Herkennen

Genesis 27:18-25. Wat wil jij dat mensen niet herkennen in je leven en waarom houd je dat verborgen?

Zo ging hij naar zijn vader. ‘Vader,’ zei hij. ‘Ja, mijn zoon,’ zei Isaak, ‘wie ben je?’ Jakob antwoordde zijn vader: ‘Ik ben Esau, uw eerstgeboren zoon. Ik heb gedaan wat u me hebt gevraagd. Kom, ga overeind zitten en eet van wat ik heb geschoten; dat zal u de kracht geven om mij te zegenen.’ ‘Hoe heb je zo snel iets kunnen vinden, mijn zoon!’ zei Isaak. En hij antwoordde: ‘Doordat de HEER, uw God, alles zo gunstig voor me liet verlopen.’ Toen zei Isaak tegen Jakob: ‘Kom eens wat dichterbij, mijn zoon, zodat ik kan voelen of je inderdaad mijn zoon Esau bent of niet.’ Jakob kwam dichter bij zijn vader staan en deze betastte hem. Het is Jakobs stem, dacht hij, maar het zijn Esaus handen. Omdat Jakobs handen even behaard waren als die van zijn broer Esau, herkende Isaak hem niet en dus zegende hij hem. ‘Ben je echt mijn zoon Esau?’ vroeg hij nog. ‘Ja,’ antwoordde Jakob. Toen zei hij: ‘Zet het wildbraad dan dichter bij me, zodat ik ervan kan eten, mijn zoon, en de kracht vind om je te zegenen.’ Jakob zette het dichter bij hem en Isaak at ervan. Ook bracht hij hem wijn, en hij dronk ervan. (Genesis 27:18-25 NBV)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand