Jeugd

Prediker 12:1-7, HSV

‭1‭ ‭Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, 

‭voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen 

‭waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in;‭ ‭

2‭ ‭voordat de zon verduisterd wordt, evenals het licht 

‭en de maan en de sterren, en de wolken terugkeren na de regen,‭ ‭

3‭ ‭op die dag, wanneer de bewakers van het huis zullen beven, de sterke mannen zich zullen krommen, de maalsters ophouden, omdat ze met weinigen zijn, en zij die door de vensters kijken, verduisterd worden;‭ ‭

4‭ ‭wanneer de beide deuren naar de straat gesloten worden, 

‭het geluid van de molen verzwakt, men opstaat bij het geluid van de vogels, en alle zangeressen neergebogen zullen worden,‭ ‭

5‭ ‭men ook gaat vrezen voor de hoogte, en er verschrikkingen zijn op de weg, de amandelboom gaat bloeien, de sprinkhaan zichzelf tot last wordt, 

‭en de kapperbes niet meer helpt -de mens gaat immers naar zijn eeuwig huis: rouwklagers doen de ronde in de straat-‭ ‭

6‭ ‭voordat het zilveren koord verwijderd wordt en de gouden oliehouder verbrijzeld, de kruik bij de bron stukgebroken wordt en het rad bij de waterput verbrijzeld,‭ ‭7‭ ‭het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft.‭

#Jeugd

Waar heb jij aan gedacht in je jeugd en wat heeft dat je opgeleverd?

Prediker 12:1, BasisBijbel

‭1‭ ‭Denk aan je Maker zolang je nog jong bent. Denk aan Hem vóórdat de tijden komen dat je niet meer van het leven genieten kan.‭

Terug kijkend op mijn leven, ik ben nu 59, kan ik zeggen dat ik aan mijn Maker gedacht heb in mijn jonge jaren. Zelfs heel veel, omdat mijn aardse vader al jong verongelukte en bij Hem was. Daar waar Hij was wilde ik ook zijn. Ik wilde God volgen, omdat mijn vader dat ook deed. In mijn latere tienertijd besefte ik dat dit niet de reden moest blijven waarom ik aan mijn Maker bleef denken. Mijn Maker verlangde naar een persoonlijke relatie met mij, los van mijn aardse vader. Daar koos ik voor en op mijn negentiende liet ik mij dopen. Sindsdien is het denken aan mijn Maker niet meer in de eerste plaats gekoppeld aan mijn aardse vader, maar wordt het gevoed door liefde voor Hem die mij gemaakt heeft. 

Ik ging de Heer met meer passie volgen en diende Hem met alle energie die ik in me had en omdat ik nog jong was kon ik heel veel aan! 

Die passie voor mijn Maker heeft me veel gekost en nog veel meer opgeleverd.

Soms hoor ik getuigenissen van mensen die helemaal los gegaan zijn in hun jeugd. Los van God en overgegeven aan seks, drugs en alcohol. Wanneer de eerste tekenen van de ouderdom zich dan aandienen, denken ze (weer) aan hun Maker en gaan ze Hem volgen. Worden ze door een liefhebbende Maker aanvaard, vergeven en verlost en ontvangen dezelfde rijkdom die ik mijn hele leven al heb. Kijk je daar met je menselijke verstand tegenaan, dan loop je het gevaar dat je hetzelfde gaat denken als de oudste zoon in het verhaal van de ‘verloren zoon’:

Lukas 15:29, HSV

‭29‭ ‭Maar hij antwoordde en zei tegen zijn vader: Zie, ik dien u ‭al‭ zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn.‭

Door deze reactie laat de oudste zoon zien dat hij nooit begrepen heeft hoe rijk hij in wezen was. Let maar op de reactie van de Vader:

Lukas 15:31, HSV

‭31‭ ‭En hij zei tegen hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou.‭

De oudste zoon had nooit hoeven vragen om een bokje om met zijn vrienden vrolijk te zijn. Hij had het gewoon kunnen pakken. 

Dat is het geheim van aan je Maker denken zolang je nog jong bent. Hem vanaf je jonge jaren volgen en bij Hem blijven. Dan ben en blijf je enorm rijk en mag je putten uit de rijkdom die je Maker je gegeven heeft. Je hoeft niet te wachten tot Hij het je geeft of er om te vragen. Je hebt het ontvangen. Al het Zijne is het jouwe!

En dat mogen doen in je jonge jaren, vol levenslust, energie en kracht, is een voorrecht. Als dan de eerste tekenen van ouderdom komen - bij mij al in mijn dertiger jaren -mag je met een blij hart terug zien op de jaren dat je met volle energie en inzet heb mogen putten uit de rijkdom die God je lang geleden gegeven heeft en die het jouwe is, omdat je altijd bij Hem gebleven bent. De ‘had-ik-maars’ zijn er ook, maar die bespreek ik met mijn Vader. Die weet daar wel raad mee. Wat overblijft is grote dankbaarheid: Dank U wel Vader!

Ik zal altijd bij U blijven!