Voorzien

Genesis 22:13-19. Waarin heeft God in jouw leven voorzien en wat heb jij daar voor moeten doen?

Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’ Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. Hij zei: ‘Ik zweer bij mijzelf – spreekt de HEER : Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, zal ik je rijkelijk zegenen en je zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar mij geluisterd.’ Daarna ging Abraham terug naar zijn knechten. Samen gingen ze weer op weg naar Berseba, en daar bleef Abraham wonen. (Genesis 22:13-19 NBV)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand