Orakelspreuk

Numeri 23:13-24. Wanneer heeft God voor het laatst duidelijk tot jou gesproken, wat zei Hij toen en wat voor gevolg(en) heeft het gehad?

13 ‘Komt u mee naar een andere plek van waar u hen kunt zien,' zei Balak, ‘niet het hele volk, maar wel een deel ervan. Spreek vanaf daar voor mij een vloek over hen uit.' 14 En hij nam hem mee naar de top van de Pisga, in de Sofimvlakte, bouwde zeven altaren en offerde op elk ervan een stier en een ram. 15 Bileam zei tegen Balak: ‘Blijft u hier bij uw brandoffers, ik zal daarginds wachten tot de HEER naar mij toe komt.' 16 De HEER kwam bij Bileam, hij droeg hem op naar Balak terug te gaan en legde hem in de mond wat hij moest zeggen. 17 Toen Bileam terugkwam, stond Balak nog bij zijn brandoffers, samen met de Moabitische leiders. ‘Wat heeft de HEER gezegd?' vroeg Balak. 18 Daarop hief Bileam deze orakelspreuk aan: ‘Let goed op, Balak, en luister, zoon van Sippor, leen mij uw oor. 19 God is geen mens, dat hij zijn woord zou breken of terug zou komen op zijn besluit. Zou hij beloven en niet vervullen, zijn woord geven en het niet gestand doen? 20 Hij droeg mij op te zegenen. Hij heeft gezegend – kan ik dat keren? 21 Voor Jakob laat zich geen onheil schouwen, voor Israël laat zich geen rampspoed zien. De HEER, hun God, is in hun midden, gejubel klinkt op rond hun koning. 22 God, die hen uit Egypte leidde, is voor hen als de horens van een wilde stier. 23 Voortekens lezen is Jakob vreemd, van waarzeggerij houdt Israël zich ver; God zelf spreekt tot Jakob, op zijn eigen tijd, God zelf zegt tegen Israël wat hij bewerken zal. 24 Zie, een volk richt zich op als een leeuw. Vol majesteit verheft het zich. Het rust pas als het zijn prooi heeft verslonden en het bloed van zijn buit heeft gedronken.'

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand