Ark

2Samuël 6:1-9. Wat betekent 'de Heer van de hemelse machten, die op de cherubs troont' voor jou?

1 Weer riep David alle weerbare mannen van Israël bijeen; het waren er dertigduizend. 2 Hij ging met zijn gevolg op weg om de ark van God op te halen uit Baäla in Juda, de ark waaraan een bijzondere naam verbonden is: die van de HEER van de hemelse machten, die op de cherubs troont. 3 (3–4) Ze haalden de ark van God uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel ligt, en laadden hem op een nieuwe wagen. Abinadabs zonen Uzza en Achio leidden de wagen; Achio liep voor de ark uit. 4 5 David en de Israëlieten speelden voor de HEER op allerlei muziekinstrumenten van hout en op lieren en harpen, op tamboerijnen, rinkelbellen en cimbalen. 6 Toen ze langs de plek kwamen waar Nachon zijn graan dorste, gingen de ossen daar op af. Uzza stak zijn hand uit en greep de ark van God vast. 7 De HEER ontstak in woede tegen Uzza en strafte hem ter plekke voor zijn onachtzaamheid, zodat hij op slag dood was. 8 David werd kwaad omdat de HEER Uzza had doorkliefd. Hij noemde die plaats Peres–Uzza, en zo heet het daar tot op de dag van vandaag. 9 Toen werd David bang voor de HEER en hij vroeg zich af: Hoe kan de ark van de HEER ooit bij mij in Jeruzalem komen? 

De Heer regeert.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand