Giftige kiem

Deut 29:15-20. Sluimert er een giftige kiem in jouw denken die er voor zorgt dat jij van God gaat afdwalen of al afgedwaald bent? Wat doe je er mee?

15 U herinnert u de tijd dat we in Egypte woonden en hoe we daarna door het gebied van andere volken trokken. 16 U hebt toen kennisgemaakt met de gruwelijke afgodsbeelden van hout, steen, zilver en goud die zij erop na hielden. 17 Mogelijk is er hier een man of vrouw, of zelfs een familie of stam, die op dit moment liever de HEER, onze God, zou willen verlaten om de goden van die volken te gaan vereren; mogelijk sluimert er zo'n giftige kiem in ons midden. 18 Mocht zo iemand bij het horen van de vervloekingen menen: Als ik mijn eigen koppige hart volg zal het me evengoed voor de wind gaan, en zichzelf daarmee geruststellen, dan zet hij alles wat hij is en heeft op het spel. 19 Want de HEER zal het hem niet willen vergeven; de HEER zal zijn gekrenkte liefde wreken en al zijn woede tegen hem laten losbarsten. Alle vervloekingen die in dit boek beschreven zijn zullen hem treffen, en de HEER zal ervoor zorgen dat niets op aarde nog aan hem herinnert. 20 De HEER zal hem afzonderen van de stammen van Israƫl en hem voor het ongeluk bestemmen overeenkomstig de vervloekingen van het verbond dat in dit wetboek is opgetekend.

Bij U ben ik thuis, ook als ik ver ben afgedwaald.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand