Huis-gezin

Spreuken 31:13-15. Hoe regel jij je huishouden?

‭13‭ ‭Ze zoekt wol en linnen uit, 
‭en spint en weeft met vreugde.‭ ‭
14‭ ‭Zoals een koopmansschip naar verre streken vaart, 
‭zo haalt zij van verre wat ze nodig heeft.‭ ‭
15‭ ‭Ze staat al op als het nog donker is, 
‭regelt het werk in huis, draagt haar slavinnen taken op.‭

Ik mag wonen in uw huis.


Ik heb een paar dagen moeten nadenken over deze overdenking, omdat het gaat over de huisvrouw en wij in een cultuur leven waar e.e.a. anders gaat dan hier omschreven is. Er bestaan namelijk genoeg huismannen in onze maatschappij. Het man/vrouw vraagstuk laat ik dus rusten. Ik richt me op de principes die we hieruit kunnen leren. Voor het gezin en, in de volgende overdenking, voor de gemeente.

Het gezin:
  • Vers 13a: Zorg voor de basisbehoeften. Voor kleding en voedsel in alle jaargetijden. Voor brood op de plank.
  • Vers 13b: Doe je werk voor het gezin met vreugde. Dat is een keuze, een houding, geen gevoel.
  • Vers 14: Neem alleen genoegen met het allerbeste voor je gezin. Breng daarvoor de offers die nodig zijn.
  • Vers 15a: Er zijn voor je kinderen. Als ze ‘s morgens opstaan ben je er om er voor te zorgen dat ze goed gekleed en met een goed ontbijt achter de kiezen de verantwoordelijkheden van die dag aan kunnen. Samen begin je de dag met de Heer. Dat zet de toon. Als ze ‘s avonds naar bed gaan ben je er om ze heerlijk in te stoppen in een warm bed, de dag samen even door te nemen, met en voor ze te bidden en ze te zegenen. Overdag ben je er voor je kinderen als dat nodig is. Vooral na een lange dag op school is het belangrijk dat je er bent. Even zo’n rustmoment op de plek die voor alle kinderen de veiligste plek op aarde zou moeten zijn: Thuis!
  • Vers 15b: Investeer in het plannen en organiseren voor je gezin, zodat iedereen kan doen wat hij/zij moet doen, zonder zich zorgen te hoeven maken om de basisvoorwaarden. Die regel jij en daar zet jij, waar nodig, anderen voor in.
Er valt natuurlijk veel meer te zeggen over het gezin, maar ik beperk me in deze overdenking tot wat er in deze spreuken gezegd wordt en sluit af met de aansporing van Paulus voor de Thessalonissenzen:

2Thessalonicen 3:10-14, NBV
‭10‭ ‭Toen we bij u waren, hebben we herhaaldelijk gezegd dat wie niet wil werken, niet zal eten.‭ ‭
11‭ ‭We horen dat sommigen van u hun werk verwaarlozen, dat ze zich niet nuttig maken maar zich slechts onledig houden met nutteloze bezigheden.‭
 ‭12‭ ‭In naam van de Heer Jezus Christus dragen wij dergelijke mensen nadrukkelijk op rustig hun werk te doen en hun eigen brood te verdienen.‭ ‭
13‭ ‭Broeders en zusters, doe het goede, zonder op te geven,‭ 
‭14‭ ‭en wees op uw hoede voor wie geen gehoor geven aan wat wij in deze brief schrijven. 
Ga niet met hen om, dan zullen ze zich schamen.‭

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand