Toorn

Deut 9:15-24. We kennen God als een God van liefde, maar ken je God ook als een God van toorn en hoe matchen die twee?

15 Toen ging ik terug; ik daalde de berg af, die in vuur en vlam stond, en de twee platen van het verbond droeg ik met beide handen. 16 En toen zag ik hoe u tegen de HEER, uw God, had gezondigd: u had een beeld gemaakt in de vorm van een stierkalf. Zo snel was u al afgeweken van de weg die de HEER u gewezen had. 17 Ik heb toen in uw bijzijn de twee platen die ik in mijn handen had, stukgesmeten. 18 Ik wierp me ter aarde voor de HEER, net als de eerste keer, en bleef veertig dagen en nachten zo liggen, zonder iets te eten of te drinken. Dat was omdat u zo zwaar gezondigd had: u had gedaan wat slecht is in de ogen van de HEER en hem daarmee getergd. 19 Ik vreesde de toorn van de HEER, want hij was zo kwaad op u dat hij u wilde uitroeien. Maar ook ditmaal gaf hij mij gehoor. 20 Ik heb toen in het bijzonder voor Aäron gebeden, want ook hem wilde de HEER doden, zo groot was zijn woede. 21 Het bewijs van uw wangedrag, het stierenbeeld dat u gemaakt had, heb ik verbrand en verbrijzeld, versplinterd en verpulverd; het stof dat overbleef heb ik in de bergstroom gegooid. 22 Ook later, in Tabera, in Massa, in Kibrot-Hattaäwa, zou u steeds opnieuw de woede van de HEER wekken. 23 En ook toen de HEER u vanuit Kades-Barnea op weg stuurde met de woorden: ‘Trek op, neem het land dat ik je geef in bezit,' verzette u zich nog tegen zijn bevel, in plaats van hem te vertrouwen en te gehoorzamen. 24 Vanaf het moment dat ik met u te maken kreeg, hebt u zich tegen de HEER verzet.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand