Wonen

Psalmen 120:5-7. Waar woont jouw ziel?

5 ‭‭Ach, dat ik moet wonen in Mesech, 

‭ver van huis bij de tenten van Kedar. 

‭‭ 6 ‭‭Te lang al woont mijn ziel 

‭bij mensen die vrede haten.

‭‭ 7 ‭‭Spreek ik woorden van vrede, 

‭zij willen oorlog.

Mag ik wonen in uw huis, al de dagen van mijn leven.

‭‭ 

Waar woont mijn ziel; mijn gevoel, wil en verstand? Interessante vraag, want als onderdeel van mijn wezen, geest-ziel-lichaam, woont mijn ziel hier op aarde in een land, in een stad, in een straat, in een huis. Als wederom geboren kind van God komt daar echter een dimensie bij. Dan wordt onze dode geest een levendmakende Geest, door de inwoning van Gods Geest en onze ziel en lichaam komen onder invloed te staan van de Heilige Geest. Dat betekent ook nieuwbouw voor wat betreft onze woning. We leven nu nog wel in een aardse woning, maar zien uit naar een woning die voor ons bereid is in de hemel.

Johannes 14:2-3  / NBG51

2 ‭‭In het huis mijns Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben) want Ik ga heen om u plaats te ‭bereiden‭;‭ 3 ‭‭en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.‭ 

Hier leven we in een zondige wereld waar vrede gehaat wordt en oorlogen woeden. In onze nieuwe woonplaats heerst de Vredevorst. Daar is geen oorlog, geen pijn, geen ziekte, geen verdriet. Geen zondige wereld. Daar mogen we naar uit zien en, zolang we nog in deze aardse tent wonen, er van proeven door de inwoning en leiding van Gods Geest. Die zal ons straks, als we gaan ‘verhuizen’, meenemen naar onze nieuwe hemelse woning. Yes!

2Corinthiërs 5:1-10  / NBV

1 ‭‭Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel.‭ 2 ‭‭Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken.‭ 3 ‭‭We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn.‭ 4 ‭‭Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.‭ 5 ‭‭Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.‭ 6 ‭‭Dus wij blijven altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen.‭ 7 ‭‭We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar.‭ 8 ‭‭We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen.‭ 9 ‭‭Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem.‭ 10 ‭‭Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.‭