Straf

Leviticus 26:18-39. Wat doet het met jou dat Jezus de straf voor jouw zonden gedragen heeft?

18 Als jullie mij dan nog niet willen gehoorzamen, zal ik de straf voor jullie zonden zevenmaal zo zwaar maken: 19 Ik zal de kracht waarop jullie je beroemen breken. De hemel boven je hoofd zal van ijzer zijn en de grond onder je voeten van koper. 20 Je zult je afmatten, maar voor niets, want je land zal geen opbrengst geven en je bomen zullen geen vrucht dragen. 21 Als jullie tegen mij in blijven gaan en mij niet willen gehoorzamen, zal ik de straf voor jullie zonden nog zevenmaal zo zwaar maken: 22 Ik zal wilde dieren op je afsturen, die je van je kinderen zullen beroven en je vee zullen verscheuren. Ze zullen het volk zo uitdunnen dat de wegen er verlaten bij liggen. 23 Als jullie hieruit geen lering trekken en tegen mij in blijven gaan, 24 zal ik op mijn beurt ook tegen jullie in gaan. Zevenmaal zo streng zal ik jullie voor je zonden straffen: 25 Ik zal jullie met het zwaard treffen om de schending van het verbond te wreken. Wanneer jullie je dan in de steden verschansen, zal ik de pest op je loslaten, zodat je aan je vijand overgeleverd bent. 26 Het brood dat jullie staande houdt wordt schaars: tien vrouwen zullen aan één oven genoeg hebben om er hun brood in te bakken en ze zullen met afgepaste rantsoenen thuiskomen. Jullie zullen te eten hebben, maar nooit verzadigd raken. 27 Als jullie hierna nog niet naar mij willen luisteren en tegen mij in blijven gaan, 28 zal ik van mijn kant nog eens zo hard tegen jullie in gaan en je zevenvoudig voor je zonden straffen: 29 Jullie zullen je eigen zonen en dochters opeten, 30 ik zal je offerplaatsen vernietigen, je wierookaltaren omverhalen en jullie lijken neergooien op de lege sokkels van jullie godenbeelden. Ik zal een afkeer van jullie hebben. 31 Ik zal je steden in puin leggen, je heilige plaatsen verwoesten en me niet laten behagen door de geur die van jullie offers opstijgt. 32 Ik zal van het land een woestenij maken, tot ontsteltenis van je vijanden, die het zullen bezetten. 33 En jullie zal ik onder vreemde volken verstrooien; je zult moeten vluchten voor het getrokken zwaard. Je land zal een woestenij zijn en je steden zullen in puin liggen. 34 Zo, doordat het land braak ligt terwijl jullie naar het land van je vijanden verdreven zijn, wordt het schadeloos gesteld voor de rust die het heeft moeten ontberen. Dan zal het rusten ter vergoeding van de sabbatsjaren. 35 Zolang het land braak ligt, heeft het de rust die jullie het, toen je er woonde, tijdens de sabbatsjaren niet hebben gegund. 36 En wie van jullie nog in leven zijn, zal ik in het land van hun vijanden zo schrikachtig maken dat ze al op de vlucht slaan wanneer ze een blaadje horen ritselen. Ze zullen vluchten alsof ze door het zwaard worden achtervolgd, en neervallen hoewel niemand hen opjaagt. 37 Ze zullen over elkaar struikelen alsof ze zich voor het zwaard uit de voeten maken, terwijl er niemand is die hen opjaagt. Jullie zullen je tegenover je vijanden niet staande kunnen houden 38 en te midden van vreemde volken ten onder gaan. Het land van je vijanden zal jullie verslinden. 39 Wie van jullie dan nog in leven zijn, zullen vanwege hun eigen zonden en die van hun voorouders wegrotten in het land van hun vijanden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand