Grondbezit

Numeri 32:1-27. Hoe staan jouw eigen plannen in verhouding tot die van God en hoe ga jij daar mee om?

1 De Rubenieten en de Gadieten bezaten bijzonder veel vee. Toen ze zagen dat het gebied van Jazer en Gilead bij uitstek geschikt was om er vee te houden, 2 gingen ze naar Mozes en de priester Eleazar en de leiders van de gemeenschap en zeiden: 3 ‘Het gebied van Atarot, Dibon, Jazer, Nimra, Chesbon, Elale, Sebam, Nebo en Beon, 4 dat de HEER voor het volk van Israël veroverd heeft, dat gebied is zeer geschikt voor vee. En wij hebben veel vee.' 5 En ze vervolgden: ‘Wees zo goed uw dienaren dit gebied in bezit te geven, laat ons niet de Jordaan oversteken.' 6 Mozes antwoordde de Gadieten en Rubenieten: ‘U wilt hier blijven terwijl uw broeders ten strijde trekken? 7 Wilt u de Israëlieten de moed ontnemen om over te steken naar het land dat de HEER hun gegeven heeft? 8 Dat hebben uw voorouders ook gedaan, toen ik hen er vanuit Kades-Barnea op uit stuurde om te gaan kijken hoe het land was. 9 Ze verkenden het land tot aan het Eskoldal en ontnamen de Israëlieten de moed om het land dat de HEER hun gegeven had binnen te trekken. 10 Toen ontstak de HEER in woede, en hij zwoer: 11 “Omdat zij niet volledig op mij hebben vertrouwd, zal geen van de mannen van twintig jaar en ouder die uit Egypte zijn weggetrokken, het land zien dat ik Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd, 12 met uitzondering van de Kenizziet Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun, die wel volledig op de HEER hebben vertrouwd.” 13 De woede van de HEER was zo hevig dat hij de Israëlieten veertig jaar in de woestijn liet rondzwerven, totdat die hele generatie, die gedaan had wat slecht is in de ogen van de HEER, gestorven was. 14 En nu wilt u precies hetzelfde doen als uw zondige voorouders en zo de woede van de HEER tegen de Israëlieten nog aanwakkeren! 15 Als u zich van hem afwendt, zal hij hen nog langer in de woestijn laten en zult u dit hele volk in het verderf storten.' 16 Maar zij antwoordden, dichterbij komend: ‘We willen hier schaapskooien bouwen voor ons vee en steden voor onze kinderen. 17 Dan kunnen onze kinderen in de vestingsteden wonen, veilig voor de inwoners van het land, en dan zullen wijzelf ons wapenen en voor de andere Israëlieten uit trekken, totdat we hen op de plaats van hun bestemming hebben gebracht. 18 Wij gaan niet naar huis voordat ieder van de Israëlieten een eigen stuk grond heeft gekregen. 19 Maar als wij ten oosten van de Jordaan ons deel krijgen, hoeven wij niet net als zij grond te hebben aan de overkant van de Jordaan of nog verder weg.' 20 Hierop zei Mozes tegen hen: ‘Als u dat doet, als u zich ten overstaan van de HEER opmaakt voor de strijd, 21-22 en als al uw weerbare mannen voor de HEER de Jordaan overtrekken en niet terugkeren voordat de HEER zijn vijanden verdreven heeft en het land aan hem onderworpen is, dan zult u zich volledig van uw plicht tegenover de HEER en Israël gekweten hebben en wordt dit gebied ten overstaan van de HEER uw eigendom. 23 Maar doet u dit niet, dan zondigt u tegen de HEER en zult u de gevolgen van uw zonde ondervinden. 24 Bouw steden voor uw kinderen en bouw schaapskooien, en doe wat u hebt beloofd.' 25 De Gadieten en de Rubenieten antwoordden Mozes: ‘We zullen doen wat u ons opdraagt, heer. 26 Onze vrouwen en kinderen, ons vee, al onze dieren, zullen in de steden van Gilead blijven, 27 maar alle weerbare mannen zullen doen wat u zegt, heer: wij zullen voor de HEER naar de overkant gaan om daar strijd te leveren.'

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand