Onrein! Onrein!

Leviticus 13:29-46. Probeer je eens in te leven. Wat betekent het voor mensen om zo in afzondering te moeten leven vanwege een ziekte? Ken je voorbeelden uit je eigen netwerk? Wat zou je voor ze kunnen betekenen?

29 Als iemand een aandoening onder zijn of haar hoofdhaar heeft, of een aandoening onder zijn baard, 30 moet de priester ernaar kijken. Als hij vaststelt dat de aandoening diep in de huid ligt en het haar op de aangetaste plek geel en dun is, moet hij de betreffende persoon onrein verklaren. Het is dan een ziekelijke uitslag, huidvraat aan hoofd of kin. 31 Als de priester echter vaststelt dat de plek niet diep in de huid ligt maar er toch geen donker haar op groeit, moet hij hem zeven dagen afzonderen. 32 Op de zevende dag onderzoekt de priester hem opnieuw. Als blijkt dat de uitslag zich in die tijd niet heeft uitgebreid, het haar op de aangetaste plek niet geel geworden is en de plek niet diep in de huid ligt, 33 moet de persoon in kwestie al het haar rond de aangetaste plek afscheren. De priester zondert hem daarna opnieuw zeven dagen af. 34 Op de zevende dag bekijkt de priester de plek opnieuw, en als de uitslag zich niet heeft uitgebreid en niet diep in de huid ligt, moet hij de betreffende persoon rein verklaren. Die moet zijn kleren wassen en is dan weer rein. 35 Maar als de huiduitslag zich uitbreidt nadat hij rein is verklaard, 36 moet de priester hem opnieuw onderzoeken. Als blijkt dat de ziekelijke uitslag zich inderdaad heeft uitgebreid, hoeft hij niet te zoeken naar geel haar; de persoon in kwestie is dan onrein. 37 Wanneer de priester later vaststelt dat de uitslag zich niet verder heeft uitgebreid en dat er donker haar op de plek groeit, is de kwaal werkelijk genezen. De betreffende persoon is dan rein en de priester moet hem rein verklaren. 38 Als een man of een vrouw lichte, witte vlekken op de huid heeft, 39 moet de priester ernaar kijken. Als hij vaststelt dat de lichte witte plekken op de huid dof zijn, is het onschuldige uitslag die de huid heeft aangetast en is die man of vrouw rein. 40 Als bij een man het haar op de kruin uitvalt, is dat gewoon kaalheid en is hij rein. 41 Ook als zijn haar aan zijn voorhoofd uitvalt, is dat gewoon kaalheid en is hij rein. 42 Maar als er een bleekrode plek op zijn kale kruin of voorhoofd verschijnt, zou de kale plek aangetast kunnen zijn door huidvraat 43 en moet de priester ernaar kijken. Als hij vaststelt dat de bleekrode aandoening op het kale hoofd eruitziet zoals huidvraat op de onbehaarde huid, 44 is de man door huidvraat aangetast en is hij onrein. De priester moet hem onrein verklaren; hij heeft dan huidvraat aan zijn hoofd. 45 Wie door huidvraat aangetast is, moet zijn kleren scheuren, zijn haar los laten hangen, baard en snor bedekken en “Onrein, onrein!” roepen. 46 Zo iemand blijft onrein zolang de aandoening duurt. Als onreine moet hij apart wonen en buiten het kamp verblijven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand