Losser

Ruth 2:18b-23. Wie is jouw Losser en hoe blijf je dicht in zijn nabijheid?

Toen Noömi zag hoeveel ze verzameld had, en toen Ruth haar ook nog gaf wat ze van het middagmaal had overgehouden, 19 riep ze uit: ‘Waar heb jij vandaag aren gelezen, waar heb je gewerkt? Gezegend de man die zo goed voor jou geweest is!' Ruth vertelde haar schoonmoeder dat de man bij wie ze die dag gewerkt had Boaz heette. 20 Toen zei Noömi tegen haar schoondochter: ‘Moge de HEER hem zegenen, want hij heeft trouw bewezen aan de levenden en aan de doden.'(1) En ze vervolgde: ‘Hij is een naaste verwant van ons en kan daarom zijn rechten als losser laten gelden.' 21 En Ruth, de Moabitische, zei: ‘Hij heeft ook nog tegen me gezegd dat ik bij zijn maaiers moest blijven totdat zijn hele oogst is binnengehaald.' 22 ‘Het is goed dat je optrekt met de vrouwen op zijn land, mijn dochter,' zei Noömi tegen Ruth, ‘want dan zal niemand je op een ander veld lastig kunnen vallen.' 23 Ze bleef dus aren lezen bij de vrouwen die voor Boaz werkten, tot het einde van de gerste- en de tarweoogst. Al die tijd woonde ze bij haar schoonmoeder.

Er is een Verlosser, Jezus Zoon van God.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand