Vooraan
1Samuël 17:23-31. Wat doe jij in de geestelijke strijd en op welke positie strijd jij het liefst?
23 Terwijl hij met ze aan het praten was, trad uit de Filistijnse gelederen de kampvechter naar voren, Goliat uit Gat, en David hoorde hem de Israëlieten uitdagen zoals hij dat elke dag deed. 24 Bij het zien van Goliat renden de Israëlieten angstig weg. 25 ‘Zien jullie die man daar?’ zeiden ze tegen elkaar. ‘Israël vernederen, daar is het hem om te doen! Wie hem verslaat, zal door de koning met rijkdommen worden overladen. Bovendien krijgt hij de koningsdochter tot vrouw en wordt zijn familie vrijgesteld van schatting en herendienst.’ 26 David vroeg aan de soldaten die in zijn buurt stonden: ‘Wat gebeurt er met degene die die Filistijn daar verslaat en Israël van deze schande bevrijdt? Wat denkt die onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te beschimpen!’ 27 De soldaten herhaalden tegen hem wat ze zojuist gezegd hadden. 28 Toen Davids oudste broer Eliab hem met de soldaten hoorde praten, viel hij woedend uit: ‘Wat doe je hier eigenlijk? Hoor jij niet in de woestijn op je schapen te passen? Echt iets voor jou, om met je brutale neus vooraan te willen staan als er gevochten gaat worden.’ 29 ‘Wat doe ik nu weer verkeerd?’ antwoordde David. ‘Ik vraag het toch alleen maar!’ 30 Hij draaide zijn broer de rug toe en legde zijn vraag nog aan anderen voor, en kreeg weer hetzelfde antwoord. 31 Davids vragen bleef niet onopgemerkt. Men vertelde het aan Saul, en die liet hem bij zich komen.
Gejuich van dappere soldaten.
Gejuich van dappere soldaten.
Reacties
Een reactie posten