Fier
Job 31:33-40. Hoe treed jij God tegemoet?
33 Heb ik als anderen mijn overtredingen verhuld
en mijn zonden weggeborgen in mijn binnenste,
34 omdat ik in angst en beven voor de menigte verkeerde
en de verachting van anderen mij angst aanjoeg,
zodat ik mij stilhield en geen stap naar buiten deed?
35 O, wilde er maar iemand luisteren!
Ik sta in voor wat ik heb gezegd.
Laat nu de Ontzagwekkende antwoord geven,
laat mijn tegenstander zijn klacht boekstaven!
36 Dan zou ik die op mijn schouders dragen,
als een krans zou ik hem om mijn hoofd vlechten.
37 Ik kan van al mijn gangen rekenschap afleggen,
fier als een vorst treed ik hem tegemoet.
38 Als mijn akkers ooit geroepen hebben om vergelding,
als uit hun voren een jammerklacht is opgestegen,
39 als ik hun vruchten heb verteerd zonder te betalen
en de boeren tot wanhoop heb gebracht–
40 mogen er dan dorens opschieten in plaats van tarwe
en woekerkruid in plaats van gerst.’ Hier eindigen de woorden van Job.
Ik kom tot U met een open hart.
Reacties
Een reactie posten