Hekel, haat, moord

Genesis 37:5-11. Aan wie heb jij een hekel? Hoe ga jij daar mee om en wat kan er gebeuren als je er niets mee doet?

Op een keer had Jozef een droom. Toen hij die aan zijn broers vertelde, kregen ze een nog grotere hekel aan hem. ‘Moeten jullie nu eens horen wat ik heb gedroomd,’ zei hij. ‘We waren op het land schoven aan het binden, en toen kwam mijn schoof overeind en bleef rechtop staan. En jullie schoven gingen om die van mij heen staan en bogen daarvoor.’ Zijn broers zeiden: ‘Dacht je soms koning over ons te worden? Wil je over ons heersen?’ Vanwege dat gepraat over zijn dromen gingen ze hem hoe langer hoe meer haten. Opnieuw kreeg hij een droom die hij aan zijn broers vertelde. ‘Ik heb alweer een droom gehad,’ zei hij. ‘Nu bogen de zon, de maan en elf sterren zich voor mij neer.’ Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, wees zijn vader hem terecht: ‘Zeg, wat is dat voor een droom! Moeten ik, je moeder en je broers ons soms voor jou komen neerbuigen?’ De broers konden Jozef wel vermoorden, maar zijn vader bleef nadenken over wat er gebeurd was. (Genesis 37:5-11 NBV)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand