Wachtdiensten

1Kronieken 26:9-19. Op welke terreinen in je leven is waakzaamheid geboden?

9 ‭‭Meselemja had achttien zonen en broers, allemaal dappere mannen.‭ 10 ‭‭Chosa, uit de familie van Merari, had de volgende zonen: Simri, de belangrijkste–hij was niet de oudste, maar zijn vader had hem boven zijn broers verheven–,‭ 11 ‭‭Chilkia, de tweede, Tebaljahu, de derde, en Zecharja, de vierde. Alle zonen en broers meegerekend telde de familie van Chosa dertien mannen.‭ 12 ‭‭Net zoals hun verwanten deden ook de poortwachters, in afdelingen ingedeeld naar hun hoofdmannen, bij toerbeurt dienst bij de tempel van de ‭HEER‭.‭ 13 ‭‭De verschillende poorten werden door loting aan de hoofdmannen toegewezen, zonder onderscheid te maken tussen jong en oud.‭ 14 ‭‭Het lot voor de wacht in het oosten viel op Selemja. Daarna werd er geloot voor zijn zoon Zecharja, een wijze raadsman. Zijn lot viel op het noorden.‭ 15 ‭‭Het lot van Obed–Edom viel op het zuiden, dat van zijn zonen op de voorraadkamers,‭ 16 ‭‭en dat van Suppim en Chosa op het westen, met de Sallechetpoort aan het eind van de Trappenstraat. Voor alle wachtdiensten gold hetzelfde:‭ 17 ‭‭dagelijks stonden er zes Levieten in het oosten, vier in het noorden, vier in het zuiden, bij de voorraadkamers telkens twee‭ 18 ‭‭en bij de zuilengang in het westen vier aan de straatkant en twee in de zuilengang.‭ 19 ‭‭Dit waren de afdelingen van de poortwachters uit de familie van Korach en de familie van Merari.‭ 

Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand