Betalen

2Samuël 24:18-25. Wat heeft Jezus betaald om ons van de plaag van de zonde te verlossen?

18 Diezelfde dag kwam Gad bij David en zei tegen hem: ‘Ga naar de dorsvloer van de Jebusiet Arauna en richt daar voor de HEER een altaar op.’ 19 David ging naar boven zoals de HEER hem bij monde van Gad had bevolen. 20 Toen Arauna de koning en zijn gevolg zag naderen, ging hij hun tegemoet en knielde voor de koning neer. 21 ‘Wat is de reden van uw komst, mijn heer en koning?’ vroeg hij, en David antwoordde: ‘Ik wil van u deze dorsvloer kopen om er een altaar te bouwen voor de HEER, zodat het volk van deze plaag wordt verlost.’ 22 Arauna zei: ‘Neem toch wat u voor uw offer nodig hebt, mijn heer en koning. Alstublieft: mijn runderen voor het brandoffer, en hun tuig en de dorsslede om er een vuur mee te maken. 23 Dit alles schenk ik u, mijn heer.’ En hij voegde eraan toe: ‘Moge de HEER, uw God, u goedgezind zijn.’ 24 ‘Nee, ‘antwoordde de koning, ‘ik wil ervoor betalen. Ik ga niet de HEER, mijn God, een brandoffer brengen dat me niets heeft gekost.’ Daarop kocht David de dorsvloer en de runderen voor vijftig sjekel zilver. 25 Hij bouwde er een altaar voor de HEER en bracht brandoffers en vredeoffers. Daardoor liet de HEER zich ten gunste van het land vermurwen en werd Israël van de plaag verlost.

Meer dan zilver, meer dan goud, meer dan schatten door iemand ooit aanschouwd, meer dan dat, zo eindeloos veel meer was de prijs die U betaalde Heer.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand