Strijd
Job 33:1-7. Met welke strijd heb je als kind van God te maken en hoe stel je je teweer?
1 Welnu, Job, hoor mij aan,
luister naar wat ik te berde breng.
2 Dit is wat ík te zeggen heb,
de woorden liggen op mijn tong.
3 Ik zal oprecht spreken, vanuit mijn hart,
ik zal met een eerlijk oordeel komen.
4 De geest van God heeft mij gemaakt,
de adem van de Ontzagwekkende doet mij leven.
5 Als je daartoe in staat bent, antwoord mij;
maak je klaar voor de strijd, stel je teweer.
6 Voor God zijn wij elkaars gelijken,
jij bent net als ik uit leem gevormd.
7 Laat angst voor mij je niet verlammen,
mijn hand zal niet zwaar op je drukken.
Hemelse wapens, klaar voor de strijd.
Reacties
Een reactie posten