Gebracht

Leviticus 13:9-17. Wat kun jij betekenen voor de zieken?

9 Wanneer iemand dus aan een aandoening lijdt die aan huidvraat doet denken, moet hij naar de priester worden gebracht. 10 Als de priester een witte zwelling op de huid ziet, met wit haar erop, en er een rauwe plek ontstaan is, 11 is het huidvraat in een vergevorderd stadium en moet de priester hem onrein verklaren. Hij hoeft hem niet af te zonderen, want hij is onmiskenbaar onrein. 12-13 Wanneer het ernaaruit ziet dat de aandoening zich over het hele lichaam heeft uitgebreid, moet de priester de betreffende persoon nader onderzoeken. Als hij vaststelt dat de aandoening het lichaam inderdaad van hoofd tot voeten heeft aangetast, moet hij hem rein verklaren. Aangezien hij helemaal wit is geworden, is hij rein. 14 Maar zodra er rauwe plekken bij hem te zien zijn, is hij onrein. 15 Als de priester een rauwe plek ziet, moet hij hem onrein verklaren. De rauwe plek is onrein, het is een teken van huidvraat. 16 Maar als de rauwe plek weer wit wordt, moet hij naar de priester teruggaan. 17 Als de priester vaststelt dat de huid wit geworden is, moet hij hem rein verklaren; hij is dan rein.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand