Zwaar verdriet

1 Samuel 1:9-20. Onder welk zwaar verdriet ga jij gebukt en heb je je hart al eens uitgestort bij de Heer?

9 Na de maaltijd stond Hanna op en ging naar het heiligdom van de HEER, waar de priester Eli op een bankje bij de ingang zat. 10 Diep bedroefd bad Hanna tot de HEER. In tranen 11 legde ze een gelofte af: ‘HEER van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan u: nooit zal zijn haar worden afgeschoren.' 12 Terwijl Hanna zo lang bad, keek Eli opmerkzaam naar haar mond. 13 Ze bad namelijk in stilte: haar lippen bewogen wel, maar haar stem was niet te horen. Daarom dacht Eli dat ze dronken was. 14 Hij sprak haar aan en vroeg: ‘Gaat dit nog lang zo duren? Als u dronken bent, ga dan uw roes uitslapen!' 15 ‘U vergist u, heer,' antwoordde Hanna. ‘Ik heb geen wijn of andere drank gedronken. Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de HEER. 16 Denk niet dat ik een slechte vrouw ben; ik bid zo lang omdat ik overstelpt ben door droefheid en ellende.' 17 ‘Ga dan in vrede,' antwoordde Eli. ‘De God van IsraĆ«l zal u geven waar u om hebt gevraagd.' 18 ‘Ik dank u voor uw vriendelijkheid,' zei Hanna, en ze ging terug naar haar familie. Haar gezicht was opgeklaard en ze at ook weer. 19 De volgende morgen vroeg bogen ze zich neer voor de HEER, waarna ze zich op de terugreis begaven. Thuis in Rama sliep Elkana met zijn vrouw Hanna, en de HEER verhoorde haar. 20 Hanna werd zwanger en na verloop van tijd baarde ze een zoon. Ze noemde hem Samuel, ‘want,' verklaarde ze, ‘ik heb hem aan de HEER gevraagd.'

Hoe zwaar de weg ook zal zijn, wij gaan niet alleen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand