Strijd

Deut 20:1–9. Als er op dot moment strijd in je leven zou zijn, welke positie mag jij dan innemen?

1 Als u ten strijde trekt tegen de vijand en u stuit op een overmacht, met paarden en strijdwagens, wees dan niet bang, want de HEER, uw God, die u uit Egypte heeft weggeleid, staat u bij. 2 Voor het tot een treffen komt, moet de priester naar voren treden en het krijgsvolk zo toespreken: 3 ‘Luister, IsraĆ«l. Vandaag bindt u de strijd aan met de vijand. Wees sterk en moedig, laat u niet afschrikken en wees niet bang voor hem: 4 de HEER, uw God, gaat met u mee, hij is het die de strijd voor u voert tegen de vijand; hij schenkt u de overwinning.' 5 Daarna krijgen de schrijvers het woord: ‘Wie net een huis heeft gebouwd en het nog niet in gebruik heeft kunnen nemen, mag naar huis terugkeren; anders neemt een ander het in gebruik als hij in de strijd sneuvelt. 6 Wie een wijngaard heeft geplant en nog niet zelf de eerste druiven heeft kunnen plukken, mag naar huis terugkeren; anders plukt een ander die als hij in de strijd sneuvelt. 7 Ook wie een bruid heeft maar haar nog niet heeft kunnen huwen, mag naar huis terugkeren; anders huwt een ander haar als hij in de strijd sneuvelt.' 8 Verder moeten ze tegen het krijgsvolk zeggen: ‘Wie bang is, wie het aan moed ontbreekt, mag naar huis terugkeren; anders verliezen de anderen misschien ook de moed.' 9 Als al deze dingen gezegd zijn, moeten ze officieren over de manschappen aanstellen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand