 31 Wijs de Israëlieten erop dat ze zich bewust moeten zijn van hun onreinheid, anders sterven ze wanneer ze in hun onreinheid mijn tabernakel, die in hun midden staat, verontreinigen.' 32-33 Tot zover de voorschriften omtrent mensen die vloeien uit hun geslachtsorganen: mannen die onrein zijn geworden door een zaadlozing, vrouwen die menstrueren, mannen die onrein vocht verliezen, vrouwen die aan bloedingen lijden, en mannen die gemeenschap hebben gehad met een vrouw die onrein was.

Menstruatie

Leviticus 15:19-30. Voor de vrouwen: Wat voor impact heeft de menstruatiecyclus op jouw leven en hoe vertaal jij dit Bijbelgedeelte dan? 19 Wanneer bij een vrouw bloed uit haar schede vloeit, duurt de periode van haar onreinheid zeven dagen. Ieder die haar gedurende die periode aanraakt is tot de avond onrein. 20 Alles waarop ze tijdens haar menstruatie ligt of zit, wordt onrein. 21-22 Ieder die haar bed aanraakt, of iets waarop ze gezeten heeft, moet zijn kleren en zichzelf met water wassen en blijft tot de avond onrein. 23 Wie iets aanraakt dat op haar bed ligt of op een voorwerp waarop ze heeft gezeten, is tot de avond onrein. 24 Wanneer een man gemeenschap met haar heeft, zodat hij met haar bloed in aanraking komt, blijft hij zeven dagen onrein. Alles waarop hij ligt, wordt ook onrein. 25 Wanneer een vrouw langer ongesteld is dan normaal, of bloed verliest terwijl ze niet ongesteld is, is ze onrein zolang ze bloed verliest, net zoals ze onrein is tijdens haar menstruatie. 26 Alles

Menstruatie

Leviticus 15:19-30. Voor de vrouwen: Wat voor impact heeft de menstruatiecyclus op jouw leven en hoe vertaal jij dit Bijbelgedeelte dan? 19 Wanneer bij een vrouw bloed uit haar schede vloeit, duurt de periode van haar onreinheid zeven dagen. Ieder die haar gedurende die periode aanraakt is tot de avond onrein. 20 Alles waarop ze tijdens haar menstruatie ligt of zit, wordt onrein. 21-22 Ieder die haar bed aanraakt, of iets waarop ze gezeten heeft, moet zijn kleren en zichzelf met water wassen en blijft tot de avond onrein. 23 Wie iets aanraakt dat op haar bed ligt of op een voorwerp waarop ze heeft gezeten, is tot de avond onrein. 24 Wanneer een man gemeenschap met haar heeft, zodat hij met haar bloed in aanraking komt, blijft hij zeven dagen onrein. Alles waarop hij ligt, wordt ook onrein. 25 Wanneer een vrouw langer ongesteld is dan normaal, of bloed verliest terwijl ze niet ongesteld is, is ze onrein zolang ze bloed verliest, net zoals ze onrein is tijdens haar menstruatie. 26 Alles