Afgesneden

2Samuël 13:16-20. Waar hoop je op als je door mensen van het leven afgesneden bent?

16 Tamar riep uit: ‘Dat kun je niet doen! Me wegsturen is nog erger dan het andere dat je me al hebt aangedaan.’ Maar hij wilde niet naar haar luisteren. 17 Hij riep zijn bediende en zei: ‘Laat die vrouw uit mijn ogen verdwijnen. Zet haar het huis uit en doe de deur achter haar op slot.’ 18 Tamar droeg een veelkleurig gewaad, zoals de jonge, huwbare koningsdochters dat als overkleed droegen. Toen Amnons bediende haar op straat had gezet en de deur achter haar had vergrendeld, 19 wierp ze stof over haar hoofd en scheurde ze haar veelkleurig kleed. Ze greep naar haar hoofd en liep jammerend naar huis. 20 Daar vroeg haar broer Absalom haar: ‘Is Amnon je te na gekomen? Zwijg dan, zusje, hij is je broer; je doet er beter aan het te laten rusten.’ Tamar bleef voortaan bij haar broer Absalom, van het leven afgesneden.

Mijn hoop is op U Heer

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand