Ongelijk
Job 33:8-13. Wie/wat bepaalt of iemand gelijk of ongelijk heeft.
8 Welnu, ik was erbij terwijl je sprak,
ik heb gehoord hoe je woorden klonken:
9 “Ik ben zuiver, ik heb niets misdaan,
ik ben rein, er kleeft geen schuld aan mij.
10 Toch vindt God gronden voor een aanklacht,
hij beschouwt me als zijn vijand.
11 Hij sluit mijn voeten in het blok,
hij bewaakt me waar ik ga of sta.”
12 Maar je hebt ongelijk, ik zeg je:
God is de meerdere van de mens.
13 Waarom beschuldig je hem,
zeg je: “Hij antwoordt niet, als iemand tot hem spreekt”?
Reinheid en waarheid.
Reacties
Een reactie posten