Zoon

1Samuël 17:52-58. Zeg eens, van wie ben jij een kind?

52 Nu sprongen de Israëlieten en Judeeërs op, hieven de strijdkreet aan en achtervolgden hen tot aan Gat en de poorten van Ekron. De hele weg van Saäraïm tot aan Gat en Ekron lag bezaaid met gesneuvelde Filistijnen. 53 En toen de Israëlieten van hun achtervolging terugkwamen, plunderden ze het Filistijnse legerkamp. 54 David nam het hoofd van de Filistijn mee om het naar Jeruzalem te brengen; de wapens die hij hem had afgenomen legde hij in zijn tent. 55 Terwijl Saul toekeek hoe David de Filistijn tegemoet trad, vroeg hij aan zijn opperbevelhebber Abner: ‘Zeg eens, van wie is die jongen een zoon?’ ‘Zo waar u leeft, koning, ‘antwoordde Abner, ‘ik weet het niet.’ 56 ‘Zoek dan uit van wie die jongeman een zoon is, ‘droeg de koning hem op. 57 Toen David na zijn overwinning op de Filistijn terugkwam, wachtte Abner hem op en leidde hem naar Saul. Het hoofd van de Filistijn had hij nog in zijn hand. 58 ‘Van wie ben jij een zoon, jongen?’ vroeg Saul, en David antwoordde: ‘Ik ben de zoon van uw dienaar Isaï uit Betlehem.’

U als mijn Vader en ik als uw kind.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Loofhuttenfeest

Hij zal geprezen worden

Omgaan met weerstand