Moed

Deut 11:1-9. Wat is jouw opdracht voor de toekomst en waaruit put je moed om die te volbrengen?

1 Heb daarom de HEER, uw God, lief en houd u aan uw verplichtingen tegenover hem. Leef zijn wetten, regels en geboden elke dag na. 2 Wees u ervan bewust dat uw kinderen geen getuige zijn geweest van de opvoeding die de HEER u gaf, en niet met eigen ogen zijn grootheid hebben gezien, zijn sterke hand en opgeheven arm. 3 Wat weten zij van de wonderen en daden die hij in Egypte verrichtte, ten koste van de farao en zijn hele volk? 4 Of van wat hij met het leger van Egypte en al zijn paarden en wagens heeft gedaan, hoe hij ze liet verdwijnen in het water van de Rietzee toen ze u achtervolgden, waarmee hij hun macht heeft gebroken tot op de dag van vandaag? 5 Uw kinderen weten toch niet wat hij in de woestijn voor u heeft gedaan voordat u hier aankwam? 6 En wat hij ten overstaan van het hele volk deed met Datan en Abiram, de zonen van de Rubeniet Eliab: hoe de aarde haar mond opensperde en hen opslokte met hun families, hun tenten en al het vee dat ze bezaten? 7 U daarentegen hebt al die machtige daden die de HEER verrichtte met eigen ogen gezien. 8 Daarom moet u alle geboden die ik u vandaag voorhoud naleven. Daaruit zult u de moed putten om het land aan de overkant binnen te gaan en het in bezit te nemen. 9 Dan zult u lang leven in het land dat de HEER onder ede aan uw voorouders en hun nageslacht heeft beloofd, het land dat overvloeit van melk en honing.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand