Nabijheid

Leviticus 16:1-5. Leef jij in Gods nabijheid en wat doe je daar voor?

1 Na de dood van de twee zonen van Aäron die stierven toen ze in de nabijheid van de HEER kwamen, 2 zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar de heilige ruimte achter het voorhangsel mag binnengaan. Het zou zijn dood betekenen, want daar, boven de verzoeningsplaat die op de ark ligt, is de plaats waar ik in een wolk verschijn. 3 Dit moet Aäron bij zich hebben wanneer hij de heilige ruimte betreedt: een stier voor een reinigingsoffer en een ram voor een brandoffer. 4 Hij moet een heilige linnen tuniek aantrekken en een linnen broek dragen. Hij moet een linnen gordel om zijn middel binden en zijn hoofd met een linnen tulband bedekken. Dat is heilige kleding; voordat hij die aantrekt, moet hij zijn lichaam met water wassen. 5 Van de Israëlieten moet hij twee bokken voor een reinigingsoffer in ontvangst nemen en een ram voor een brandoffer.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand