Oordeel

2Samuël 11:18-27. Wat is onze hoop als je kijkt naar het oordeel van God?

18 Joab liet aan David verslag uitbrengen van de strijd 19 en beval de bode: ‘Als je de koning het hele verloop van de strijd hebt verteld, 20 en als hij dan woedend tegen je uitvalt: “Waarom hebben jullie je zo dicht bij de stad gewaagd? Jullie konden toch weten dat ze vanaf de muur zouden schieten! 21 Zijn jullie soms vergeten hoe Abimelech, de zoon van Jerubbeset, in Tebes aan zijn einde is gekomen? Een vrouw heeft toen vanaf de stadsmuur een maalsteen op zijn hoofd gegooid, zodat hij stierf. Waarom hebben jullie je dan zo dicht bij de muur gewaagd?” dan moet je zeggen: “Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.”’ 22 De bode ging naar David en vertelde hem alles wat Joab hem had opgedragen. 23 Hij zei tegen David: ‘Onze tegenstanders waren sterker dan wij en deden een uitval naar ons. We dreven ze terug tot voor de poort, 24 maar toen namen de boogschutters ons vanaf de muur onder schot en sneuvelden er soldaten van de koning. Ook uw bevelhebber Uria is omgekomen.’ 25 David droeg de bode op om tegen Joab te zeggen: ‘U moet er maar niet te slecht over oordelen; de oorlog eist nu eenmaal zijn tol. Houd moed! Heropen de aanval op de stad en maak haar met de grond gelijk.’ 26 De vrouw van Uria kreeg bericht dat haar man was gesneuveld, en ze treurde om haar echtgenoot. 27 Toen de rouwtijd voorbij was, nam David haar bij zich aan het hof. Zij werd zijn vrouw en baarde hem een zoon. 
Naar het oordeel van de HEER was het wel degelijk slecht wat David had gedaan.

Geen woorden meer van oordeel, genade onverdiend, die aan tafel wordt geproefd en wordt gezien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand