Olie
2Koningen 4:1-7. Waarmee is jouw schuld t.o.v. God afbetaald en waar 'leef' jij van?
1 Op een keer riep de vrouw van een van de profeten Elisa’s hulp in: ‘Mijn man, uw dienaar, die zoals u weet altijd groot ontzag had voor de HEER, is gestorven. Nu zal mijn schuldeiser komen en mijn twee kinderen als slaven meenemen.’ 2 ‘Wat kan ik voor u doen?’ vroeg Elisa. ‘Vertel me eens, wat hebt u nog in huis?’ ‘Alleen een kruikje olie, heer, ‘antwoordde ze, ‘verder niets.’ 3 Toen zei Elisa: ‘Ga bij uw buren kruiken en kannen te leen vragen, lege, zoveel als u er krijgen kunt. 4 Als u weer thuiskomt, doe dan de deur achter u en uw kinderen dicht en giet uw olie in die kruiken en kannen over; telkens als er een vol is, neemt u een volgende.’ 5 Thuisgekomen sloot de vrouw de deur achter zich. Terwijl haar kinderen haar de kruiken en kannen een voor een aangaven, goot ze de olie over. 6 Toen ze allemaal vol waren en ze haar zoon vroeg haar de volgende aan te geven, antwoordde hij: ‘Er zijn er geen meer.’ Toen hield de olie op te vloeien. 7 De weduwe ging terug naar de godsman en vertelde hem wat er gebeurd was. ‘Die olie moet u verkopen om uw schuld af te betalen, ‘zei hij. ‘En van wat er overblijft, kunnen u en uw kinderen leven.’
De schuld is afbetaald, we kunnen eeuwig leven.
Reacties
Een reactie posten