Oudsten

1Tim 3:1-7. Zou jij oudste van een gemeente kunnen/willen zijn/worden? Waarom wel/niet?

1 ¶  Het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven.
2  Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn.
3  Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig.
4  Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen.
5  Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen?
6  Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel.
7  Verder moet hij buiten de gemeente een goede reputatie hebben, zodat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lijntje naar boven

Strijd

Omgaan met weerstand