Allerheiligste

1Kronieken 6:48-65. Wat zijn de allerheiligste taken die jij voor de Allerhoogste mag uitvoeren?

48 ‭‭‭(6:33)‭ De andere Levieten moesten verschillende werkzaamheden verrichten in en om de tabernakel, het huis van God.‭ 49 ‭‭‭(6:34)‭ Maar de uitvoering van de allerheiligste taken, het brengen van offers op het brandofferaltaar en het reukofferaltaar, was voorbehouden aan Aäron en zijn nakomelingen. Ook moesten zij voor Israël verzoening bewerken volgens de voorschriften van Mozes, de dienaar van God.‭ 50 ‭‭‭(6:35)‭ Dit zijn de nakomelingen van Aäron: Aäron was de vader van Eleazar, die de vader was van Pinechas, de vader van Abisua,‭ 51 ‭‭‭(6:36)‭ de vader van Bukki, de vader van Uzzi, de vader van Zerachja,‭ 52 ‭‭‭(6:37)‭ de vader van Merajot, de vader van Amarja, de vader van Achitub,‭ 53 ‭‭‭(6:38)‭ de vader van Sadok, de vader van Achimaäs.‭ 54 ‭‭‭(6:39)‭ Dit zijn de gebieden waar de Levieten in hun tentenkampen woonden: 

‭Het eerste lot viel op de families van de Kehatieten die nakomelingen waren van Aäron.‭ 55 ‭‭‭(6:40)‭ In het stamgebied van Juda kregen zij Hebron met de omliggende weidegronden.‭ 56 ‭‭‭(6:41)‭ De akkers rond de stad en de omliggende dorpen werden echter aan Kaleb gegeven, de zoon van Jefunne.‭ 57 ‭‭‭(6:42)‭ De nakomelingen van Aäron kregen behalve Hebron, een vrijplaats, ook de vrijplaatsen Libna, Jattir, Estemoa,‭ 58 ‭‭‭(6:43)‭ Chilez, Debir,‭ 59 ‭‭‭(6:44)‭ Asan en Bet–Semes, elk met de omliggende weidegronden.‭ 60 ‭‭‭(6:45)‭ In het stamgebied van Benjamin kregen ze Geba, Alemet en Anatot met de omliggende weidegronden. In totaal kregen deze families dertien steden.‭ 61 ‭‭‭(6:46)‭ Aan de overige nakomelingen van Kehat werden door loting tien steden toegewezen van de families uit de westelijke helft van de stam Manasse.‭ 62 ‭‭‭(6:47)‭ Aan de families van de nakomelingen van Gerson werden dertien steden toegewezen van de stammen Issachar, Aser, Naftali en Manasse in Basan.‭ 63 ‭‭‭(6:48)‭ Aan de families van de nakomelingen van Merari werden door loting twaalf steden toegewezen van de stammen Ruben, Gad en Zebulon.‭ 64 ‭‭‭(6:49)‭ De Israëlieten stonden dus steden en weidegronden aan de Levieten af.‭ 65 ‭‭‭(6:50)‭ Uit de stamgebieden van Juda, Simeon en Benjamin werden hun door loting de hierboven genoemde steden toegewezen.‭ 

Allerhoogste