Maar

Exodus 4:13-17. Wat zijn jouw 'ja maar, neemt U mij niet kwalijk'- vragen naar God toe en hoe gaat Hij daar mee om?

Maar Mozes hield vol: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie u maar wilt.’ Nu werd de HEER kwaad op Mozes. ‘Je hebt toch een broer, de Leviet AƤron!’ zei hij. ‘Ik weet dat hij welbespraakt is. Hij is al naar je onderweg en zal blij zijn je te zien. Vertel jij hem wat hij moet zeggen. Ik zal bij jullie zijn als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen. Hij zal in jouw plaats het volk toespreken: hij zal jouw mond zijn, jij zult zijn god zijn. En neem je staf in de hand, want daarmee moet je de wonderen doen.’ (Exodus 4:13-17 NBV)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand