Ieder
Job 29:7-17. Hoe sta jij bekend bij de mensen om je heen?
7 Wanneer ik naar de stadspoort ging
om mijn plaats op het plein in te nemen,
8 trokken de jongeren zich terug zodra ze me zagen,
en stonden de ouderen op om mij te begroeten.
9 De aanzienlijken staakten hun gesprekken
en legden eerbiedig een hand op hun mond,
10 de stemmen van de edelen verstomden
en hun tong kleefde aan hun gehemelte.
11 Ieder die mij hoorde prees mijn woorden,
ieder die mij zag had niets dan lof,
12 omdat ik de arme redde die om hulp riep,
en de wees die in de steek gelaten was.
13 Ik werd gezegend door de stervende,
in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug.
14 Ik kleedde mij in gerechtigheid en deze kleedde mij,
het recht was mij een mantel en een tulband.
15 Ogen was ik voor de blinde,
voeten was ik voor de lamme.
16 Voor de behoeftigen was ik een vader,
ik verdedigde de zaak van vreemdelingen.
17 Ik brak de kaken van de boosdoener
en ontrukte de prooi aan zijn tanden.
Toon je liefde aan de ander.
Reacties
Een reactie posten