Lopen als een wilde gazelle

2Samuël 2:18-24. Wat is/zijn jouw gave/gaven en talent/talenten en welke valkuilen kom je daarbij tegen?

18 De drie zonen van Seruja waren er ook: Joab, Abisai en Asaël. Asaël kon lopen als een wilde gazelle. 19 Hij zette de achtervolging op Abner in en bleef hem op de hielen zitten. 20 Abner keek achterom en riep: ‘Ben jij het, Asaël?’ ‘Jazeker, ‘antwoordde deze. 21 Toen riep Abner: ‘Laat me toch met rust! Grijp liever een van de soldaten en pak hem zijn uitrusting af.’ Maar Asaël bleef hem op de hielen zitten. 22 Nogmaals riep Abner: ‘Laat me met rust! Dwing me niet om je te doden, want dan zou ik je broer Joab niet meer recht in de ogen kunnen kijken.’ 23 Maar toen Asaël hem nog altijd niet met rust wilde laten, stootte Abner hem met het achtereinde van zijn lans in de buik, zodat die aan de andere kant weer naar buiten kwam. Asaël viel neer en stierf ter plekke. Iedereen die langs de plaats kwam waar Asaël was gesneuveld, bleef stilstaan. 24 Maar Joab en Abisai zetten de achtervolging van Abner voort, tot ze bij zonsondergang bij de heuvel Amma kwamen, tegenover Giach, op de weg naar de woestijn van Gibeon.

Ik roem niet meer in eigen kracht, in gaven, in wat wijsheid is;
ik roem alleen nog in de Heer, zij dood en zijn verrijzenis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand