Bidden en bouwen

Nehemia 4:1-12 HSV

1 Het gebeurde, toen Sanballat gehoord had dat wij de muur herbouwden, dat hij in woede ontstak en zeer geërgerd was. Hij bespotte de Joden 2 en zei in tegenwoordigheid van zijn broeders en het leger van Samaria: Wat doen die zwakke Joden? Zal men hen hun gang laten gaan? Gaan ze offers brengen? Willen ze het vandaag nog klaarkrijgen? Willen ze de stenen uit de puinhopen weer tot leven wekken, hoewel die verbrand zijn? 3 En Tobia, de Ammoniet, stond naast hem en zei: Ook al bouwen ze, als er slechts een vos op klimt, maakt hij een bres in hun stenen muur. 4 Hoor, onze God, dat wij een voorwerp van verachting zijn en doe hun smaad terugkeren op hun eigen hoofd: geef hen over als buit in een land van gevangenschap. 5 Bedek hun ongerechtigheid niet en laat hun zonde niet uitgewist worden van voor Uw aangezicht, want zij hebben U getergd tegenover de bouwers. 6 Maar wij bouwden de muur, zodat heel de muur tot de helft ervan aaneengevoegd werd, want het hart van het volk was erop gericht om te werken.”

7 Het gebeurde, toen Sanballat, Tobia, de Arabieren, de Ammonieten en de inwoners van Asdod hoorden dat het herstel van de muren van Jeruzalem vorderde en dat de bressen gedicht begonnen te worden, dat ze in hevige woede ontstaken. 8 Zij spanden allemaal samen om tegen Jeruzalem te gaan strijden en verwarring te stichten. 9 Maar wij baden tot onze God en plaatsten een wacht tegen hen, dag en nacht, vanwege hen. 10 Toen zei Juda: De kracht van de lastdragers schiet tekort en er is veel puin; wij zijn daarom niet in staat de muur te herbouwen. 11 Onze tegenstanders zeiden: Zij zullen het niet te weten komen en het niet zien tot wij in hun midden gekomen zijn en hen doodgeslagen hebben; zo zullen we het werk laten ophouden. 12 Het gebeurde, toen de Joden die bij hen woonden, ons wel tienmaal vanuit alle plaatsen kwamen zeggen: Jullie moeten naar ons terugkeren,” 

Als je actief gaat bouwen aan het Koninkrijk van God krijg je onherroepelijk te maken met tegenstand. Logisch, want de tegenstander van God, satan en zijn demonen, willen niet dat er gebouwd wordt aan het Koninkrijk van God. Willen niet dat jij je plaats inneemt waar God wil dat jij gaat bouwen met de gaven en talenten die jij ontvangen hebt. Ze komen in verweer, net zoals bij Jezus toen Hij actief het Koninkrijk van God begon te verkondigen en laten zien. De eerste die op de stoep stond was satan. Ik schrijf zijn naam bewust met een kleine letter, want hij is het niet waard met een hoofdletter geschreven te worden. Hij is een aartsleugenaar, dus ik houd me ook even niet aan de spellingregels ;)
Eerst kwam alleen Sanballat in verweer toen hij vernomen had dat ze de muur aan het herbouwen waren. Maar in vers 7 kwam er een kentering, toen de herbouw al voor de helft gevorderd was. De tegenstand nam toe. Het was niet meer Sanballat alleen, samen met Tobia, maar nu ook de Arabieren, Ammonieten en inwoners van Asdod. Een grote samenzwering dus. 
En toen de bouwers dag en nacht begonnen te bidden begonnen de tegenstanders zelfs te dreigen met moord en doodslag. 

Heb je nog zin om te bouwen aan het Koninkrijk van God? Ik wel, want des te groter de strijd en tegenstand, des te meer ik er bewust van ben dat het ergens om gaat. Mensen die gered worden voor de eeuwigheid en toegevoegd worden aan het Koninkrijk van God. In die strijd is het zaak dat je steeds je ogen gericht houdt om Jezus.

“Daarbij moeten wij blijven kijken naar Jezus, Die ons de weg wijst. Hij is het doel van ons geloof. Hij kon Zich aan het kruis laten slaan en de schande negeren, omdat Hij wist welke blijdschap Hem te wachten stond. En nu zit Hij op de ereplaats naast de troon van God.” (Hebreeën 12:2 BOEK)

Toen satan bij Jezus op de stoep stond bestreed Jezus hem met het Woord van God: 'Er staat geschreven!' Wat er geschreven staat in het Woord van God is ook ons schild van geloof om alle brandende pijlen van de satan en zijn demonen te doven. Je hoeft het schild zelfs niet op te pakken om er vervolgens een dagtaak van te maken die brandende pijlen op te vangen en te doven. Nee, het schild is mansgroot. Je hoeft er alleen achter te gaan staan. Keer je vervolgens om en ga gewoon verder met bouwen. En blijf het Woord van God gebruiken om alle leugens van satan teniet te doen. Ik som ze tot slot op uit dit gedeelte. Wat zijn de leugenachtige brandende pijlen die satan afvuurt en wat zegt het Woord van God daar over?

Brandende pijl 1: Bespotting (v1)
Waarheid:
Nee, God heeft juist wat voor de wereld dwaas is, uitgekozen om hen die zichzelf zo wijs vinden, terecht te wijzen. Hij heeft de zwakken van de wereld uitgekozen om de sterken te beschamen.” (1 Corinthiërs 1:27 BOEK)

Brandende pijl 2: Kleineren (vers 2)
Waarheid:

Maar de Here antwoordde telkens weer: "Dat Ik altijd bij u ben, is genoeg. Wanneer u zelf zwak bent, kan mijn kracht zich tenvolle ontplooien." Daarom durf ik mij toch op mijn zwakheden te beroemen. Omdat dan de kracht van Christus in mij gezien kan worden. 10 Daarom kan ik zelfs blij zijn over zwakheden, beledigingen, noodsituaties, vervolgingen en moeilijkheden, die ik terwille van Christus moet verdragen. Want als ik zwak ben, ben ik pas sterk.” (2 Corinthiërs 12:9-10 BOEK)

Brandende pijl 3: Verachting (vers 4)
Waarheid:

“God heeft het onaanzienlijke en verachtelijke van de wereld uitgekozen. Dat gebruikt Hij om wat in de wereld belangrijk is, buitenspel te zetten.” (1 Corinthiërs 1:28 BOEK)

Brandende pijl 4: Intimidatie (vers 1 en 7, woede en ergernis)
Waarheid:

7 Geef al uw zorgen en problemen over aan God, want Hij houdt van u en zorgt voor u. 8 Maar ondanks dat moet u de situatie goed inzien en op uw hoede zijn voor de grote tegenstander, de duivel. Hij gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden. 9 Sla zijn aanvallen af door vast op de Here te vertrouwen. Het is een hele troost te weten dat de christenen over de hele wereld hetzelfde moeten doormaken. (1 Petrus 5:7-9 BOEK)

Brandende pijl 5: Verwarring (vers 8)
Waarheid:

“13 Wie zal u kwaad doen, als u zich inspant voor het goede? 14 Maar als dat toch zou gebeuren, bent u bevoorrecht. Daarom moet u zich niet door dreigementen laten afschrikken of in verwarring laten brengen. 15 Vertrouw uzelf helemaal aan Christus toe. Hij is onze Here. Wees altijd bereid verantwoording af te leggen van de verwachting waaruit u leeft, als daarom gevraagd wordt. Maar doe het wel vriendelijk en met het nodige respect.” (1 Petrus 3:13-15 BOEK)

Brandende pijl 6: Strijd (vers 8)
Waarheid: 

“Maar onder al die omstandigheden hebben wij, dank zij Hem Die zoveel van ons houdt, de overwinning!” (Romeinen 8:37 BOEK)

Brandende pijl 7: Ongeloof (vers 10)
Waarheid: 

“Door Zijn genade bent u gered; doordat u in Hem ging geloven. Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God.” (Efeziërs 2:8 BOEK)

Brandende pijl 8: Angst aanjagen (vers 12)
Waarheid: 

“Want God geeft ons niet een lafhartige geest, maar een sterke geest vol liefde en bedachtzaamheid.” (2 Timotheüs 1:7 BOEK)

Brandende pijl 9: Samenzweringen (vers 1, 7 en 8)
Waarheid:

“6 En al staan nu aan weerszijden van mij 10.000 vijanden, ik raak er niet meer door van streek. 7 Ik roep dan: "Verhef U, HERE! Mijn God, red mij!" En Hij zal hen dan in het gezicht slaan. Hij slaat hun de tanden uit de mond. 8 Want de ware redding komt alleen van de HERE. Hij zegent Zijn volgelingen en geeft hun vrede.” (Psalmen 3:6-8 BOEK)

Blijf dus bouwen en bidden. De strijd gaat sowieso toenemen. Als je in Jezus gelooft sta je aan de goede kant en kan niets en niemand je iets aandoen. Ze kunnen je lichaam en ziel pijnigen, maar je geest is voor eeuwig onverwoestbaar en mede dankzij jouw bouwen en en bidden gaan nog velen dat ontdekken en, net als jij, eeuwig leven.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand