Neerleggen

2Samuël 15:23-30. Mag God met jou doen wat Hij het beste vindt?

23 Het volk jammerde luidkeels terwijl het leger voorbijtrok. Toen de koning de Kidron overstak en het leger de weg naar de woestijn insloeg, 24 zag hij Sadok, die samen met de Levieten de ark van het verbond met God droeg. Ze zetten de ark van God neer en Abjatar bracht brandoffers tot iedereen vanuit de stad voorbijgetrokken was. 25 De koning zei tegen Sadok: ‘Breng de ark van God terug naar de stad. Als de HEER me gunstig gezind is, zal hij zorgen dat ik terugkeer en de ark terugzie op zijn eigen plaats. 26 Maar als de HEER mij afwijst, dan zal ik me daar bij neerleggen. Hij mag met me doen wat hij het beste vindt.’ 27 En hij vervolgde: ‘U en Abjatar kunnen gerust teruggaan naar de stad en dan uw zonen Achimaäs en Jonatan met u meenemen. 28 Ikzelf zal wachten in de woestijn, waar men de Jordaan kan oversteken, tot ik bericht van u krijg.’ 29 Sadok en Abjatar brachten de ark van God dus terug naar Jeruzalem en bleven in de stad. 30 David ging de helling van de Olijfberg op. Jammerend klom hij naar boven, zijn hoofd bedekt en barrevoets. Allen die met hem meegingen, hadden hun hoofd bedekt en klommen jammerend naar boven.

Doe met mij en in mij wat U wilt doen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand