Toegelaten

Nehemia 13:1-9. Wie/wat laat jij toe in je eigen leven en waarom?

1 ‭‭In die tijd las men het volk voor uit het boek van Mozes. Daarin bleek te zijn opgetekend dat Ammonieten en Moabieten nooit ofte nimmer tot Gods gemeenschap mogen worden toegelaten,‭ 2 ‭‭omdat ze ooit geweigerd hadden de Israëlieten met brood en water tegemoet te gaan, en omdat ze Bileam hadden omgekocht om hen te vervloeken–een vloek die door onze God werd veranderd in een zegen.‭ 3 ‭‭Nadat deze wettelijke bepalingen waren voorgelezen, zette men alle vreemdelingen apart van de Israëlieten.‭ 4 ‭‭Eerder al had de priester Eljasib, die verantwoordelijk was voor de voorraadkamers in de tempel van onze God en nauw verwant was met Tobia,‭ 5 ‭‭voor deze Tobia een groot vertrek ingericht. Het was het vertrek waar vroeger de graanoffers werden opgeslagen, en ook de wierook en het tempelgerei; en verder de tienden van graan, wijn en olie die aan de Levieten, de zangers en de poortwachters toekwamen, en de bijdragen voor de priesters.‭ 6 ‭‭Toen dit alles gebeurde was ik niet in Jeruzalem, want ik was in het tweeëndertigste jaar van zijn regering naar koning Artaxerxes van Babylonië gegaan. Na verloop van tijd vroeg ik de koning toestemming‭ 7 ‭‭om naar Jeruzalem terug te keren. Daar aangekomen ontdekte ik het kwaad dat Eljasib had aangericht door voor Tobia een vertrek in te richten in de tempelhoven.‭ 8 ‭‭Dit beviel mij in het geheel niet, en daarom gooide ik alle huisraad van Tobia naar buiten, het vertrek uit.‭ 9 ‭‭Ik beval de vertrekken te reinigen en bracht vervolgens het tempelgerei weer terug, en ook de graanoffers en de wierook.‭ 

Laat mijn leven in je zijn, Ik maak je heilig, puur en rein.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand